De Watenberg-abdij
door Marten Heida
Een blikvanger op de Watenberg is sinds enkele jaren weer een werkende molen; dank zij het ingrijpen van de Vereniging van Noordfranse molenvrienden kon de molenstomp gerestaureerd worden, waardoor dit bouwwerk weer de moeite van het aanzien waard is. Maar ondanks deze bijzonder goed geslaagde restauratie blijft toch de torenruïne op deze Vlaamse berg dé blikvanger in deze omgeving. Dat is trouwens niet iets van deze tijd; in feite heeft deze ruïne haar bestaan tot op de dag van vandaag daaraan te danken. Toen in de jaren na het uitbreken van de Franse Revolutie (14 juli 1789) sporen van vernieling door het Franse land werden getrokken, waarbij in het bijzonder de gehate symbolen van de oude machten (waaronder ook de abdijen vielen) het moesten ontgelden, liet men de toren, weliswaar zwaar geschonden, staan. Daardoor kon dit bouwwerk de taak blijven vervullen, die het al eeuwen lang was toebedacht, te weten een landmerk te zijn voor de op zee vertoevende vissers.
De voormalige abdij op de Watenberg is een indrukwekkende geschiedenis rijk. Tot de bouw werd in 1072 besloten door de Vlaamse graaf Robrecht de Vries. Met deze opdracht bezorgde hij de reguliere kannuniken van de Augustijnerorde een passend onderkomen. In de tijd van de godsdienstige troebelen in de tweede helft van de 16e eeuw werd het complex door de Geuzen geplunderd (1566), om dertien jaar later te worden afgebrand door de rondtrekkende bende van een zekere François de la Noue. De monniken vonden een veilig heenkomen binnen de muren van Sint-Omaars. Dit vertrek was definitief, want vanaf 1608 werden de indrukwekkende gebouwen geheel bewoond door Engelse Jezuïeten, die het hadden ingericht als college. Als zodanig heeft het gefunctioneerd tot 1768; in dat jaar hielden de Engelsen het voor gezien en kwam het gebouwenbestand in het bezit van het bisdom Sint-Omaars. De toen residerende bisschop liet het volgens hem noodzakelijke afbreekwerk uitvoeren; hij had blijkbaar grote behoefte aan een buitenverblijf. Dat werd ter plekke opgetrokken met gebruikmaking van het ter beschikking gekomen bouwmateriaal. Uit dezelfde tijd dateert ook de kerkvorstelijke boerderij. Beide gebouwen werden in 1792 als nationaal goed onder de hamer gebracht. Tussen twee haakjes: in de jaren volgend op 1788 heeft de leider van de Hollandse patriotten in dit bisschoppelijk buitenverblijf een onderkomen gehad.
Aan de ruïne als die van de toren van de voormalige abdij op de Watenberg kan men tot op de dag van vandaag niet voorbij kijken. Hierboven had ik het al over de eeuwenlange blikvangerfunctie. Maar dit
overblijfsel heeft zo lang het heeft bestaan sterk tot de verbeelding gesproken. Men zou zo graag het verleden van deze steenklomp willen ontsluieren om zo een beeld te kunnen krijgen hoe er ooit binnen de muren geleefd, gebeden en gewerkt is. Als aanzet daartoe heeft de plaatselijke historische kring ‘Les Amis du Vieux Watten et de sa Région’ een onderzoek ingesteld. Met grote nauwgezetheid is het terrein door Philippe Decroix verkend. Op grond van zijn bevindingen heeft hij de vermoedelijke omvang van de voormalige abdij kunnen vaststellen. Op een zeer uitvoerige wijze heeft hij van deze werkzaamheden verslag gedaan dat onder het opschrift ‘L'Abbaye de Watten’ is uitgegeven als speciaal nummer van het ‘Bulletin’ van de hierboven al genoemde geschiedkundige vriendenkring.
Wie kennis wil nemen van een brok kerkelijk verleden uit het zuidelijkste deel van de Nederlanden kan niet om deze brochure heen. Wel moet ik er de opmerking aan toevoegen dat men een behoorlijke kennis van de Franse taal moet hebben, wil men zich de inhoud van dit document eigen kunnen maken. De ‘toonzetting’ is allesbehalve populair; maar dat mag van een geschrift dat bol staat van de meest uiteenlopende bouwkundige uitdrukkingen ook niet verwacht worden. De geschiedkundige vriendenkring van Waten (de Franse naam is Watten; het dorp is ontstaan bij een doorwaadbare plaats in de Aa) verdient het gefeliciteerd te worden met dit initiatief. Ze heeft daardoor bijgedragen tot verbetering van het zicht op het deel van de geschiedenis van de Nederlanden in een tijdperk dat de abdijen een uitzonderlijk belangrijke rol speelden.
Philippe Decroix: L'Abbaye de Watten
36 blz. Fr. fr. 45 (inclusief verzendkosten)
Besteladres: Jean-Luc Avert
1, rue de l'Eglise
F-59143 Watten
Postrekening: Lille 4785 36 T