dan ooit hadden de Vlamingen zicht op de kiesstrijd in het politiek meer stabiele Franstalig België. De relatie tussen de verschillende gemeenschappen, de zogenaamde communautaire problematiek, kwam in het debat overigens nauwelijks aan de orde, behalve in een paar slogans van het Vlaams Blok. Die extreem-rechtse partij kwam andermaal op voor een onafhankelijk Vlaanderen, maar legde de nadruk vooral op een afrekening met het door een aantal schandalen in opspraak gekomen politiek bestel: deze opstelling werd door de andere partijen als een keuze voor de ‘antipolitiek’ bestempeld.
Maar die weg zijn de Vlaamse kiezers niet gegaan. Ervaren politici hadden al eerder voorspeld dat verdenking van corruptie geen doorslaggevende rol zou spelen bij de verkiezingen. Toch keken minister-president Jean-Luc Dehaene en de leiders van de grote partijen bijzonder opgelucht naar de bereikte resultaten.
De verschuivingen bleven inderdaad beperkt. De dominante christen-democraten behielden hun positie als grootste politieke familie op federaal niveau, met de CVP zowel in Vlaanderen als landelijk als grootste partij. De Vlaamse socialisten boekten op die rode zondag tegen zowat alle voorspellingen in zelfs vrij forse winst, en ondanks enige achteruitgang van de in Wallonië oppermachtige Franstalige socialisten - met 34 procent zowat de sterkste electorale formatie in West-Europa - was voortzetting van de federale rooms-rode coalitie mogelijk. De liberalen gingen erop vooruit in de beide landsdelen, maar slaagden er noch in het federale parlement noch in de Vlaamse Raad in, om de krapper geworden meerderheid te breken. De score van de Volksunie schiep voor de leiders van deze democratische Vlaams-nationalistische partij duidelijk de voorwaarden (ten minste 300.000 kiezers) om met de verzwakte partij toch door te gaan, zoals zij dat voor de verkiezingsdag hadden aangekondigd. Door de geringe meerderheden die coalities tussen de grotere partijen in de Vlaamse Raad opleveren, zit de Volksunie zelfs in de comfortabele positie niet helemaal gepasseerd te kunnen worden bij de formatie van de nieuwe Vlaamse regering. In een verkiezingsstrijd waarin de milieuproblematiek nauwelijks ter sprake kwam, werden de Groenen van Agalev en Ecolo de slachtoffers van de polarisatie rond de grote problemen van de dag: de werkgelegenheid, de pensioenen, de sociale zekerheid. Het blijkt dat in Vlaanderen heel wat voormalige groene kiezers dit keer de bedreigde socialisten te hulp zijn gesneld.
Het extreem-rechtse Vlaams Blok ging lichtjes achteruit ten opzichte van de Europese verkiezingen, maar kwam toch nog sterker uit de stembus dan op die zwarte zondag in 1991, vooral dankzij betere cijfers in de provinciesteden en op het platteland. Maar in Brussel, de hoofdstad waar zich de communautaire en andere onvrede steeds weer ophoopt, bleek het de tweede grootste Vlaamse partij. De positie van het Blok is geconsolideerd, maar de partij lijkt stilaan haar plafond te hebben bereikt. Helemaal is de kiezersvervreemding toch nog niet voorbij. Verkiezingsonderzoek wijst er nochtans wel op dat de grote partijen er weer in slagen kiezers van het Blok terug te winnen.
In Vlaams-Brabant, in de tweetalige kieskring Halle-Vilvoorde - officieel Nederlands taalgebied in de buurt van Brussel - werd op de Franstalige eenheidslijst UF (Union des Francophones, een kartel van Franstalige socialisten, liberalen en christendemocraten) een vertegenwoordiger van de Franstaligen in de Vlaamse Raad verkozen. Hier rijst al dadelijk een politiek probleem: kunnen de Vlaamse politici in hun eigen parlement een gekozene uit het kamp van de tegenstanders toelaten? Dit wordt dus het eerste agendapunt dat in de Vlaamse Raad ter sprake komt.
Een eigenaardig aspect van deze verkiezingen is de keuze voor de underdog: de sympathie van vooral de Vlaamse kiezer is duidelijk naar de door de justitie geplaagde socialistenleiders en de met verdwijning bedreigde Volksunie gegaan: de verkiezingspropaganda van de beide partijen had ook echt op dat effect gemikt.
De Belgische kiezers, de Vlaamse en de Franstalige, hebben geen zin in avonturen. Zij hebben het beleid dat het rooms-rode kabinet in de voorbije zittingsperiode heeft gevoerd niet afgekeurd. Voortzetting van dat beleid, allicht na enig moeizaam doorhakken van knopen bij het formatieberaad, ligt eigenlijk voor de hand. Een voorzichtige en toch vrij ingrijpende sanering van de verzorgingsstaat ligt in de lijn van de verwachtingen. De staatshervorming kan rustig tot voltooiing komen. Aan het buitenlands beleid dat Vlaanderen, inzonderheid aan de bijzondere relatie met Nederland, tot hiertoe heeft gevoerd, kan rustig worden voortgewerkt.
Joris Dedeurwaerder