| |
| |
| |
Studiedag!
Een toekomst voor het Nederlands in Europa!
door Rik Nauwelaerts, ANV-secretaris Vlaanderen
Op 23 oktober 1993 vond te Brussel in het Eastmangebouw van het Europees parlement een studiedag plaats, die het handhaven en verdedigen van het Nederlands binnen de Europese Unie als thema had. ‘De toekomst van het Nederlands in de Europese Gemeenschap’ werd georganiseerd door het Bureau voor België en het Bureau voor Nederland van het Europees Parlement, i.s.m. de Nederlandse Taalunie, de Vlaamse Culturele Koepel VCK en het Vlaams Economisch Verbond.
| |
Voormiddag
De ochtendzitting werd voorgezeten door Louis Vanvelthoven, voorzitter van de Vlaamse Raad, de middagzitting door Hedy d'Ancona, Minister van WVC in Nederland.
Richard Celis, voorzitter van VCK, verwelkomde de talrijke belangstellende aanwezigen uit Vlaanderen, Nederland en van elders. Hij sprak de verwachting uit dat dit colloquium een stempel zou drukken op het gezamenlijk optreden van (alvast) Vlaanderen en Nederland inzake taal en cultuur in Europa en in de wereld.
| |
Een kordate houding gewenst
Prof. dr. Roland Willemyns van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) hield een referaat over ‘Het Nederlands in het licht van de integratie van Nederland en Vlaanderen’. Hij was de mening toegedaan dat men voor het Nederlands iets kan bereiken als men ook iets wil bereiken. Zowel Nederlanders als Vlamingen hebben ‘hun interesse’ voor het Nederlands: zij stellen niet altijd dezelfde prioriteiten in dat verband. Het belang van de culturele uitstraling van het Nederlands wordt door velen in de Lage Landen zeer sterk onderschat.
Forumleden V.l.n.r.G. Janssens, M. Galle, J. Vandemeulebroucke, A. de Beul. Op de foto ontbreekt mw. M. Thyssen.
Het komt er dus vooral op aan dat wij mechanismen en attitudes ontwikkelen, die het Nederlands als middelgrote Europese taal de plaats doet innemen waar het ook in de Europese Unie recht op heeft.
| |
Taalunie
In haar referaat over ‘De geïntegreerde politiek van de Nederlandse Taalunie t.a.v. het taalgebruik in de Europese gemeenschap’ wees Greetje van den Bergh, secretaris-generaal van de Nederlandse Taalunie, op het belang de trein van de taaltechnologie niet te missen. De kosten, die de kleinere talen - niet de grotere(!) - zelf moeten dragen, kan de Taalunie alleen niet aan. Nederland en Vlaanderen, let op uw zaak!
| |
De Europese instellingen
Guido Naets, woordvoerder van het Europees parlement, sprak over ‘De huidige rol en functie van het Nederlands in de Europese instellingen’. Hij verwees niet zonder humor naar de taalwaanzin in het Europees parlement en naar de praktische bezwaren en de financiële problemen die gepaard gaan met de talen. Dat niet elke binnenskamerse verzuchting simultaan vertaald moet worden vonden de deelnemers aan het colloquium vrij normaal. Maar er bestond wel grote eensgezindheid om te stellen dat Europa niet alleen het Nederlands moet aanvaarden ‘in het openbare restaurant maar tevens in de keuken’. Gedurende twintig jaar was het Nederlands de kleinste van de vier officiële talen, nu zesde van de negen officiële talen van de Unie. Het spreek vanzelf, beklemtoonde Naets tot slot, dat er maar één Nederlands is en dus geen ‘Vlaams’ naast het Nederlands.
| |
Namiddag
Minister Hedy d'Ancona gaf in haar inleidende toespraak toe dat de zorg om eigen taal tot voor kort in Nederland niet erg gevoelig lag. Maar toen onderwijsminister Ritzen de idee opperde om in een deel van het onderwijs het Engels als voertaal te hanteren, kwam er een zo felle reactie dat de minister moest inbinden.
| |
| |
| |
Taalrangschikking
Zij verleende het woord aan prof. dr. U. Ammon, hoogleraar aan de Universiteit van Duisburg, die een referaat hield over ‘On the state of the official languages within the European Community’. In het Engels dus, waartegen geprotesteerd werd door een aantal deelnemers. ‘De negen officiële talen van de EG delen hetzelfde wettelijk statuut binnen de politieke organen van de EG. Toch varieert hun reële status of hun functie sterk; eerst en vooral binnen de politieke instellingen van de EG zelf maar ook daarbuiten’, betoogde en belichtte hij dat verschil aan de hand van gegevens, die toelaten de negen officiële talen te rangschikken volgens verschillende graadmeters.
| |
Het bedrijfsleven
Walter Verbeke, adviseur bij het Vlaams Economisch Verbond (VEV), behandelde de ‘Taal en bedrijfsleven’. Hij herinnerde eraan hoe Vlaanderen reeds van vroeger lange tijd werd geconfronteerd met het gebruik van het Frans in de sociale betrekkingen tussen werkgevers en werknemers. Dat gegeven tekende zich trouwens duidelijk af in de hele ‘Vlaamse’ samenleving, ook in het onderwijs. Deze problemen werden mede door de taalwetgeving in grote mate opgelost maar verdwenen niet volledig. Tevens kwam het Engels opzetten! Spreker
Informeel gesprek met minister d'Ancona
verwees naar de cultuurparagraaf in het verdrag van de Europese Unie (Maastricht). Het is essentieel dat kleinere taal- en cultuurgemeenschappen op dat gebied een meer offensief beleid voeren. Slechts op die manier kan de culturele identiteit en verscheidenheid in de Europese gemeenschap bewaard worden.
| |
Panel
Het panelgesprek werd geleid door Guy Janssens van BRTN. Hieraan namen deel: Marc Galle, Jaak Vandemeulebroucke, Marianne Thyssen, Europese parlementsleden, en André De Beul, Algemeen voorzitter van het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV). Deze laatste benadrukte o.m. dat het behoud van de eigen identiteit, van de eigen cultuur voor het bestaan en het zelfrespect van ieder individu en bij uitbreiding van ieder volk een conditio sine qua non is.
| |
Het Europa van de culturen
Minister-president van de Vlaamse Regering, Luc Van Den Brande, bevestigde in zijn slottoespraak, dat wij de positie van het Nederlands in Europa moeten handhaven en verdedigen. Taalverscheidenheid is rijkdom voor Europa. Samen met Nederland moet Vlaanderen de Nederlandse taal en cultuur bevorderen. Alleen een Europa van de culturen is een democratisch Europa, zo besloot Van den Brande zijn betoog. |
|