Commentaar
Een dag die historisch genoemd wordt
Op 17 januari 1995 is de relatie tussen Nederland en Vlaanderen in een nieuwe fase getreden. Te weinig opgemerkt door de media in Noord en Zuid werd dat die dag plechtig en feestelijk bevestigd bij de ondertekening, in Antwerpen, door W. Kok, Nederlands minister-president, en L. Van den Brande, Vlaams minister-president, van vijf belangrijke documenten:
1. | de Gemeenschappelijke Verklaring tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Vlaamse regering; |
2. | het verdrag inzake de samenwerking op het gebied van cultuur, onderwijs, wetenschappen en welzijn tussen de Vlaamse Gemeenschap in het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden; |
3. | de verdragen inzake de bescherming van de Maas en de Schelde. |
4. | het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest inzake de verruiming van de vaarweg in de Westerschelde; |
5. | het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vlaams Gewest inzake de afvoer van het water van de Maas. |
De Nederlandse en de Vlaamse regering bevestigen in de Gemeenschappelijke Verklaring de algemene beginselen van goed nabuurschap en vriendschappelijke relaties. Een uitdrukkelijk vermelde factor in de bijzondere relatie tussen beide landen is de gemeenschappelijke Nederlandse taal. De volwaardige erkenning van het Nederlands in de Europese Unie is de beide regering een voorwaarde sine qua non voor verdere ontwikkelingen in ‘deze rechtsgemeenschap’. Het zijn de nauwe banden tussen Vlaanderen en Nederland die de twee regeringen ertoe inspireren de ‘goede bestaande’ samenwerking op het vlak van onderwijs, cultuur, wetenschappen en welzijn te intensiveren en daartoe het Cultureel Verdrag te ondertekenen. De activiteiten die daarvan het gevolg zijn zullen zoveel als mogelijk op het beleid van de Nederlandse Taalunie worden afgestemd.
De Gemeenschappelijke Verklaring verwijst dan naar de ondertekening van de verdragen inzake Maas en Schelde en van het Scheldereglement, en naar de afspraken die op 1 december in Den Haag werden gemaakt inzake de tracékeuze voor de HST tussen Antwerpen en Rotterdam.
De regeringen willen voortgaan met de samenwerking inzake milieu, ruimtelijke ordening, openbare werken, zeehavens, vervoer, economie en werkgelegenheid, welzijn, technologie en wetenschappelijk onderzoek tussen Nederland en Vlaanderen. Zij spreken zich ook uit voor intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking tussen de Vlaamse en Zuidnederlandse provincies, gemeenten en andere decentrale overheden.
De Nederlands-Vlaamse samenwerking wordt uitdrukkelijk in het kader van de ontwikkeling van de Benelux en de Europese Unie geplaatst.
17 januari 1995 rijt zich in de dagen die historisch genoemd worden, schreef J.L. Heldring in NRC-Handelsblad van 31 januari. Hij noemt de ondertekening terecht de bezegeling van de internationale rol van Vlaanderen en als zodanig een -ook door de Franse regering, met haar fijne neus voor machtsverschuivingen aan haar grenzen, geacteerd- novum.
Joris Dedeurwaerder