Literatuurproject
Vele dichtregels worden geschreven zonder ooit door anderen te worden gelezen. Daar zijn gedichten onder, die een beter lot verdienen. Hoe kunnen die uit de anonimiteit naar voren komen? Het deelnemen aan de vele in Nederland en Vlaanderen gehouden poëziewedstrijden is een mogelijk heid, maar daarbij komt alleen het beste werkstuk aan de oppervlakte. De overige blijven achter in niemandsland.
Waren die minder goed of uitgesproken slecht? Was er nog iets aan te verbeteren en zo ja hoe?
Op deze vragen speelt het literatuurproject in.
Jongeren kunnen hun beginnend poëziewerk voorleggen aan de juryleden van de werkgroep ‘Literatuur’ van het Algemeen-Nederlands Verbond ANV, die de gedichten beoordeelt en terugzendt. De betere worden voorzien van commentaar en aantekeningen, de overige van algemene aanwijzingen. Zo krijgen de deelnemers enig zicht op hun mogelijkheden.
De vele gedichten, die ter beoordeling werden voorgelegd, getuigen van een ruime belangstelling onder jongeren voor poëzie.
Helaas gaan in vele gevallen kwantiteit en kwaliteit niet hand in hand. De jury, die bestaat uit mw. Johanna Kruit en de heren Jooris van Hulle, Wim Hofman (voorzitter) en Mare De Smet, is desondanks van mening dat het literatuurproject aan zijn doel beantwoordt, nl. de deelnemers zicht geven op hun mogelijkheden.
Dat daarbij illusies verloren gaan is onvermijdelijk. Het dichten wordt hen echter allerminst ontraden. Het plezier dat daaraan wordt beleefd, stijgt ver uit boven de scherpte van de beoordeling.