Het culturele leven werd in die periode gedomineerd door talrijke vermaarde abdijen. Het is dan ook evident dat Vlaanderen, dat economisch en cultureel steeds sterker werd, hunkerde naar politieke macht. Dit verlangen kwam tot uiting in de 12de eeuw, toen de steden zich steeds meer gingen roeren. Deze evolutie bereikte een hoogtepunt op 11 juli 1302, toen het Vlaamse voetvolk uit de steden in de ‘Guldensporenslag’ te Kortrijk de Koninklijke Franse cavalerie versloeg.
De vruchten van de economische en politieke hoogconjunctuur kwamen evenwel enkel ten goede aan een bepaalde bovenlaag. Sociale spanningen tussen de machtige ‘patriciërs’ en een massa industriële arbeiders waren dan ook niet van de lucht.
De 14de eeuw was de eeuw van de Bourgondiërs. Aan deze Bourgondische periode kwam in 1482 een einde door het huwelijk van Maria van Bourgondië met Maximiliaan van Oostenrijk, waardoor Vlaanderen in het Habsburgse huis belandde.
De ‘Spaanse periode’, met als centrale figuur de in 1500 te Gent geboren keizer Karel V, kleinzoon van Maria van Bourgondië, begint in de 16de eeuw. Gevoed door het opkomende protestantisme, komt een brede verzetsbeweging op gang tegen het absolutistisch beleid van de opvolgers van keizer Karel. Deze fase in de geschiedenis is bijzonder belangrijk, aangezien zij leidde tot de scheiding van de noordelijke Nederlanden en Vlaanderen (de zuidelijke Nederlanden). De economische gevolgen van deze oorlog tegen Spanje waren vooral voor de havenstad Antwerpen rampzalig.
In de 18de eeuw kende Vlaanderen een Oostenrijks bewind, maar in de nadagen van de Franse revolutie werd Vlaanderen door de Fransen ingepalmd. Het verzet tegen de Franse overheersing was groot en resulteerde in 1798 in de ‘Boerenkrijg’, die echter hardhandig werd onderdrukt. Na de nederlaag van Napoleon (Waterloo, 1815) stuurden de grote mogendheden aan op een hereniging van de noordelijke en zuidelijke Nederlanden, bedoeld als bufferstaat. Twee eeuwen van gescheiden ontwikkeling hadden de kloof tussen de noordelijke en zuidelijke Nederlanden echter danig vergroot, en de ‘Belgische opstand’ van 1830 tegen koning Willem bracht de zuidelijke Nederlanden onder in het nieuwe koninkrijk België.