Prijs der Nederlandse Letteren 1992
De driejaarlijkse Prijs der Nederlandse Letteren is toegekend aan de Vlaamse auteur Christine D'haen. De Prijs der Nederlandse Letteren werd in 1956 ingesteld en ressorteert sedert 1986 onder de Nederlandse Taalunie. De prijs is bedoeld ter onderscheiding van een auteur van oorspronkelijk in het Nederlands geschreven letterkundig werk. De prijs kan worden toegekend voor het gehele oeuvre van de schrijver, of voor een geschreven werk behorende tot de genres poëzie, verhalend proza of drama.
De jury is eenstemmig van oordeel dat ditmaal aan Christine D'haen de Prijs der Nederlandse Letteren moet worden uitgereikt. In de Nederlandstalige poëzie onderscheidt het werk van Christine D'haen (Gent 1923) zich door een onmodieuze volstrekt eigenzinnige toon en thematiek. De dichteres inspireert zich op een lange Westeuropese traditie waarvan zij de klassieke vormentaal op een persoonlijke manier weet te verfijnen en waarvan zij de antieke mythes vervormend integreerd in haar moderne, vrouwelijke leefwereld. De sterk bewerkte, archaiserende taal en stijl, kenmerkend voor een klassieke poetica, worden op een vormbewuste, maar tegelijk verrassend originele, on-traditionele manier gehanteerd.
Christine D'haen is sinds de instelling van de prijs in 1956 de dertiende laureaat. De eerste laureaten waren:
Herman Teirlinck (1956), Adriaan Roland Holst (1959), Stijn Streuvels (1962), Jacques Bloem (1956), Gerard Walschap (1968), Simon Vestdijk (1971), Marnix Gijsen (1974), Willem Frederik Hermans (1977), Maurice Gilliams (1980), Lucebert (1983), Hugo Claus (1986) en Gerrit Kouwenaar (1989).
De voordracht is opgemaakt door een jury die werd ingesteld door