Computers herkennen onze taal niet
Naar de mening van dr. L. Boves wordt het Nederlands als cultuurtaal ernstig bedreigd. Deze uitspraak deed hij ter gelegenheid van zijn aanvaarding van de benoeming tot hoogleraar aan de universiteit van Nijmegen. Hij bezet daar de bijzondere, door de Koninklijke PTT Nederland ingestelde leerstoel ‘spraaktechnologie en haar toepassingen’.
De achtergrond van deze uitspraak is het feit dat in de volgende eeuw de informatietechniek een uiterst belangrijke rol gaat spelen. In dat kader is het van wezenlijk belang dat computers taal en spraak herkennen. Helaas blijkt ons land op dat gebied achter te lopen bij de buurlanden. Dr. Boves geeft de Nederlandse overheid dan ook in overweging een ‘inhaalprogramma’ op te zetten; daarvoor hoeft slechts aangehaakt te worden bij een initiatief dat in Vlaanderen al genomen is. Dr. Boves is ervan overtuigd dat de toekomst is aan computers die in staat zijn een gesprek te voeren. In het buitenland is men op deze weg al een flink eind gevorderd. Maar aan Nederlanders blijken dergelijke computers niet besteed te zijn; dat is zelfs niet het geval als
ze zeer goed Engels spreken en wel als gevolg van het accent dat hen daarbij parten speelt.
Ter oplossing van dit probleem moet gewerkt worden aan een computer die onze taal wél herkent. In dat verband is de PTT bezig met het opnemen van de spraak van 5000 mannen en vrouwen verspreid over het hele land en afkomstig uit alle sociale geledingen van de maatschappij. Deze opnamen worden gebruikt voor het bouwen en verbeteren van toestellen die spraak herkennen.
Deze ontwikkeling moet het mogelijk maken dat in de toekomst allerlei diensten die nu nog door een telefoniste verricht worden door een computer worden overgenomen. Het laat zich verstaan dat het zeer tot schade van onze taal zou zijn als deze boot gemist wordt. Vandaar dat dr. Boves zich verplicht heeft gezien fors aan de alarmbel te trekken. Het is te hopen dat dit signaal is opgevangen. (mh)