theatermilieu wijd open? Voor uitingen van toneel, waarvan vakmensen in het theater zeggen: die benadering, daar zoeken wij ook naar. Of: dat is een belichting, een focusering van theater die wij niet zo zouden doen. Dus, het nieuwe weer, het verrassende, daar hebben zij oren naar. Dat is onze inbreng, onze belangwekkende manier van programmeren. Men komt niet omdat het Vlaams is, maar wel omdat er een theaterbenadering in zit, een regievoering, een scenografie, een theatertechnische en artistieke vormgeving waarvan zij zeggen: die Vlamingen spelen anders toneel.’
Als er één terrein is waar de samenwerking Vlaanderen-Nederland bijzonder goed tot stand komt de laatste jaren, dan is het juist het toneel. In het algemeen, niet alleen in Amsterdam, maar heel Nederland door. En ik heb de indruk dat dat ook vrij spontaan gebeurt, zonder al te veel bemoeienissen van overheid of van bepaalde instituten. Is dat zo?
Vereecke: ‘Dat is een indruk. Dat zou onderzocht moeten worden. Laat ik van een concreet voorbeeld vertrekken. De “Blauwe Maandag Compagnie” staat nu in de stadsschouwburg en programmeert daar vrij veel voorstellingen, wordt
De conferentiezaal werd op 22 januari 1989 omgebouwd tot het ‘Café 1900 Den Aker’
Foto: ‘Van Brakke Grond tot Vlaams Cultureel Centrum’, uitgave van het VCC
daar gevraagd en gevierd en bejubeld. De eerste voet die Blauwe Maandag in Nederland heeft gezet, was in De Brakke Grond. Was hier totaal onbekend. Er komen recensenten kijken, er wordt over geschreven, er komen informele contacten tot stand en na twee, drie seizoenen verhuist Blauwe Maandag naar de stadsschouwburg. We kunnen zeggen: ja, zonder tussenkomst, spontaan. Neen, er was een sleutel waarmee het slot van de deur naar Nederland geopend werd. De Brakke Grond heeft als instrument, als forum, voor dat gezelschap zijn rol gespeeld, en moet dat nu doen ten aanzien van andere, nieuwe gezelschappen. Als vervolgens dan alles spontaan loopt, bravo. Dan vervult De Brakke Grond zijn rol goed.’
Rau: ‘Dat ziet men ook op andere terreinen. Wij hebben hier gastheer gespeeld voor de uitgeverij het Davidsfonds die op een persconferentie haar uitgaven over polyfone muziek presenteerde. De belangstelling was zeer groot. Als nu de volgende stap is dat de cd's in alle mogelijke platenzaken in Nederland te vinden zijn en de vertolkers van die muziek doordringen tot het festival van oude muziek in Utrecht, dan is onze rol al gespeeld. Dan hebben wij gewoonweg gezegd: “Wij zijn een etalage van Vlaanderen, kom kijken, en stap binnen in de winkel waar die dingen te koop zijn.” De Brakke Grond is eigenlijk een trefpunt voor die Vlamingen en die Nederlanders die op een eerlijke en objectieve manier zoeken naar samenwerking.’
En de toekomst, de volgende vijftien jaar?
Vereecke: ‘Ja, ik denk dat we nog systematischer moeten programmeren, nog meer mikken op doelen die haalbaar zijn. We moeten de dialoogformule die we in de exposities hebben ingevoerd, verder uitbouwen.
Ten tweede: ik denk dat er nog heel wat land braak ligt in wat ik de cultuureducatieve sfeer zou noemen. Wij hebben nog te weinig respons van bijvoorbeeld scholen. En ten slotte, ik blijf vinden dat binnen het Vlaamse beleid en binnen de overheidsbetrekkingen tussen Vlaanderen en Nederland, die zich in een stroomversnelling bevinden onder meer door dat nieuw culturele akkoord, dat De Brakke Grond te weinig door die twee beleidskampen als instrument wordt be-