| |
| |
| |
Academische hoogstandjes
De invloed van immigranten op de Nederlandse cultuur
Chan E.S. Choenni
Dr. Chan E.S. Choenni heeft meerdere publikaties op zijn naam staan, zoals zijn proefschrift ‘Kleur in de krijgsmacht’, 1995 en ‘The intensification of races on the Dutch labour market’, Chan Coenni & A. Caen, Peter Lang, Bern, 1995. Hij was jarenlang verbonden aan het Landelijk Bureau voor Racisme Bestrijding, nu onder meer lid van de Raad Jeugdbeleid en van het curatorium van de Nederlandse Politieacademie. Momenteel werkzaam bij de B & A Groep, Den Haag.
De wereld is in een snel tempo aan het veranderen. De voortschrijdende technologische vernieuwingen, de toenemende digitalisering en internationale communicatie hebben een onmiskenbare invloed op de cultuur van verschillende volken en etnische groepen. Door de toenemende culturele interacties en multimediale ontwikkelingen is het zelfs de vraag of er nog van afzonderlijke culturen en volkeren gesproken kan worden. Ook de migratie van mensen is onstuitbaar. Verschillende nationale culturen worden als het ware steeds meer opgenomen in een globale cultuur. Deze ‘global culture’ leidt tot toenemende culturele uniformiteit en universele waarden en normen. De invloed van CNN, Internet en andere mediale ontwikkelingen zullen in de komende eeuw een gigantische invloed hebben op de cultuur van de mensen.
Hierdoor wordt het moeilijker om de invloed van immigranten te detecteren op de nationale Nederlandse cultuur. De verwevenheid tussen elementen van de ‘global culture’ en de immigrantencultuur is vaak moeilijk te ontrafelen.
Dat Nederland een multiculturele samenleving is geworden is onmiskenbaar. Althans in de betekenis dat er sprake is van verschillende culturele entiteiten in de Nederlandse samenleving. Een en ander heeft te maken met het feit dat er thans bijna één op de zeven (2,371 miljoen van de 15 miljoen) inwoners een allochtone afkomst heeft. Als we tenminste teruggaan tot de afkomst van de derde generatie. Als we ons beperken tot wat men onder de huidige allochtonen of etnische minderheden verstaat, gaat het thans om ruim 1 miljoen mensen. De Indische Nederlanders niet meegerekend.
Voorspeld wordt dat het aandeel van allochtonen zal blijven toenemen in de Nederlandse bevolking en zelfs sprake zal zijn van een verdubbeling in 2010 (Sociaal Cultureel Rapport, 1994). Terwijl het aandeel van de autochtone bevolking zal dalen mede door de toenemende vergrijzing, is de toename van allochtonen onontkoombaar.
De multi-etnische bevolkingssamenstelling brengt problemen en etnische vraagstukken met zich mee. Maar de aanwezigheid van deze immigranten heeft zeker ook positieve invloeden. Ik zal een poging wagen om de positieve invloeden van immigranten op de Nederlandse cultuur te detecteren op verschillende domeinen. Dit is niet altijd even makkelijk door de vermenging en internalisatie in wat men de ‘mainstream’ cultuur zou kunnen noemen. Door deze vermenging (integratie) is als het ware een nieuwe Nederlandse cultuur ontstaan: de ‘mainstream’ cultuur, naast de dominante autochtone cultuur en verschillende allochtone culturen.
| |
Voeding en eetgewoonten
De Nederlandse keuken en eetcultuur (van de Belgen heb ik begrepen dat de autochtone Nederlandse keuken een ‘woestijn’ is) is behoorlijk ingrijpend veranderd. Naast de invloed van Indische Nederlanders (saté) en Chinezen (nasi, bami) is de shoarma en pizza uit de Mediterrane streken, maar ook roti uit Suriname, vietnamese loempia's en talloze andere gerechten uit de verschillende landen min of meer ingeburgerd in het dagelijkse menu. Ook de etenstijden en de wijze van eten zijn veranderd. Men eet nu vaak niet meer op van te voren vastgestelde tijden, maar
| |
| |
wanneer men zin of honger heeft. Men eet ook (lopend) ‘op straat’ en vindt het niet meer onhygiënisch om bepaalde gerechten, zoals ‘ruim belegde broodjes’ met de handen te eten. Het is thans een normaal verschijnsel dat een manager om twaalf uur even een stukje pizza, een vietnamese loempia of een shoarma op straat eet. Het ‘calvinistisch’ boterhammetje op de werkplek wordt steeds meer verdrongen. Het assortiment in de patatzaken, de supermarkten en de eet- en drinkcultuur is dus verrijkt en gevarieerd geworden.
| |
Flexibiliteit, gastvrijheid en ‘joie de vivre’
Mede door de allochtone invloed zijn autochtonen flexibeler geworden niet alleen ten opzichte van etenstijden en de wijze van koken, maar ook in relatie tot hun omgeving. Men is gastvrijer geworden en de spreekwoordelijke ‘hollandse zuinigheid’ is op zijn retour. Autochtonen merken dat allochtonen die het minder breed hebben toch veel meer consumeren en een en ander met derden
Prettig samenleven
delen. De gemeenschapszin en hartelijkheid heeft onmiskenbaar invloed op de autochtonen. De autochtone jongeren in de grote steden groeien in deze veranderde culturele setting op, internaliseren deze waarden en normen. Dat geldt met betrekking tot het ‘joie de vivre’. Autochtonen worden wat vrolijker en minder saai onder invloed van het temperament van veel allochtonen.
Het ‘calvinisme’ met zijn saaiheid en soberheid is op zijn retour. De vriendschappelijkheid, openheid en flexibiliteit in de Nederlandse cultuur van heden ten dage is vergeleken met de saaie jaren vijftig deels ook te wijten aan de allochtone invloed.
| |
Amusement, muziek en dans
Er is een verbreding ontstaan in het aanbod van verschillende muzieksoorten en dansstijlen. Er bestaan Surinaamse kawinamuziek-, Indiase dans- en Antilliaanse salsascholen waar autochtonen dansles volgen. De van Suriname afkomstige Ruth Jacott die in het Nederlands zingt en Nederland op het Europese songfestival vertegenwoordigde en talloze andere allochtone zangers/muzikanten, zijn goede voorbeelden van culturele integratie. In Nederland worden verschillende interculturele festivals gehouden die zeer druk bezocht worden door autochtonen. Ook de meer culturele specifieke festivals zoals het bekende Surinaamse Kwakoe voetbaltoernooifestival in de Amsterdamse Bijlmermeer die tienduizenden bezoekers trekt, de Antilliaanse carnavalsoptocht in Rotterdam, de Pasar Malam (Indisch) in de verschillende steden, worden door autochtonen bezocht.
| |
Kunst: theater/toneel, kleding, esthetische voorkeuren
Er zijn verschillende allochtone kunstenaars, ontwerpers, toneelspelers en theatergezelschappen. Gedacht kan worden aan modeontwerper Fong Leng (Chinese afkomst), beeldend kunstenaar Erwin de Vries en actrice Gerda Havertong (beide van Surinaamse afkomst), architect Balhotra (Indiase afkomst), mime-speler Hakim (Turkse afkomst) en vele anderen zijn tot de ‘mainstream’ doorgedrongen. De veelkleurige kleding en smaak van allochtonen is overgenomen door veel autochtonen. De modetrend van Afrikaans Amerikaanse jongeren (‘casual, oversized look’) wordt doordat gekleurde Nederlanders dat dragen, snel ‘mainstream’ onder autochtonen jongeren. Ook het dragen van sieraden, zoals de neusring, zijn mede onder invloed van allochtonen ‘mainstream’ geworden.
| |
Sporten
Dat allochtonen in de Nederlandse sportwereld
| |
| |
prominent aanwezig zijn en een positieve invloed hebben is niet alleen te meten aan (top)prestaties, maar ook de wijze waarop een bepaalde tak van sport wordt bedreven. Het gaat daarbij onder meer om speelstijl, de omgangsvormen en de manier van optreden. De voetballers Ruud Gullit, Rijkaard en Kluivert en vele anderen dragen vanwege hun andere culturele achtergrond ook bij aan veranderingen in de sportcultuur. Dat geldt ook voor de boksers Demirbas (Turks) en Tuur (Surinaams) en hardloopsters als Cooman (Surinaams). De allochtone topsporters blijven ondanks hun ‘sterstatus’ vaak ‘gewoon’ en houden de sportcultuur als het ware dicht bij de mensen. Ook in de mode, denk maar aan de Gullit rastahaardracht, de jeugdstijlen en dergelijke komen via de sport de allochtone culturele elementen terug. Ook de van oorsprong allochtone sporten zoals verschillende vechtsporten, bijvoorbeeld de pentjak silat (door Indische Nederlanders geïntroduceerd), worden door autochtonen bedreven.
| |
Lichamelijkheid en gezondheid
Bepaalde vormen van de lichamelijke hygiëne (met permissie bijvoorbeeld het dagelijks douchen, maar ook het baden), etno-therapieën, yoga, haarverzorging en dergelijke is mede door allochtonen in het vizier van veel autochtonen gekomen. Medicinale kruiden (de reformwinkels) en lichamelijke technieken zijn geïncorporeerd in een nieuwe ‘körper’-cultuur.
| |
Rituelen/religieuze en spirituele beleving
Allochtonen zijn bijna altijd religieus. Hun spirituele beleving en de rituelen rond geboorte, huwelijk en overlijden hebben bij veel autochtonen een zodanige invloed dat zij ook opnieuw de spirituele en mystieke kanten van het leven leren kennen.
Rouwverwerking, rituelen in verband met begrafenis en crematie worden bij autochtonen gereactiveerd. Er is zelfs een bepaalde invloed op de ontkerkelijking in Nederland. Veel autochtonen worden (opnieuw) religieus. De verschillende moskeeën, hindoetempels en andere religieuze locaties leiden tot verrijking van het religieuze Nederlandse landschap.
| |
Literatuur, taal en wetenschap
Op dit terrein zijn allochtonen minder prominent aanwezig. Slechts enkele schrijvers en dichters van allochtonen
Is een ‘oer’-Hollandse samenleving nog wel mogelijk?
afkomst zijn ‘mainstream’ geworden (één van de rijzende sterren is Hermine de Graaf van gemengd Surinaams Nederlandse afkomst). Er zijn ook enkele bekende allochtone columnisten (zoals Stephan Sanders, Anil Ramdas en anderen), journalisten en recensenten. De allochtone invloed op de Nederlandse taal is echter nog zeer beperkt. Bepaalde Surinaamse woorden en wijze van uitspreken is wel binnen het Amsterdamse Ajax-circuit onder jongeren in de mode. Allochtonen zijn goed vertegenwoordigd in de wetenschappelijke wereld; er zijn bijvoorbeeld een groot aantal Surinaamse medici en technici die bepaalde toonaangevende onderzoeken en innovaties hebben gedaan. De bijdrage van Turkse en Marokkaanse Nederlanders is op deze terreinen nog minimaal.
| |
Sociale en culturele competentieverwerving
Door de aanwezigheid van allochtonen hebben veel autochtonen bepaalde culturele en sociale vaardigheden ontwikkeld. Men heeft geleerd te relativeren, met anderen op een ‘relaxte’ wijze om te gaan en dingen vanuit verschillende optieken te bekijken. Men heeft ontdekt dat iedereen vooroordelen kan hebben en dat morele superio- | |
| |
riteit persoonsgebonden is en niet alleen aan een etnische groep is verbonden. Er heeft reductie van het superioriteitsgevoel plaatsgevonden. Veel autochtonen hebben geleerd minder leeftijdsgericht en ‘hokjes’ gericht te denken. Doordat bij allochtonen vaak door de leeftijdsgroepen heen wordt gecommuniceerd, plezier gemaakt, de zorgen gedeeld en waar nodig ook respect getoond, heeft men kennis gemaakt met andere manieren van samenleven. Elementen daarvan zijn door veel autochtonen geïnternaliseerd. Jovialiteit, humor en soms enige nonchalance hebben geleid tot reductie van stress en zwaarmoedigheid, die door het ‘Hollandse’ klimaat wordt veroorzaakt.
| |
Economische groei en welvaart
Eerst en vooral heeft echter de allochtone aanwezigheid met name in de jaren zestig en zeventig gezorgd voor de economische groei en welvaart. Door hun arbeid hebben de voormalige gastarbeiders gezorgd dat Nederland zich kon ontwikkelen tot een rijk land.
Allochtonen zorgen ervoor dat mede door hun koopkracht, vooral het zogeheten midden- en kleinbedrijf overeind blijft. En het etnisch ondernemerschap zorgt voor vernieuwing in de grote steden. Momenteel is de consumptieve vraag van werkzame minderheden circa 11 miljoen gulden op jaarbasis. De kwantificeerbare invloed van minderheden bedraagt ruim 7% van de totale werkgelegenheid oftewel 420.000 arbeidsplaatsen (zie: Economische betekenis van minderheden voor de arbeidsmarkt, KPMG Bureau voor Economische Argumentatie, Hoofddorp, 1994).
| |
Problemen
Naast al deze positieve invloeden zijn er echter ook etnische problemen in de Nederlandse samenleving en is er sprake van een negatieve invloed. Er is sprake van grotere werkloosheid onder allochtonen, hogere criminaliteit onder allochtone jongeren en onderprestatie, marginalisatie en verloedering in de binnensteden en niet te vergeten racisme en discriminatie.
| |
Hoe nu verder?
De vraag is hoe deze vraagstukken moet worden aangepakt en welk beleid moet worden gevoerd. Ik kies hierbij voor integratie, waarbij ik het multi-etnische karakter van de Nederlandse samenleving bekijk vanuit het perspectief van eigentijds burgerschap. Burgerschap betekent dat men als burger zelf verantwoordelijk is voor de publieke zaak, zelf vormgever is van de omgeving. Het einddoel is volwaardig burgerschap door integratie. Integratie is in dit kader opgevat als het volwaardig (laten) deelnemen en vormgeven aan de (toekomst van de) samenleving.
Bevordering van volwaardig burgerschap moet starten vanuit het multi-etnisch perspectief. Hierbij gaat het om de erkenning dat Nederland bestaat uit verschillende etnische groepen, waarbij de autochtone gemeenschap één van de - zij het dominante - etnische groep vormt. Allochtonen worden erkend als wezenlijk onderdeel van de Nederlandse samenleving en bezitten dezelfde rechten en plichten als autochtonen. Ze moeten niet verworden tot ‘minderheden’ die zorg en extra's behoeven en dus nauwelijks als zelfstandige burgers worden gezien. Het ‘autochtoon’ zijn brengt geen bijzondere preferenties met zich mee, althans ten opzichte van nieuwkomers die eenmaal (juridisch) zijn toegelaten tot de Nederlandse maatschappij. Pas als allochtonen dezelfde rechten en plichten kennen als autochtonen zullen zij de Nederlandse samenleving gaan beschouwen als de hunne. Een samenleving waarbij alle groepen voor verantwoordelijk zijn voor het welzijn van de burgers.
Overigens heeft de Nederlandse overheid zich zeer ingespannen om allochtonen te integreren met name op het vlak van de financiële middelen. Zo wordt jaarlijks bijna een miljard gulden uitgegeven aan het zogeheten minderhedenbeleid. Nederland is wat mij betreft toch nog steeds één van de beste landen van Europa om als allochtoon in te wonen en te werken. |
|