Een kroniek
Het eeuwfeestjaar kan niet voorbijgaan zonder een terugblik op het verleden. Niet alleen de leden en medestanders van het Verbond, maar ook buitenstaanders zullen ongetwijfeld met belangstelling kennis nemen van het eeuwfeestboek Tussen cultuur en politiek. Het Algemeen-Nederlands Verbond 1895-1995.
De redactie van het verhaal van de stichting en de geschiedenis van het ANV werd door het hoofdbestuur toevertrouwd aan een redactieploeg onder leiding van de Nederlander Pieter van Hees en de Vlaming Hugo de Schepper. Van Hees, ook in Vlaanderen bekend, onder meer door de editie van de briefwisseling van Pieter Geyl, is als universitair docent verbonden aan de vakgroep Geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. De Schepper is hoogleraar Nieuwe Geschiedenis aan de Katholieke Universiteit Nijmegen.
Het jubileumboek heeft een Woord vooraf ondertekend door Aad Nuis, voorzitter, en Jo Ritzen, Luc Van den Bossche en Hugo Weckx, leden van het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie. In het Ten geleide beschrijven de huidige voorzitters André de Beul en Henk Waltmans het functioneren van het ANV als ‘de waakvlam die de saamhorigheid van alle Nederlandssprekenden aanwakkert’. Aan de kroniek hebben vijf auteurs meegewerkt. De inleiding, Ontwikkelingen in de Nederlandse taal en cultuur tot 1895, is van de hand van redacteur Pieter van Hees. De geschiedenis van Het Algemeen-Nederlands Verbond 1895-1940 schreef Frank van Berne. Het Algemeen-Nederlands Verbond 1940-1945 behandelt Pieter van Hees. Voor het stuk over Het Algemeen-Nederlands Verbond van 1945 tot heden tekenen voormalig directeur Geert Groothoff en de huidige voorzitter Nederland Henk Waltmans.
De kroniek, een vrijmoedige en prettig leesbare publikatie, geeft een genuanceerd antwoord op de vraag of het ANV, in de eerste plaats staande in de Nederlandse en Vlaamse samenleving, maar ook elders, zijn taak als cultuurvereniging naar behoren en vermogen heeft uitgeoefend. Het verhaal van de laatste kwarteeuw belicht tevens de wijze waarop het Verbond zichzelf op de komende eeuw heeft voorbereid. Al bij al is blijkens de verantwoording het beschikbare of gebruikte bronnenmateriaal vrij beperkt. Het ANV-archief over de jaren 1895-1941 werd, typerend
voor de huidige verhoudingen in het Verbond, overgedragen aan het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven in Antwerpen. Het lopend archief vanaf 1940 wordt bewaard op het verbondskantoor in Den Haag. Elders zijn nog in beperkte mate archivalia bewaard gebleven.
Je zou als lezer wel wensen dat er bij deze gelegenheid onderzoek geweest zou zijn naar het sociologisch profiel van het doorsnee ANV-lid, en van dat van de keurige heren die voorzitter, bestuurslid of afdelingsbestuurder werden. Dat is in dit overigens boeiende boek bepaald te weinig het geval. De kroniek steunt haast uitsluitend op de notulen van bestuursvergaderingen, briefwisseling en publikaties, vooral in Neerlandia. Het lijdt nochtans geen twijfel dat er voor een auteur die op zoek gaat naar persoonlijke archieven, getuigenissen van tijdgenoten, krantenstukken en memoires nog meer te vertellen is. De heren - een meer fallocratische club kun je je nauwelijks voorstellen: blijkens de lijst van voorzitters en bestuursleden achteraan in het boek heeft zelfs de feministische golf van de jongste kwarteeuw het Verbond niet beroerd - die in het ANV aan bod zijn gekomen, komen niet echt uit de verf. Meer dan bedoeld onthullen naar mijn gevoel nochtans de stijl en het taalgebruik van de verschillende bijdragen in het boek die zo typische ANV-sfeer: veelal keurig, wat afstandelijk, Haags, soms ambtelijk, soms een tikkeltje archaïsch. Een afstandelijkheid die in enerverende tijden vooral Vlaamse ANV'ers, onervaren in het verkeer in spraakmakende kringen, wel eens op de heupen pleegde te werken.