Nederlands in trek
De Kreis Borken, net ten zuidoosten bij Winterswijk over de grens gelegen, verrichtte eind vorig jaar een onderzoek naar de behoefte aan het leren en beheersen van vreemde talen bij 525 midden- en kleine bedrijven en 274 bedrijven uit de industriële sector. Het Nederlands komt daarbij als eerste uit de bus. In het midden- en kleinbedrijf wordt in 65% van de bedrijven zeer regelmatig tot dagelijks Nederlands gebruikt, in de industriële sector in 45% van het aantal bedrijven.
Het onderzoek werd gedaan door het kreisbestuur samen met de kamer van koophandel en het bedrijfsleven. Uit het onderzoek blijkt tevens dat de bedrijven bereid zijn hun medewerkers in de gelegenheid te stellen de nodige talencursussen te laten volgen. Dit betekent dat er op vele nieuwe plaatsen lessen moeten worden opgezet. Ook beginnen vele lagere scholen al met het geven van lessen Nederlands, om de kinderen spelenderwijs met de Nederlandse taal vertrouwd te maken, waarmee men door de nabijheid van Nederland toch al regelmatig in contact komt. Op scholen voor voortgezet onderwijs en het beroepsonderwijs kan eveneens het Nederlands als vak gekozen worden, terwijl enkele gymnasia daarnaast sommige vakken, zoals aardrijkskunde of geschiedenis, in het Nederlands geven.
De passieve kennis van het Nederlands is reeds wijdverbreid. De overeenkomst tussen het plaatselijke Duitse dialect en de Nederlandse variant in hetzelfde grensoverschrijdend gebied maakt dat begrijpelijk. De handels- en toeristische contacten ‘vervolmaken’ de behoefte. De belangstelling voor het Nederlands in de grensgebieden, vanaf Emden in het noorden over Bentheim en Lingen zuidwaarts naar Münster en
Xanten in het Rijnland. Ook in de belangstelling bij het ANV. Excursie van de werkgroep grensgebieden in 1992 (foto E. Verbrugh)
het Rijnland, vormt tevens voor een groot gedeelte de voedingsbodem voor de Neerlandistiek op universitair gebied in de Bondsrepubliek.
Universiteiten als Oldenburg, Münster, en Keulen en verderaf gelegen Berlijn en Leipzig herbergden vorig jaar rond 2000 studenten Nederlands. Ook dit aantal weerspiegelt de levendige belangstelling voor het Nederlands bij onze oosterburen. Het ANV en de Nederlandse Taalunie steunen deze Neerlandistiek, de Taalunie op universitair vlak, het ANV op het niveau van het middelbaar onderwijs met colloquia, boekenzendingen en het leveren van lesondersteunend materiaal. De werkgroep Leraren in de ons omringende grensgebieden (zie het ANV-jaarverslag dat steeds in Neerlandia nr. 3 van elke jaargang verschijnt) verzorgt deze taak.