zou zijn. Er moet geen kloof komen tussen wat ons gedachtengoed is en wat er in de maatschappij leeft. Maar ach, het is zo vaak een elite die de rest van de maatschappij meetrekt.’
Maar hoe kan het dat een vereniging die overwegend ‘intellectuelen’ aantrekt, die misschien tot de elite behoort, toch ook zo'n aantrekkingskracht heeft op extreem-rechts?
Foto: Fotobureau Thuring
Waltmans: ‘Kijk, op het moment dat je spreekt over identiteit en het handhaven daarvan, zijn er altijd mensen die het zo uitleggen dat jouw identiteit beter is dan die van anderen en dat die anderen hun identiteit maar moeten inleveren. Engelsen en Fransen zijn altijd zo te werk gegaan, met het idee dat als je niet de Engelse of Franse identiteit had, je niets voorstelde.
Maar dit is zeker niet de aard van het ANV, juist integendeel. Het ANV heeft altijd gepoogd de krachten van extreem-rechts te verwijderen of in ieder geval te neutraliseren.’
Ook De Beul is het eens met Waltmans over de aantrekkingskracht. Hij maakt wel heel duidelijk dat het ANV heel anders denkt over identiteit: ‘Het grote verschil met het ANV is dat wij vinden dat je eerst je eigen identiteit moet leren kennen voordat je je kan verrijken met anderen. Extreem-rechts daarentegen is zich bewust van zijn identiteit, maar probeert deze af te schermen van de rest, en stelt zich vijandig op. Dit is compleet in tegenspraak met wat wij willen. Wij willen onze identiteit uitdragen en verrijken met andere culturen. Maar ja, dat die aantrekkingskracht er is, dat is nu eenmaal zo. Daar kan je verder weinig anders aan doen, dan je eigen standpunt luidkeels verkondigen.’
Wat is uw visie op de toekomst van het ANV?
Waltmans: ‘De nadruk zal de komende jaren komen te liggen op het Nederlands in Europa. De Europese druk waaronder staatsgrenzen wegvallen en mensen een andere identiteit krijgen dan die van de staat, die druk wordt nog groter dan voorheen. De Nederlandse identiteit zal daarom steeds meer liggen in de taal en taalgebonden cultuuruitingen.
Het ANV moet zorgen dat ze de 21ste eeuw ingaat met een aanzienlijke verjonging van leden en bestuur. Bovendien moet de werking gemoderniseerd worden - het moet volledig aansluiten bij de nieuwe vormen van moderne communicatie, zoals de elektronische snelweg. Het is ook volstrekt noodzakelijk jongeren te bewegen eigen groepen op te richten.
De meeste nadruk zal komen te liggen op acties van Nederland en Vlaanderen binnen Europa, daar waar het Nederlands aan universiteiten of op middelbare scholen wordt gegeven. Een doel is om op de universiteiten van Europa Nederlands als vak te introduceren, en daarna waar dat mogelijk is en door de leerlingen wordt gevraagd, het Nederlands als vreemde taal in het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs in Oost- en Midden-Europa.
Daarmee bedoel ik niet dat de andere doelstellingen buiten werking worden gezet. Maar het kerngebied ligt in Europa, in het homogene Nederlandse taalgebied. Stel dat het Nederlands in dit gebied afkalft, dan brokkelt iedere werking buiten Europa af. Vanuit Nederland en Vlaanderen kan je verdere contacten uitbreiden.’
De Beul heeft dezelfde mening over het belang van samenwerking in Europa. Hij wil nog verder gaan. Hij stelt zich een cultureel gemenebest voor: ‘Binnen de Taalunie, waar we samenwerken op het gebied van de taal en letteren, willen we in de richting van een gelijkaardige organisatie voor cultuur in de ruimste zin van het woord. Eigenlijk is het culturele verdrag van januari jl. misplaatst. Een verdrag sluit je af met anderen, niet binnen de eigen cultuurgemeenschap. Bovendien is het een intentieverklaring en daardoor weinig verplichtend. Er is geen duidelijke materiescheiding met het taalunieverdrag waardoor conflicten zijn ingebouwd.’
‘Het ANV zal trachten onze politici en de bevolking te overtuigen dat we zo vlug mogelijk naar een cultureel gemenebest gaan. Met gemenebest bedoel ik dat we samen een culturele unie vormen, maar dat ook andere gebieden waar onze