Simon Stevin
Natuurwetenschappen en cultuur in de Nederlanden
De Simon Stevin Leerstoel in Nijmegen
Wim van Heugten
Voor natuurwetenschappen en techniek is in cultuurhistorische beschouwingen doorgaans een bescheiden rol weggelegd. En dat is eigenlijk verwonderlijk gezien de enorme invloed van wetenschap en technologie in de huidige samenleving. Het is dan ook verheugend dat kort nadat bijzondere hoogleraren leeropdrachten op het vlak van de cultuur der Nederlanden in Leiden en Amsterdam hebben aanvaard, recent een leerstoel voor de geschiedenis van de natuurwetenschappen in de Nederlanden aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen werd opgericht. Wim van Heugten bericht over dit opmerkelijk initiatief.
Een niet onaanzienlijk deel van de culturele uitstraling van een land vindt plaats door persoonlijke contacten, die ontstaan als gevolg van internationale samenwerking. Daarbij spelen vooral academici met een technische en natuurwetenschappelijk achtergrond een belangrijke rol. Die contacten komen meestal buiten de directe werkzaamheden tot stand: tijdens een informeel etentje na een dag vergaderen of als gast van een collega. De onderwerpen, die dan de revue passeren, liggen doorgaans op (kunst)historisch, cultureel of politiek vlak. Fransen en Italianen blijken naast hun vak- en dossierkennis ook een grote culturele eruditie te bezitten; zij zijn in staat hun land en cultuur met verve te etaleren. Voor Nederlandse en Vlaamse academici is dat eerder uitzondering dan regel.
Enerzijds is dat een gevolg van het onderwijssysteem waarin voor kunst en cultuur weinig tijd beschikbaar is. Ook kan de eigen kunst en cultuur nauwelijks op belangstelling van ‘technocraten’ rekenen. Anderzijds blijkt ook de loop van de geschiedenis van de Lage Landen, en vooral dan de Scheiding na 1585, een grote rol te spelen. Sprekend over middeleeuwse kunst en cultuur blijken de Nederlanden nog wel een thema. Maar de culturele situatie van na de Scheiding is voor de leek verre van duidelijk. Zo is het voor een goedwillende natuurwetenschapper bijna onmogelijk om de vooroordelen op literair gebied - bijvoorbeeld dat de Lage Landen geen letterkunde van enig niveau zouden hebben - te weerleggen. Meestal moet hij op vragen in die richting het antwoord schuldig blijven.
Btevin
Datzelfde geldt ook voor het eigen vakgebied, de natuurwetenschappen. Vele Europese technici, fysici en chemici kennen wel de naam en betekenis van een Leonardo da Vinci, Tycho Brahe of Vieta, maar weten, evenals hun Vlaamse en Nederlandse collega's nauwelijks iets over de hoge vlucht die de natuurwetenschappen in de Lage Landen tijdens de 16e en 17e eeuw nam en waarmee namen als Simon Stevin, Christiaan Huyghens of Snellius verbonden zijn. De huidige natuurwetenschapper blijkt vaak geen zicht te hebben op de Nederlandse wortels van zijn boeiend vakgebied.