Boeken
De Vikingtijd in Nederland en Vlaanderen (810-892)
De vikingtijd in de Lage Landen wordt in de Nederlandse en Belgische geschiedschrijving zeer summier en eenzijdig behandeld. De belangrijkste publikaties stammen veelal van tientallen jaren terug en het algemene beeld dat uit deze literatuur oprijst is dat van bloeddorstige vreemde indringers die al plunderend en moordend door het land trekken zonder zich veel van iets of iemand aan te trekken. In twee recente artikels van P.A. Hendrikx en P. Leupen komt echter een veel genuanceerder beeld naar voren.
Het is onmogelijk voor het ontstaan van de vikingtijd één verklaring te vinden. Zoals bijvoorbeeld overbevolking van Scandinavië of de ontwikkeling van het langschip. Hiervoor is deze periode, hij loopt van ongeveer 800 tot 1100 (sommige historici laten hem zelfs rond 400 beginnen toen uit Scandinavië afkomstige Goten Italië veroverden), te groot en zijn de diverse ‘vikingen’ te verschillend. In het algemeen kan men echter stellen dat de vikingperiode in drie fases is in te delen; een eerste fase van piraterij, een tweede fase van langdurige bezetting, en ten slotte een derde fase van kolonisatie.
De eerste melding van een Deense overval op de Nederlanden stamt uit het jaar 810. Godfried, de eerste koning van een verenigd Denemarken, die tot dan toe een vreedzame politiek gevoerd had (hij had langs de zuidgrens van zijn rijk een grote verdedigingswal, de zogenaamde Danevirke, laten aanleggen), begon, nadat Karel de Grote de grenzen van zijn rijk tot de Elbe had verlegd, een meer agressieve koers te varen. De overval mislukte echter (Godfried had gedreigd Aken te zullen vernietigen, maar was niet verder gekomen dan de Friese kust) en hij werd datzelfde jaar nog vermoord door vier broers; Anulo, Harald, Reginfried en Hemming. In de burgeroorlog die hierna uitbrak moesten de vier broers het echter afleggen tegen Godfrieds zonen en Harald en Hemming (hun twee broers waren gesneuveld) moesten uitwijken naar het Frankische hof (815).
In reactie op de overval nam Karel de Grote defensieve maatregelen. In alle belangrijke riviermondingen werden schepen en wachtposten (een praesidium of seditio) gestationeerd. Voornoemde Hemming speelde hierin een prominente rol. Vanaf 819 tot aan zijn dood in 837 (hij stierf tijdens een aanval van de Deense koning op Walcheren) speelde hij als dux (legeraanvoerder) een coördinerende rol. Karels maatregelen waren effectief want hierna heerste er, afgezien van een raid op de Vlaamse kust in 820, voor meer dan twintig jaar rust. De vikingen richtten zich in deze periode op het verdeelde Engeland.
De tweede fase van de vikingtijd in Nederland trad in rond de jaren '30 van de negende eeuw en viel nauw samen met een belangrijke wijziging in de politiek van het Frankische Rijk. In 814 was Lodewijk de Vrome zijn vader opgevolgd als keizer en in plaats van het Imperium verder te vergroten trachtte hij het te consolideren en het tevens van een ideologische (christelijke) basis te voorzien. Het onbedoelde effect van dit, op zichzelf genomen, zeer verstandige beleid was echter dat ambitieuze mannen, die voordien nieuw veroverd land onder zichzelf hadden kunnen verdelen, hun energie naar binnen begonnen te richten. In 829 maakte de keizer de zaken nog erger door onder invloed van zijn tweede vrouw Judith zijn politieke testament (de zogenaamde Ordinatio Imperii) te veranderen ten gunste van hun zoon Karel.
Lotharius, Lodewijks oudste zoon en lange tijd voornaamste erfgenaam, kwam vrijwel onmiddellijk in opstand. Na een driejarige burgeroorlog van