| |
Regio
Registratie van familiewapens in Vlaanderen
Bij wetsvoorstel d.d. 1 juli 1991 wordt aan de Vlaamse Raad voorgesteld om in aansluiting op de wet van 28 januari 1977, waarbij de vaststelling van het wapen en de vlag van de gemeenten werd geregeld, thans ook een wettelijke regeling vast te stellen voor het toekennen en erkennen van familiewapens voor niet-adellijke personen.
Tot nog toe werden in Vlaanderen niet-adellijke familiewapens geregistreerd door het Heraldisch College, een privé-instelling, in 1973 opgericht door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde. Toenmaals werd met dit initiatief ingespeeld op de groeiende belangstelling voor de heraldiek in het algemeen en de familiewapens in het bijzonder. Nederland was Vlaanderen daarin voorgegaan toen in 1971 het Centraal Bureau voor Genealogie te Den Haag de mogelijkheid
Vlaams Cultureel Centrum De Brakke Grond 10 jaar.
Het tweede lustrum van het VCC en de oplevering van een vernieuwde Nes in Amsterdam gaven aanleiding tot feestelijke toespraken. Burgemeester E. van Thijn stelde op 29 oktober officieel een fontein in werking na de openingswoorden van de voorzitter van de stichting ReNESsance, de heer F. Bolkestein (rechts achter de burgemeester).
openstelde om familiewapens in een wapenregister op te nemen.
Het Vlaamse initiatief tot wettelijke regeling is zeer te prijzen, omdat een officiële en wettelijke regeling uiteraard te verkiezen is boven een registratie door privé-instellingen. Wellicht vindt dit Vlaamse initiatief navolging in Nederland.
Er wordt overigens onderscheid gemaakt tussen oude en nieuwe familiewapens. Een oud familiewapen betreft een familiewapen dat reeds vóór 1 oktober 1795 door de betrokken familie werd gevoerd. Deze datum is ingevoerd, omdat op 1 oktober 1795 (9 Vendémiaire van het jaar IV) België door Frankrijk werd geannexeerd. Op grond van het feit dat ‘l'Assemblée nationale détruit entièrement le régime féodal’ werden ook alle tot dan toe geldende bepalingen inzake familiewapens en vlaggen opgeheven. Voor de
| |
| |
adellijke familiewapens kwamen er al vroeg nieuwe wettelijke regelingen tot stand. Het is nu voor het eerst sinds 1795 dat er een wetgevend initiatief wordt genomen inzake niet-adellijke familiewapens. Volgens het voorstel kunnen natuurlijke personen de erkenning vragen van hun oorspronkelijke familiewapen. Deze erkenning en de ermee gepaard gaande registratie en publikatie betekent dan een wettelijke bescherming van het gekozen wapen.
Evenzo kan een nieuw familiewapen worden toegekend en erkend. Om voor erkenning in aanmerking te komen, moeten de wapens heraldisch verwoord zijn.
Voor familiewapens die reeds eerder werden geregistreerd door het Heraldisch College van de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde geldt een vereenvoudigde procedure voor erkenning.
Personen die onrechtmatig een erkend wapen voeren worden gestraft met een gevangenisstraf van 8 dagen tot 6 maanden en/of een geldboete.
Aldus de voorstellen. Het vervolg wordt met belangstelling tegemoet gezien, (jfkkn).
Enkele voorbeelden van familiewapens.
| |
Euregio Scheldemond
De provincies Zeeland, Oost- en West-Vlaanderen hebben een gemeenschappelijk projectenprogramma opgesteld en, dit ter verkrijging van geldelijke steun, aan de Europese Gemeenschap te Brussel aangeboden.
Die samenwerking richt zich op aan de grens gelegen gebieden en bestrijkt een breed terrein zoals verkeer, media, landbouw, toerisme en milieubeheer. Het programma beloopt een periode van drie jaar en omvat een bedrag van bijna acht miljoen gulden. Daarvan zou de helft door de Europese Gemeenschap moeten worden opgebracht. De rest moet komen van provincie en rijk. Verder wordt op bijdragen van bedrijven gehoopt.
Dit jaar zouden nog acht projecten van de grond kunnen komen. Zo wil men bekijken in hoeverre de havens van Gent en Terneuzen de handen ineen kunnen slaan. Daarvoor is een bedrag van een kleine half miljoen gulden uitgetrokken. Verder wil de Euregio Scheldemond zich voortaan presenteren op ‘Flanders Technology’ in Gent. De plannen tot nauwere samenwerking zagen het licht in november 1989 toen de commissaris der Koningin met de gouverneurs van Oost- en West-Vlaanderen - een regio met een bevolking van ongeveer 1,8 miljoen mensen - een overeenkomst ondertekenden. Tal van andere regio's, zoals Oost-Groningen met zijn hoge werkloosheid, wisten al veel eerder EG-fondsen aan te boren. Zeeland was echter relatief welvarend. Met het oog op ‘1992’ en de verreikende gevolgen daarvan willen de provincies de boot niet meer missen.
Zowel van Nederlandse als van Belgische zijde is duidelijk dat de juridische structuur waarin de samenwerking uiteindelijk gestalte zal krijgen niet al te hecht zal zijn. De coördinatie van de samenwerking is voorlopig in handen van een Stuurgroep zonder formele status. In de Stuurgroep zijn zowel de provincies als de nationale regeringen vertegenwoordigd. Bovendien heeft de Benelux, die zeer geïnteresseerd is in het nieuwe samenwerkingsverband, een waarnemer in de Stuurgroep. Voor samenwerking op lange termijn wordt nog naar een werkbare juridische en democratische structuur gezocht.
Mevrouw Nederhoed-Zijlstra, Zeeuws gedeputeerde, meende echter dat de rechtsstelsels en bestuursculturen momenteel nog teveel van elkaar verschillen om tot een zelfstandig publiek lichaam met vergaande bestuurlijke bevoegdheden voor de Scheldemond te kunnen komen, zoals het Benelux-verdrag grensoverschrijdende samenwerking (zie Neerlandia 1991-2) mogelijk maakt.
Er bestonden in Zeeuws-Vlaanderen, vooral op lokaal niveau, reeds allerlei vormen van informele samenwerking. De provincie Zeeland en de twee Belgische provincies hebben gekozen voor uitbreiding op provinciaal niveau van de bestaande samenwerkingsvormen.
| |
Concurrentiekracht
Nederland staat op de zevende en België/Luxemburg op de elfde plaats van de wereldranglijst van economische concurrentiekracht gepubliceerd in het Word Competitiveness Report 1991.
Japan staat bovenaan de lijst, gevolgd door de VS, Duitsland en Zwitserland. In totaal werden 34 landen onderzocht op de kracht van de nationale economie, het overheidsbeleid, de internationalisatie, de financiële situatie, de infrastructuur, wetenschap en technologie alsmede het besluitvormingsproces.
| |
| |
| |
Nederlandse vlag in Antwerpen
Schuttevaer van 11 mei 1991 meldt dat in de Antwerpse haven vorig jaar de Nederlandse vlag op de tweede plaats stond. De Duitse vlag stond bovenaan met 2261 aankomsten. Nederland volgt met 1217 eenheden (gemiddelde tonnage per eenheid 2965 brt). Qua hoeveelheid brt komt de Nederlandse vlag met 3,6 miljoen brt op de veertiende plaats, maar in de rangorde van ingeklaarde schepen op de tweede. In totaal ontving Antwerpen 16.764 zeeschepen die voor een overslagrekord van 102.009.165 ton zorgden.
| |
Zeesluis Terneuzen
De Vlaamse minister van Openbare Werken Johan Sauwens poogt vaart te zetten achter de bouw van een nieuwe zeesluis bij Terneuzen. Voor de haven van Gent zou dit een belangrijke verbetering in de concurrentiepositie betekenen. Vanaf eind januari reeds dateert het eerste overleg van Verkeer en Waterstaat Maij-Weggen. Een projectgroep Zeesluis Terneuzen, met een Nederlandse waarnemer gaat de technische, economische en ecologische aspecten van de bouw onder de loep nemen, aldus Schuttevaer van 11 mei 1991.
| |
Oost- en Zeeuws-Vlaanderen
Op 20 maart 1991 tekenden burgemeesters en wethouders van de gemeenten Hulst, Beveren, St. Gillis-Waas en Stekene de eerste samenwerkingsovereenkomst in het kader van de Benelux- overeenkomst grensoverschrijdende samenwerking (zie Neerlandia 1991-2). Er is gekozen voor de oprichting van een gemeenschappelijk orgaan teneinde gemeenschappelijke belangen te behartigen.
| |
Voerstreek waarheen?
Zoals bekend telt België drie gewesten (Vlaanderen, Wallonië en Brussel), en drie gemeenschappen (de Vlaamse, de Waalse en de Duitstalige). De Duitstalige gemeenschap maakt deel uit van het Waalse gewest. De Voerstreek behoort tot Vlaanderen.
De burgemeester van Malmédy, een Franstalige gemeente met faciliteiten voor Duitstaligen, heeft het idee geopperd om twee Waalse gemeenten, Malmédy en Waismes, samen met de tien Duitstalige gemeenten, twee andere Waalse gemeenten Welkenraedt en Plombières die ook ‘faciliteiten’ kennen alsmede de Voerstreek tot één, nieuw, vierde gewest in België samen te voegen. Dit gewest zou ongeveer 100.000 inwoners tellen en officieel drietalig moeten zijn: Duits, Frans en Nederlands. Zoals te verwachten viel, zijn de reacties zeer uiteenlopend.
| |
VTM in Voeren
De Vlaamse commerciële televisiezender VTM is sinds 15 oktober ook in de Voerstreek via de kabel te ontvangen. De Luikse kabelmaatschappij Coditel legde een nieuwe kabel tussen Luik en Wezet (Visé) om het VTM-signaal door te sturen naar Voeren. De kostprijs hiervan (6,5 miljoen frank) wordt gedeeld door de kabelmaatschappij en het Vlaams ministerie van Kultuur.
De VTM had deze aparte kabel gevraagd om problemen met uitzendingen buiten Vlaanderen te vermijden. De commerciële zender bezit van sommige programma's alleen maar de uitzendrechten in Vlaanderen en wilde daarom niet dat deze ook uitgezonden werden in de Waalse gemeenten die Coditel bedient.
| |
Sociale samenwerking
De Europese eenwording heeft tot nu toe vooral de interesse van de politiek en het bedrijfsleven. In de sociale sector zijn nog weinig serieuze activiteiten om tot samenwerking over de grenzen te komen. Een uitzondering daarop vormt het Euroregionale project: ‘Multietnische Samenlevingsopbouw Europa 1992’. In dit project, dat gericht is op arbeid, onderwijs, woon- en leefmilieu en rechtspositie, werken vertegenwoordigers uit de vier deelregio's Belgisch- en Nederlands-Limburg, de regio Aken en de provincie Luik intensief samen. Al in 1980 werd voor dit gebied een grensoverschrijdend actieprogramma ontwikkeld. Omdat in deze zogenaamde Euroregio Maas-Rijn sprake is van een grote concentratie migranten en er nog veel onduidelijkheid bestaat over hun lot in het Europa van 1992, wordt in dit project bij uitstek aandacht besteed aan het migrantenbeleid. Van Nederlandse kant gebeurt dit door het Werkcentrum Op- bouwwerk Zuid-Oost Nederland (WOZON).
Meer informatie over ‘Multietnische Samenlevingsopbouw Euroregio 1992, Werkplan 1991/ 1992/1993’ is te verkrijgen bij WOZON, Postbus 521, 6130 AM Sittard, tel. 04490-13912.
| |
Steun voor de Benelux
In tegenstelling tot in de jaren vijftig en zestig wordt de Benelux maatschappelijk thans niet meer zo omvangrijk gesteund. Toch bestaan hier en daar particuliere verenigingen onder de naam Nederlands-Belgisch-Luxemburgse Vereniging, o.a. in het Noorden van Nederland.
NEDERLANDS-BELGISCHLUX-EMBURGSE VERENIGING voor Noord-Nederland
| |
| |
De NBL-vereniging voor Noord Nederland is een statutaire vereniging opgericht bij notariële akte van 25 november 1988. Zij is een zustervereniging van de NBL-vereniging in Den Haag en verwant aan de Belgisch-Nederlandse Verenigingen (BENEV's genaamd) in Luik, Hasselt, Brussel, Gent, Antwerpen, Brugge, Middelburg en Breda, die een beperktere doelstelling hebben.
Het DOEL is het aanhalen van de onderlinge vriendschapsbanden tussen (de bewoners van) Nederland, België en Luxemburg en het bevorderen van de onderlinge samenwerking op zakelijk, cultureel en politiek vlak. Dit mede met de bedoeling een sterk sociaaleconomische, culturele en politieke positie van een confederatie der Beneluxlanden in een verenigd Europa te realiseren. Steeds weer blijkt, dat in Europa kleine landen als Nederland, België en Luxemburg afzonderlijk onvoldoende macht en invloed hebben om die van de drie grote landen Duitsland, Engeland en Frankrijk te weerstaan en daardoor in onvoldoende mate hun belangen in een Verenigd Europa kunnen veilig stellen. De BENELUX als vierde handelsmogendheid in de wereld is daarvoor een betere partij. In een actieprogramma wordt het een en ander concreet weergegeven.
De vereniging tracht dit doel onder meer TE BEREIKEN DOOR:
a) | het leggen van persoonlijke contacten en het uitwisselen van kennis en informatie door onder andere het organiseren van lezingen en bijeenkomsten. Gestreefd wordt naar een viertal bijeenkomsten per jaar naast een besloten jaarlijkse ledenvergadering. |
b) | het organiseren van excursies en andere evenementen. |
c) | het verzorgen en uitwisselen van publicaties en persberichten en het verstrekken van informatie langs andere weg. |
LEDEN KUNNEN ZIJN:
a) | natuurlijke personen. |
b) | rechtspersonen, met name ondernemingen. |
c) | geen rechtspersoonlijkheid bezittende instellingen, organisaties of samenwerkingsverbanden. |
DE CONTRIBUTIE bedraagt voor personen f 35,- per jaar en voor ondernemingen en instellingen f 100,- per jaar. Zij die niet al te veel verplichtingen kunnen aangaan, maar wel geïnteresseerd zijn, kunnen donateur of sympathisant worden tegen een donatie van f 25,- per jaar.
MEER INFORMATIE kan worden verkregen bij:
Mevr. L.G. Sjouw-Douwes te Paterswolde (Dr), secretaris, tel. 05907-95640. Mr. F.P.M. Slijkerman te Haren (Gr), voorzitter/penningmeester, tel. 050-346041 (kantoor NCW Noord 050-343844).
| |
Vervagende grenzen
Naar het voorbeeld van de Benelux-overeenkomst grensoverschrijdende samenwerking tussen lagere overheden (zie Neerlandia 1991-2) is nu ook de publiekrechtelijke samenwerking tussen Nederlandse en Duitse gemeenten, provincies en waterschappen een feit. Op 23 mei 1991 tekenden op het kasteel Anholt tegen de Nederlandse grens in de gemeente Isselburg gelegen de ministers van Buitenlandse en Binnenlandse Zaken van Nederland en de Bondsrepubliek de desbetreffende overeenkomst grensoverschrijdende samenwerking. Hiermede kunnen lagere overheden onderling over de grens heen zonder tussenkomst van de nationale overheden niet alleen samenwerkingsovereenkomsten sluiten, maar zelfs gemeenschappelijke organen oprichten en regelingen treffen. Nergens in Europa zijn nu zulke vergaande samenwerkingsmogelijkheden als in de Benelux en Nederland-Duitsland. Deze overeenkomsten vergroten het binnenland en verkleinen het buitenland, aldus mevrouw Dales, minister van Binnenlandse Zaken van Nederland. Het woord is nu aan de lagere overheid om daadwerkelijk over de grens heen nieuwe structuren te leggen.
| |
Het Europa van de regio's
Begin november werd tussen Vlaanderen en de Duitse deelstaat Noordrijnland-Westfalen een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Eerder gebeurde dit tussen Vlaanderen en de Canadese provincies Québec en Alberta, een andere Duitse deelstaat Baden-Württemberg en het Franse departement Nord/Pas de Calais.
Vlaanderen, maar ook Wallonië, geeft inhoud aan de verworven autonomie in het zich federaliserende België. Ook de Duitse deelstaten zijn op menig terrein autonoom.
Vlaanderen en Noordrijnland-Westfalen zullen zich beide inzetten voor het Europa van de regio's, voor een snelle aanleg van een hoge snelheidsspoorlijn tussen Brussel en Keulen en voor de bijscholing van leerkrachten Nederlands aan Duitse scholen. Steeds meer Duitse scholieren kiezen het Nederlands als tweede of derde vreemde taal. Alleen in Noordrijnland-Westfalen hebben tussen de 3000 en 4000 leerlingen het Nederlands in hun vakkenpakket. De Fachvereinigung Niederländisch telt inmiddels in de Bondsrepubliek meer dan 300 leraren Nederlands.
|
|