handicap. Er is nog een taal die nog maar door één oud vrouwtje gesproken wordt, en daar zitten dan meteen twintig taalkundigen bovenop...’
Dus toch het cliché van Eskimo's die twintig woorden voor sneeuw zouden hebben?
‘Dat is geen cliché, het zullen er wel geen twintig zijn, maar het is wel een waardebepaling. Het geeft aan hoe groot de rol is die sneeuw speelt in hun cultuur. En zo zit in iedere taal de waarden die gelden in een cultuur. Bot zegt bijvoorbeeld dat iedereen maar tweetalig opgevoed moet worden. Maar tweetalig betekent niet twee-culturig, maar andersculturig! Een mix van twee culturen. Bovendien levert het veel problemen op. Een gemiddeld mens zal er niet zoveel problemen mee hebben, maar ja, gemiddeld is niets meer dan gemiddeld. Daarmee zadel je dus de helft van je bevolking met grote problemen op. Taal is visie én oogkleppen. Als je de taal in het vergeethoek stopt is dat een culturele amputatie.’
U bent door een vereniging met een doelstelling, het ANV, aangenomen. Mag u wel nog wel onafhankelijk denken van die vereniging?
Lachend: ‘Dat lijkt me wel, ja. Ik stel vragen vanuit een academisch oogpunt en dat veronderstelt onafhankelijkheid. Ik ga zeker niet binnen de directieven van een club denken. Die zijn trouwens ook niet gegeven door het ANV. Kijk, ik wil publiceren over de eigenheid van de Nederlandse cultuur, geen hevig nationalisme uitdragen. Ik ben geen rechtse figuur en ik zet mij af tegen blokdenken in iedere betekenis van het woord, dus ook het Vlaams blok, haha.’
Is er behoefte aan het vak wat u gaat geven?
‘Behoefte? Tja, ik vind het een absolute noodzaak, zeker binnen Europese studies. Vanuit Europa is er een druk op de cultuur. Ik verwacht dat zeker onder jongeren vragen zullen leven als “wie ben ik”? Maar of de studenten bij bosjes komen, dat weet ik natuurlijk niet. Er is natuurlijk wel een stroom publikaties over nationalisme, enzo. Er is dus wel een “markt” voor. We spelen in op iets dat leeft.
Het college zal vallen binnen de vrije ruimte die iedere student moet invullen en natuurlijk worden er ook studiepunten aan verbonden, tentamens alles erop en eraan.
Ik verwacht wel veel aandacht voor de cursussen voor anderstaligen. Daar is veel vraag naar.’
Alles erop en eraan, dus ook onderzoek, promoveren en dergelijke?
‘Jazeker, maar dan wel in overleg met Europese Studies. Ik zou dat thematisch willen aanpakken. Wat zijn grenzen, wat is soevereiniteit, hoe staat identiteit tegenover natie. Maar de duur van de leerstoel is vastgesteld voor drie jaar, dus onderzoek is eerst niet aan de orde. Ach, het moet ook multidisciplinair geregeld worden, en hoe pak je dat aan? Toch zou het moeten kunnen dat er gepromoveerd wordt op deze thema's door aioschappen of zelfstandig. Er zijn zoveel fundamentele vragen te beantwoorden.’
Wat vindt u van boekjes als ‘The Undutchables’?
Lacht: ‘Ja, van die boekjes waardoor je in je hemd wordt gezet. Jouw cultuur wordt geïroniseerd en dat is natuurlijk heel herkenbaar. Maar Simon Schama doet dat ook. Of Jonathan Israël, een Engelsman die net een boek over de republiek heeft geschreven. Zij bekijken Nederland vanaf de buitenkant. Maar ook van binnenuit moet er een kijk op de Nederlanden zijn. Huizinga heeft dat eigenlijk voor het laatst gedaan.’
U bent dus van plan te publiceren?
‘Ja, dat hoop ik zeker en dan vanuit Europese Studies. Eigenlijk is de oratie al een eerste aanzet. Je stapt binnen, vertelt wat basisgedachten en op grond daarvan geef je de boodschap dat je hoopt er wat van te bakken.’
Heeft u het stuk al geschreven?
‘Nee, nog niet. Ik ben een deadline-werker, geloof ik. Ik heb teveel informatie over het onderwerp, dat moet ik eerst nog af bakenen. Wel heb ik het onderwerp al vastgesteld, “Kenterende culturele identiteit” gaat het heten. Dat geeft aan dat je culturele identiteit niet alleen maar als een erfenis mag zien maar als iets dat in beweging is, een dynamiek van een verleden met opties voor de toekomst. En wat de functie van taal daarin is, daar besteed ik ook aandacht aan.’