Gezelle in het Engels
Het keuzeprobleem van componisten uit ons eigen taalgebied wordt hierdoor heel duidelijk: enkel in het Nederlands componeren en nooit buiten de grenzen gaan, of een vreemde taal hanteren. Nederlanders zijn daar zeer pragmatisch in; in de onlangs verschenen bloemlezing ‘Vox Neerlandica’ zijn slechts acht van de achtenveertig werken ook in het Nederlands geschreven. De rest is Latijn, Engels, Frans, Duits of Italiaans.
Zelf kan ik het resultaat aan de verspreiding van mijn eigen werk aflezen: wat in het Nederlands is geschreven, blijft binnen de eigen grenzen. Mijn Latijnse of Engelse werken vinden hun weg tot in Argentinië en Japan toe. Kan men het een gemiddeld componist in onze tijd ten kwade duiden dat hij niet, zoals de geniale Janacek, bereid is zich volledig te offeren voor zijn taal? Hij schrijft immers niet alleen voor zijn eigen achterban, maar juist door zijn bijdrage kan onbekend eigen cultuurgoed naar buiten toe verspreid worden.
Ik tracht in de keuze van de taal een middenweg te bewandelen: ongeveer de helft in het Nederlands, de andere helft in het Latijn of een moderne taal. Ik houd er wel rekening mee dat er, wanneer ik een vreemde taal kies, dikwijls een band met mijn eigen cultuur blijft bestaan. Zo heb ik in het Frans tot nu toe uitsluitend op gedichten van Verhaeren en Max Elskamp gecomponeerd. Van de Engelse Gezelle-vertalingen van Christine D'Haen heb ik er dertien op muziek gezet. Toen ik dat voor de eerste maal deed, kreeg ik een paar onaangename reacties. Men vond dat ik niet het recht had als Vlaming Gezelle in een andere taal op muziek te zetten. Niettemin wordt door deze muziek authentiek Vlaams cultuurgoed op een ongeëvenaarde wijze geëxporteerd: immers, nu zingen koren in Korea, Ierland of Venezuela ‘Het Mezennestje, ‘O Lied’ en ‘Gij badt op enen berg’, zij het dan als ‘The Tom-tit nest’, ‘O Song’ en ‘You prayed upon a mount’. Als er gekozen moet worden tussen volledige onbekendheid of kennis in vertaling, wat geniet dan de voorkeur?
Christine D'Haen vertelde, tijdens het Gezelleprogramma van Radio-3 te Kortrijk, dat mijn composities op haar Gezelle-vertalingen de enige weg zijn waarlangs Gezelle in het buitenland bekend raakt. Geen enkel industrieel heeft bijvoorbeeld deze vertalingen als relatiegeschenk gekozen; zelfs de stad Brugge beschikt over geen enkel exemplaar in zijn toeristische dienst. Men kan het zo ver drijven dat er, ondanks een nobele overtuiging, volstrekt niets gebeurt.
Gezelle vertaalde Longfellow's ‘Hiawatha’ in het Vlaams. Waarom zouden wij in het buitenland niet zonder verlies aan zelfrespect onze Gezelle in het Engels mogen zingen? Ik dank u voor uw begrip.