Standaardisatie
De conclusie ten aanzien van het bovenstaande kan volgens ons niet anders zijn dan dat Nederland en Vlaanderen weliswaar behoren tot hetzelfde taalgebied, maar vooralsnog niet tot dezelfde taalgemeenschap. Op dit moment lijken zich in velerlei opzichten aan weerszijden van de grens in brede lagen van de bevolking veeleer eigenstandige standaardisatieprocessen voor te doen. In hoeverre een daadwerkelijke taalgemeenschap van Nederland en Vlaanderen in de toekomst zal worden gerealiseerd, valt op dit moment niet te voorspellen, zoals we ook in ons boek hebben aangegeven. In ieder geval zal dat alleen maar mogelijk zijn, wanneer degenen die daar invloed op kunnen uitoefenen zich sterker laten leiden door
Is het gebruik van het Nederlands in Groningen (links, Martinitoren) en bijvoorbeeld Limburg (rechts) door het toebehoren tot Nederland over en weer zodanig gelijk en terzelfdertijd zodanig afwijkend van een Nederlandstalige provincie in België, dat inderdaad binnen Nederland, met weliswaar een grote regionale variatie, daadwerkelijk van één gemeenschap moet of kan worden gesproken?
(foto's J. van Hoorn)
argumenten van haalbaarheid dan door argumenten van wenselijkheid: een taalgemeenschap wordt geconstitueerd door taalgebruikers, niet tot stand gebracht door ‘wishful thinkers’ of beleidsmakers. Aan een gemeenschappelijke taalgemeenschap, waar wij voorstander van zijn, moet heel concreet en praktisch gewerkt worden. Daarbij dient dan wel zo realistisch mogelijk te worden uitgegaan van haalbaarheidsargumenten en van de alledaagse taalwerkelijkheid zoals die nu bij de taalgebruikers bestaat en door ons is beschreven.
In Taaldidactiek aan de basis hebben we, zij het wellicht te kort, in de context van het Nederlandse onderwijs en vanuit een sociolinguïstisch perspectief willen aangeven hoe de ‘taalrelatie’ van Nederland en Vlaanderen er op dit moment uitziet, niet meer dan dat. We menen dat we met onze beschrijving recht hebben gedaan aan de realiteit maar we weten ook dat sommigen een en ander wellicht anders (zouden willen) zien. De situatie in Vlaanderen (en Nederland) hebben we naar ons oordeel realistisch en hoffelijk, en vooral met respect voor de ontwikkelingen in Vlaanderen, beschreven.’
Tot zover de eindredactie van Taaldidactiek aan de basis.