De commissaris vertelt...
Onze Vlaamse lezers zullen ongetwijfeld in de laatste tijd via kranten en de televisie-uitzendingen vernomen hebben, dat de Amsterdamse hoofdcommissaris van politie, drs. E. Nordholt - figuurlijk uitgedrukt - een steen in de Haagse Hofvijver wierp, met de openbare verklaring ‘de georganiseerde misdaad infiltreert ook in de politiek’. Wat de kern van de zaak betreft, vielen de Amsterdamse hoofdofficier van justitie, mr. Vrakking en de hoofdstedelijke officier van justitie, mr. Van Capelle de hoofdcommissaris bij. De laatste had tevens de steun van zijn directe chef, burgemeester Van Thijn. Mr. Vrakking noemde enkele feiten, mr. Van Capelle hield advocaten, notarissen en accountants voor hun beroepsgeheimen en andere erecodes onder de loupe te nemen, om niet in drijfzand te verzinken. Daar kwam het in het algemeen op neer.
De golven klotsen in de Hofvijver. Onsteltenis in politiek Den Haag, vermengd met onrust en bij sommigen met misnoegen. De Amsterdamse hoofdcommissaris werd de kop van Jut. Er waren geen feiten genoemd. De voorzitter van de Tweede Kamer, drs. Deetman wilde uitleg van de minister van justitie, dr. Hirsch Ballin, want ‘de politiek was in discrediet gebracht’. Een tikkeltje merkwaardig. Misschien was het, gelet op het gebeurde, eerder omgekeerd het geval. Want de kamerleden, de één meer en de ander minder, maar zeker de fractievoorzitters die deel van de commissie voor de binnenlandse veiligheid uitmaken, kunnen beter weten. Het kamerlid P. Stoffelen, deskundige op dit gebied, bekend om zijn rapporten in Europees verband, achtte het signaal van de hoofdcommissaris juist. Trouwens de parlementariërs weten ook, dat in het jaarverslag over 1991 van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) melding werd gemaakt van pogingen uit Suriname om Nederlandse overheidsinstellingen binnen te dringen. Vier jaar eerder zei de procureur-generaal van het hof van 's-Hertogenbosch, ‘wat de bestrijding van de zware misdaad aangaat, is het vijf voor twaalf’. Minister Dales van binnenlandse zaken en minister Hisch Ballin van justitie schreven in een nota, dat de georganiseerde misdaad ‘behoort tot de grootste sectoren van de Nederlandse economie, met een jaarlijkse omzet van tien miljard gulden’. Mr. Korthals, indertijd minister van Justitie bond de strijd aan en zijn opvolger, de huidige bewindsman heeft dit beleid krachtdadig voortgezet met het aandragen van tal van wettelijke bepalingen. Het heeft effect gehad. De politiek boekte resultaten met de opsporing van lieden die zwart geld ‘witwassen’. Het contrôlebureau van de Amsterdamse Effectenbeurs wist een effectenkantoor, dat zich daarmee inliet, aan de kaak te stellen. Het kantoor ging failliet.