denis de kampioene in het beschrijven van leed-in-het-algemeen.’ Brouwers heeft het over haar ‘geweldige en niet-aflatende geweeklaag’. Zijn analyse van haar karakter luidt: ‘Zij had een infantiele natuur en heeft haar leven lang bij anderen aan de hand gelopen; zodra die hand werd teruggetrokken was zij radeloos, verzonk in depressies en begon te mokken.’ Dit alles maakt Brouwers niet blind voor het grote talent van de ‘enige dichteres van de beweging van Tachtig’. Hij noemt haar: ‘de grootste Nederlandstalige dichteres van een tijdvak van een jaar of vijftig’. In Mechelen was Hélène Swarth uiteraard ook niet gelukkig. In een brief aan Elise van Calcar, dd. 21 januari 1889, schreef ze: ‘Ik leef hier buiten alle letterkundig of artistiek verkeer, in een stil doodsch stadje, vol klank van kloosterklokken. Dat ik mij niet gelukkig voel, hebt gij gelezen in mijne verzen, die de zuivere uiting zijn van wat er omgaat in mijn ziel.’ Een reden voor verdriet in 1889 was voor Hélène Swarth bijvoorbeeld de dood van haar platonische bakvisliefde, de Franstalige Brusselse dichter Max Waller (1860-1889), pseudoniem van Maurice Warlomont. Hij ligt begraven
in het familiegraf op het kerkhof van Hofstade, een buurgemeente van Mechelen. Vier jaar eerder verloor Hélène haar zusje Hilda, 29 jaar oud, ‘na een lange en pijnlijke ziekte’, zoals ds. Quéré in het kerkregister optekende. In haar bundel elegieën ‘Rouwviolen’ waarin ze onder andere Waller herdacht, stond ook het aangrijpende gedicht ‘Haar Graf’, over een bezoek aan de groeve van Hilda.
‘Op 't landlijk kerkhof staat een beeld van steen,
Een Christus, reuzig op zijn Golgotha,
Titanisch lijdend, op zijn rots alleen.
O Christus, schenk mijn doode en mij genâ
En op uw rots, als op een hoogaltaar,
Leg ik de bloemen die ik bracht voor haar’
Op 2 augustus 1893 verloofde Hélène Swarth zich met Frits Lapidoth, die ze in Den Haag had leren kennen. Lapidoth, geboren in Ursem, Noord-Holland, domineeszoon, was kunstcriticus, journalist en correspondent in Parijs. Behalve op het stadhuis werd het huwelijk op 27 februari bekrachtigd in de Nederlandse Hervormde Kerk.
Hélène Swarth vestigde zich op 28 maart in Den Haag. ‘Dan eindigt ook haar lidmaatschap van onze gemeente’, noteert ds. S.H. Fuite in zijn boek ‘In een straat genaamd de rechte’, een kroniek van 150 jaar protestantse kerkgemeenschap in Mechelen Noord.
De dominee vermeldt ook dat Swarth berijmingen voor psalmen en gezangen maakte. ‘Zo is onder meer de tekst van het bekende Gezang 444, “Grote God, wij loven U” van haar hand.’
Vrouwe Stephanie Hélène Swarth, ridder in de Orde van Oranje Nassau, stierf vergeten en verlaten in Velp op 20 juni 1941.
Haar laatste, wellicht zeer tekenende woorden waren: ‘Is de post al geweest?’
Wandelingen die langs plekken lopen die iets laten zien van de wederzijdse uitwisseling tussen Noord en Zuid door de eeuwen heen zijn in. Er bestaat een Nederlandse wandeling door Brussel, ‘Nederlanders aan de Zenne’, en er bestaan reeds verschillende Vlaamse wandelingen door Amsterdam. Onlangs is er ook een Vlaamse wandeling door Haarlem ingelopen. De stadswandeling ‘Nederlands rondje Mechelen’ is uitgestippeld door de plaatselijke ANV-afdeling die ook een bijbehorende brochure uitbrengt. De wandeling brengt de toerist langs zowat alle historische bezienswaardigheden en mooie hoekjes van de stad, maar de grootste aandacht gaat naar die plekken die getuigenis afleggen van intense contacten tussen Mechelen en Nederland, en vice versa.
Van de Vlaamse wandelingen in Haarlem en Amsterdam zijn twee brochures uitgebracht. De boekjes beschrijven de route aan de hand van historische gebouwen, kerken, musea, hofjes, standbeelden en straten met een beschrijving van de geschiedenis en de rol die de Vlamingen daarin gespeeld hebben.
Nederlands rondje Mechelen. Verkrijgbaar: Dienst voor Toerisme van Mechelen; de VTB-VAB en het ANV-kantoor te Putte. f 6,00/Bf 100.
Langs Vlaamse wegen. Haarlem. Verkrijgbaar: VVV te Haarlem en het Vlaamse Cultureel Centrum De Brakke Grond te Amsterdam, waar ook de Amsterdamse wandeling te verkrijgen is. f 2,50.