trokken worden. Toch rijst ook voor de publieke opinie de vraag of de term ‘anti-Duits’ wel op zijn plaats is. In 1989 onderzocht het ‘Allensbacher Institut für Demoskopie’ het Duitslandbeeld in Zweden, Nederland, Frankrijk, Spanje, Groot-Brittannië en Italië. Op de vraag ‘Wanneer u uw persoonlijke mening buiten beschouwing laat, gelooft u dan dat de meeste mensen in uw land Duitsers mogen of niet?’ koos in Nederland 54% voor het laatste en daarmee scoorden de Nederlandse ondervraagden het hoogste. Nederland heeft met andere woorden van zichzelf het beeld dat het de Duitsers niet mag. Gevraagd naar hun eigen mening over de Duitsers zag het beeld er echter geheel anders uit. Opnieuw stonden de Nederlanders in vergelijking met de anderen bovenaan: nu antwoordde 56% van de ondervraagden dat ze de Duitsers mochten. Een zeker opmerkelijk resultaat, dat aanleiding geeft het beeld van het ‘anti-Duitse’ Nederland op voorhand enigszins te relativeren.
Maar wat hebben de Nederlanders dan toch met Duitsland? Is met de doorgaans nuchtere meningsvorming in de Nederlandse media en een opmerkelijk enquête-resultaat alles gezegd? Zit er in de Nederlandse populaire beelden, in de clichés, niet vaak juist anti-Duits venijn? Meer venijn in ieder geval dan in de stereotiepe beeldvorming over Belgen, Fransen of Britten. Wanneer men op zoek is naar bevestiging van het anti-Duitse Nederland hoopt zich bij oppervlakkige waarneming zeker veel bewijsmateriaal op. Het valt ook niet te ontkennen dat Duitsers door sommige Nederlanders met een heel apart gevoel voor humor bejegend worden. Evenmin dat er betreurenswaardige incidenten plaatsvinden wanneer Nederlanders vijftig jaar na dato menen alsnog in het verzet te moeten gaan. Het is echter te simpel daaruit af te leiden dat Nederland ‘anti-Duits’ zou zijn, laat staan dat van ‘moffenhaat’ sprake zou zijn. Zoekt men naar een samenvattende typering van de vele Nederlandse Duitslandbeelden, dan is het juister om te spreken in termen van ‘ambivalentie’, ‘gevoeligheid’ en een ‘lage pijndrempel’.
De tegenstelling klein-groot, het zware politieke gewicht van Duitsland in Europa, de Nederlandse afhankelijkheid op economisch gebied, op zoveel terreinen voelt Nederland zich de mindere van de grote buur, waarbij steeds de eigen identiteit en zelfstandigheid in het geding lijken te zijn. En wat ligt dan meer voor de hand om juist distantie te zoeken tot diegenen waarvan die afhankelijkheid wordt gevoeld en waarmee men door zoveel draden verbonden is? Tegen deze achtergrond is ook alle ophef die Nederlands-Duitse voetbalwedstrijden steeds weer oproepen niet zo dramatisch, laat staan een bewijs voor Nederlandse moffenhaat. Op de grasmat is het elf tegen elf en Nederland is dan even bevrijd van zijn calimerocomplex.
Deze relativeringen vormen vanzelfsprekend geen oproep tot cultiveringen van de Nederlandse gevoeligheid ten opzichte van Duitsland of een vrijbrief voor internationale botheid. Waar het om gaat is dat wrijvingen of oprispingen er ook bijhoren tussen buren als Nederland en Duitsland en dat het steeds maar weer luiden van de noodklok niets bijdraagt tot inzicht in de achtergronden van die voorgeprogrammeerde spanning. Inzicht daarin zou kunnen leiden tot meer nuchterheid aan beide zijden van de grens en tot een constructiever omgang met wrijvingen die weliswaar vaak vervelend maar zelden ernstig zijn.
Zo bezien is in de Nederlands-Duitse verhouding een zekere mate van spanning voorgeprogrammeerd, waarbij onder invloed van bepaalde gebeurtenissen latente gevoeligheden worden gemobiliseerd die tot erupties kunnen leiden. Dat daarbij ook negatieve clichés naar boven komen, mag men betreuren, maar is in werkelijkheid veel minder tragisch dan vaak wordt aangenomen.
Op een ander punt dienen Nederlanders echter serieus bij zichzelf te rade te gaan en hier komt de actualiteit van het herdenkingsjaar in beeld. Nog steeds hebben velen in Nederland de neiging om het verzet van 1940-1945 op te kloppen tot proporties die weinig van doen hebben met de historische realiteit. Slechts weinigen willen beseffen dat de jodendeportaties uit Nederland