Conferentie ‘De Nederlanden nu’ 's-Hertogenbosch 13 mei 1993
De Taalunie toekomstgericht
De positie van het Nederlands in Europa wordt door de economie bepaald.
Dit was een van de stellingen die op de jaarlijkse conferentie ‘De Nederlanden Nu’ van het Algemeen-Nederlands Verbond ANV in het provinciehuis van Den Bosch werd verdedigd door prof.mr. dr. A. Postma, lid van de Eerste Kamer. Economische macht en sociale verhoudingen zijn doorslaggevend voor de plaatsbepaling van het Nederlands. Daarom moeten het comité van ministers en de adviesraad van de Nederlandse Taalunie worden versterkt met vertegenwoordigers van andere disciplines dan taal en cultuur. De Taalunie moet verder kijken dan haar literaire neus lang is. Bevordering van de Nederlandse taal graag met de Taalunie als het kan, maar zonder haar als het moet!
Kamervoorzitter drs. W.J. Deetman betoogde, evenals de Vlaamse senator Suykerbuyk, dat de Nederlandse Taalunie voor Nederland en Vlaanderen een instrument is om op een zelfbewuste manier een gemeenschappelijk buitenlands beleid te voeren. De Taalunie is geen uitvoerend orgaan, maar heeft iets supra- nationaals en moet beleid voeren, gericht op de presentie en de presentatie van het Nederlandse taalgebied in het buitenland als bijdrage aan een economisch weliswaar één, maar cultureel pluriform Europa. Géén van de grotere talen in Europa heeft een meerderheid en de betekenis van het Engels in de wereld heeft zijn hoogtepunt al weer gehad.
Prof. dr. H. Vekeman, hoogleraar Neerlandistiek in Keulen, bepleitte verbreding van de Neerlandistiek in het buitenland tot Nederland- en Vlaanderenkunde. Naast aandacht voor de positie van het Nederlands
vlnr: De inleiders prof. dr. H. Vekeman, prof. mr. dr. A. Postma, senator H. Suykerbuyk en kamervoorzitter drs. W.J. Deetman. Naast hem de conferentievoorzitter A. de Beul. Naast deze mw. drs M. van den Bergh, algemeen secretaris van de Taalunie. (foto J. van Hoorn)
in de EG moet de Taalunie zich vooral richten op die landen in de wereld waar het Nederlands van oudsher een rol speelt: Suriname, Antillen, Indonesië, Zuidelijk Afrika. Overal in de wereld is belangstelling voor het Nederlands. Het komt er op aan dat de Taalunie meer geldmiddelen ter beschikking krijgt. De politieke wil daarvoor moet geleverd worden door een veel grotere bekendheid van de Taalunie in brede lagen van de bevolking.
Een levendige discussie tussen de sprekers, een forum met daarin o.a. de nieuwe algemeen secretaris van de Taalunie mevrouw M. van den Bergh en de zaal besloot de bijeenkomst.
De ANV-conferentie werd bijgewoond door de ambassadeur van Suriname, de heer Ramkisor, door vertegenwoordigers van de ambassadeurs van België en Zuid-Afrika, van de ministeries van Cultuur en Onderwijs, door de culturele attachés van Nederland en België, alsmede door een talrijk publiek, waaronder vertegenwoordigers van vele verenigingen en organisaties op taal- en cultureel gebied uit Nederland en Vlaanderen.
De stellingen die verdedigd werden luiden:
STELLING te verdedigen door
- | Prof. mr. dr. A. Postma |
- | lid Eerste Kamer der Staten-Generaal |
- | lid Interparlementaire Commissie Nederlandse Taalunie |
De Nederlandse Taalunie heeft een te eenzijdige visie op het functioneren van de Nederlandse taal, omdat deze te eenzijdig literair gezien wordt.
Mitsdien zullen belangrijke ontwikkelingen buiten de Taalunie om plaatsvinden.
STELLING te verdedigen door
- | H. Suykerbuyk, senator |
- | ondervoorzitter van de Vlaamse Raad |
- | lid Interparlementaire Commissie Nederlandse Taalunie |