Spiegel Noord
Een verdeeld huis
door Geert Groothoff
De Nederlandse sociaal-democratische Partij van de Arbeid (PvdA) is het slachtoffer geworden van verdeeldheid. Zij bevindt zich in een ernstige crisis. Enkele maanden is deze situatie geen nieuws meer, maar toch onderwerp van vele gesprekken. Aan onze Vlaamse lezers die belangstelling tonen voor de ontwikkelingen in hun buurland, zal dit politiek fenomeen niet zijn ontgaan. Staatsgrenzen roepen in het mediatijdperk aan de nieuwsvoorziening geen halt toe. Omstandig is aan de crisis in kranten, tijdschriften en weekbladen, evenals in radio- en televisieprogramma's aandacht geschonken, in de vorm van analyses van de voor de partij rampzalige verkiezingsnederlagen en de daaruit te trekken conclusies. Bij het laatste ging het vooral om de vragen wat er fout is geweest en over wat er nodig zal zijn om bij de kiezers het vertrouwen terug te winnen. Sommige commentatoren voorspelden de totale ondergang van de PvdA. In andere beschouwingen overheerste de op vatting dat met organisatorische en programmatische vernieuwingen de partij, hoewel gehavend, politiek nog een belangrijke rol kan spelen.
Wie het eerste standpunt huldigt gaat aan de wisselvalligheid van verkiezingsuitslagen voorbij. Politieke partijen zijn meermaals tijdens hun bestaan door velen ten dode opgeschreven. D66 raakte in het begin van de jaren tachtig 11 van haar 17 zetels in de Tweede Kamer kwijt. Intern werd ernstig de opheffing van de partij overwogen. Thans telt D66 12 zetels. En bij huidige verkiezingen zouden er 30 zetels uit de bus komen.
Nog twee andere voorbeelden van onbestendigheid. Onlangs is de Pacifistisch Socialistische Partij (PSP) ontbonden. Momenteel proberen enkele vroegere kopstukken de partij weer op te richten. Ook de communistische CPN verdween uit het partijenlandschap. Echter, een groep oude getrouwen, die zich niet bij de opheffing kon neerleggen, heeft het plan om een nieuwe communistische formatie in het leven te roepen. En hoe vaak niet moet een partij het loodje leggen wanneer zij regeringsverantwoordelijkheid aanvaardt? De PvdA mag dan, op grond van enquêtes, van haar 49 zetels in de Tweede Kamer er 26 hebben verloren, het zegt bitter weinig over de toekomst. En zeker niet over een ‘totale ondergang’.
De tweede opvatting, dat organisatorisch en programmatisch iets valt te ondernemen in de zin van vernieuwingen om de partij overeind te houden, roept niet minder vraagtekens op dan bij de eerste stelling. Ten eerste: het klimaat van de partij is daarvoor thans uitermate ongunstig. De grote massa van de aanhang is altijd nog in de ban van teleurstelling, verbittering
Een verdeeld huis
en emoties. Dat verhindert begrip voor redelijke discussies. Ten tweede: er zijn in het verleden over vernieuwing drie rapporten uitgekomen met veelbelovende titels: Schuivende Panelen, Bewogen Beweging en Politiek à la Carte. Het laatste werd prompt van de hand gewezen. Voor maart komend jaar staat het rapport van de Commissie-Van Kemenade op de agenda van het partijcongres.
De inhoud getuigt van een ferme taal: de bezem moet door de partijcultuur, partijstructuren eisen verandering... Helaas, het is keer op keer gezegd en geschreven. Zonder enig effect. Waarom zou het de Commissie-Van Kemenade beter vergaan? De partijleiding heeft zich van de aanhang vervreemd. En is in zelfgenoegzaamheid en vooringenomenheid verzonken. Men mist de voeling met de maatschappij. Het is een psychologisch proces waarin de PvdA verkeert. En dan gaat het ook om een mentaliteitsvernieuwing aan de hand van voorlichting en scholing. Juist op dit terrein heeft de partij steken laten vallen. Er werd nagelaten de traditionele aanhang duidelijk te maken dat de ontvoogding van de arbeidersklasse