Scripties
Het ‘gespleten’ Verbond
Twee scripties met als onderwerp het begin van het ANV
Afstuderen op het ANV, het was in dit jaar. Twee jongens, twee scripties over het ANV, twee uitgangspunten. Mark Kattenberg, Nieuwe en nieuwste geschiedenis Universiteit van Amsterdam, schreef ‘Tussen stam en taal. De geschiedenis van het Algemeen-Nederlands Verbond in Nederland van 1895 tot 1918’. Hij legt de nadruk op het sociologische vraagstuk: wie waren lid van het ANV en waar kwamen ze vandaan? Frank van Berne, Nieuwe geschiedenis Katholieke Universiteit Nijmegen, debuteerde met zijn scriptie in het gedenkboek van het ANV, met ‘Het Algemeen-Nederlands Verbond 1895-1940.’ Hij beschrijft de gebeurtenissen uit een historisch oogpunt en wil bewijzen dat de oprichting van het ANV precies past binnen de tijdgeest van die tijd. Het ANV was geen toeval.
Vanwaar nu die interesse in het ANV, en vooral in de geschiedenis daarvan. Voor Mark is het duidelijk. Hij kan maar niet begrijpen waar een heftig nationalisme vandaan komt. ‘Ik heb nooit begrepen wat de kracht was achter de symbolen die mensen aanspreken. Vlaggen, Koningshuis enzovoort. Waar komen die heftige emoties toch vandaan? Toen ik me algemeen oriënterend aan het inlezen was, op zoek naar een afstudeeronderwerp kwam ik in een heel recent boek van Henk te Velde “Gemeenschapszin en plichtsbesef” het ANV tegen. Het boek was erg interessant. Daardoor verplaatste mijn belangstelling van Vlaanderen naar Nederland. Het ANV is een hiaat in het onderzoek van Te Velde. Het wordt kort aangestipt, maar verder niet. Er is weinig over bekend. Kijk, als je de Vlaamse Beweging wilt bestuderen vallen er 10 boekenkasten over je heen. Het ANV is een lacune. Voila, mijn afstudeeronderwerp.’
Frank kwam via een omweg bij het ANV terecht. Hij deed een stambomenonderzoek en kwam in het archief, terwijl hij moest wachten, een stuk tegen over het Diets Studentenverbond. Hij ging zich verder en breder inlezen in de Nederlands-Vlaams culturele betrekkingen, maakte daar een opzet voor een scriptie van en gaf het aan Hugo de Schepper. Via De Schepper kwam hij terecht bij de redactie van de kroniek van het ANV. Zijn scriptie werd bijna integraal opgenomen in het boek.
Bij lezing van de beide scripties valt op dat de uitgangspunten verschillend zijn. Mark: ‘Ik heb een wetenschappelijke aanpak gehanteerd door een analyse van het ledenbestand te maken. Een zogenaamd sociaal-kwantitatief onderzoek dat helaas weinig heeft opgeleverd. Mijn vraagstelling was, wat is de dynamiek achter het nationalisme. Uit het ledenbestand kan je gegevens halen over sociale afkomst, religie en geografische spreiding. Mijn stelling is dat nationalisme samenvalt met de industrialisatie. Waar de industrialisatie het verst gevorderd was, daar kwamen ook de leden van het ANV vandaan.’ In Nederland is er een traditionele gerichtheid op nationale cultuur, de handelssteden waren gericht op Holland. Daar was een grote aanhang van het ANV. In 1896 ontstond de eerste afdeling in het Oosten, in Enschede. Niet toevallig de plaats met de grootste textielindustrie. Naarmate de industrialisatie verder vorderde, groeiden de percentages van leden in de verschillende gebieden naar elkaar toe.
‘Grappig is dat als het ledental niet vermeld werd in Neerlandia, het slecht ging met het ANV. Tot 1917 zijn de leden altijd keurig genoemd, daarna niet meer’, aldus Frank.
Maar verklaart dit nationalisme? Mark: ‘Nee, het geeft alleen een theoretisch kader aan. De traditionele