Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Neerlandia. Jaargang 95 (1991)

Informatie terzijde

Titelpagina van Neerlandia. Jaargang 95
Afbeelding van Neerlandia. Jaargang 95Toon afbeelding van titelpagina van Neerlandia. Jaargang 95

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Neerlandia. Jaargang 95

(1991)– [tijdschrift] Neerlandia–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 70]
[p. 70]

De Nederlanden in de wereld

Nederlands-Surinaamse betrekkingen

Op 12 februari jl. verscheen een door minister-president Lubbers gelanceerd plan in de pers om de impasse waarin de Nederlands-Surinaamse betrekkingen zijn geraakt, te doorbreken.

 

Het plan voorziet in het scheppen van een soort Gemenebest-relatie. Premier Lubbers en de ministers van Buitenlandse Zaken, Justitie en Ontwikkelingssamenwerking stellen voor, dat Nederland garant zou kunnen staan voor de defensie van Suriname, dat Nederland en Suriname een monetaire unie zouden aangaan, dat ook de buitenlandse politiek gezamenlijk zou worden gevoerd, dat Nederland invloed zou kunnen hebben op de benoeming van een opperrechter, dat de visumplicht zou worden afgeschaft en dat er zelfs sprake zou zijn van een dubbele nationaliteit.

 

Zowel in Nederland als in Suriname is er met de nodige kritiek op de plannen gereageerd. Op 25 mei worden er in Suriname verkiezingen gehouden. Er is daar inmiddels een nieuwe politieke partij opgericht die uitdrukkelijk voorstander is van een Gemenebest-relatie.

Het is de wens van de Nederlandse regering de betrekkingen daarna weer te kunnen normaliseren in de wetenschap dat in de naaste toekomst meer hulp en bijstand aan Suriname nodig zal zijn dan tot nu toe mogelijk was.

Geassocieerd lid Nederlandse Taalunie

Hoewel vele vormen van hulp en samenwerking genoemd zijn, valt het op dat de sector taal en cultuur niet genoemd is. Het is opnieuw een aanwijzing, zo niet bewijs dat er geen Nederlandse buitenlandse cultuurpolitiek bestaat...

Het Surinaamse onderwijs heeft een schreeuwend tekort aan les- en leermiddelen, een tekort aan goed opgeleide leerkrachten en behoefte aan andere didactische hulpmiddelen. Hierover wordt, voor zover bekend, niet gesproken.

Waarom maakt deze sector geen deel uit van het plan tot het scheppen van een Gemenebest-relatie? Het is waarschijnlijk te boud te veronderstellen, dat deze sector taal en cultuur bewust buiten het plan is gehouden omdat deze zaken via de Nederlandse Taalunie geregeld kunnen worden. Het Taalunieverdrag voorziet in de mogelijkheid andere landen dan België/Vlaanderen en Nederland door middel van een associatie-overeenkomst tot de Taalunie te laten toetreden. Wordt het geen tijd aan deze weg serieuze aandacht te besteden?

Nederlandse taal en cultuur in Deense bedrijven

Aan de universiteit van Aarhus (Denemarken) werd een verkennend onderzoek doorgevoerd naar de rol van het Nederlands in zakelijke contacten tussen Deense bedrijven en firma's uit de Lage Landen (Vlaanderen en Nederland). Het onderzoek bestond uit een behoeftenanalyse die werd verricht op basis van een vragenlijst. Hierin werd gepeild naar verschillende soorten informatie, die in de volgende vijf punten kan worden samengevat.

1. het profiel van de firma's;

2. de gevestigde handelsrelaties van Deense bedrijven met Nederland en Vlaanderen;

3. het gebruik van het Nederlands in deze bedrijven;

4. het reële belang van kennis op gebied van de Nederlandse taal en cultuur met het oog op de eenheidsmarkt van 1992;

5. de houding van Deense bedrijven ten opzichte van kennis van het Nederlands en inzicht in de Nederlandse cultuur.

De behoefteninventaris van het Nederlands in Deense bedrijven is gebaseerd op een representatieve steekproef van 165 bedrijven, die vooral klein zijn en tot de produktiesector behoren. De resultaten kunnen op volgende wijze kort samengevat worden.

Er is een groot verschil waar te nemen tussen de bestaande relaties met bedrijven in Nederland en Vlaanderen. Tussen Denemarken en Nederland bestaan er voor de overgrote meerderheid van de bedrijven reeds intense contacten. Handelsbetrekkingen met Vlaanderen daarentegen zijn absoluut niet uitgebouwd. Als er nog geen contacten bestaan, staat men in bijna de helft van de gevallen positief ten opzichte van het aanknopen van verbindingen met Nederland. Vlaanderen wordt slechts door een derde van de bedrijven als mogelijke markt gezien. De meerderheid van de deelnemende firma's heeft er nog geen contacten en heeft ook geen duidelijke plannen in deze richting. Dit kan veroorzaakt zijn door de in Denemarken bestaande vage status van Vlaanderen als economische entiteit. De eenheidsmarkt lijkt bovendien de beslissingen in deze richting niet te beïnvloeden.

 

Het is voor de bedrijven niet eenvoudig om voldoende informatie over beide landen te verkrijgen, vooral niet omdat het overwegend kleine firma's betreft die niet over voldoende faciliteiten beschikken om zelf informatie te verzamelen. De lingua franca in de contacten met Nederland en Vlaanderen is het Engels. Een combinatie van Duits en Engels komt ook dikwijls voor. Nederlands wordt in de directe contacten nooit gebruikt. Het wordt echter wel gebruikt binnen de Deense bedrijven zelf, ofwel door een competente medewerker ofwel doordat er een beroep gedaan wordt op agenten of dochterfirma's. Er is vooral een grote vraag naar schriftelijk, gespecialiseerd taalkundig werk, dat echter meestal niet in Denemarken uitge-

[pagina 71]
[p. 71]

voerd wordt. De overgrote meerderheid van de bedrijven ziet het als een voordeel de handelspartner in zijn eigen taal te benaderen. Een kleine meerderheid beschouwt het ook zelf als een voordeel, wanneer in de moedertaal met hen contact wordt gelegd. Taalkundige en culturele deskundigheid betrekken bij het aan de man brengen van producten voor de nieuwe markt, wordt door bijna alle firma's van onschatbare waarde geacht.

 

De belangrijkste conclusie van dit onderzoek is dat een groot deel van de firma's handelsbetrekkingen met (vooral) Nederland en Vlaanderen onderhoudt. De meerderheid wil deze relaties uitbouwen, wat zal leiden tot een grotere vraag naar kennis van het Nederlands, in het bijzonder omdat de firma's zelf de wenselijkheid en noodzakelijkheid van het kunnen beschikken over deskundigen op taalkundig en cultureel vlak uitdrukken. Hier is dus duidelijk een taak voor het onderwijs weggelegd. (Kris van de Poel, Jo Verhoeven).



illustratie

Fries Congres 1991 in Aurich

Van 10 tot en met 12 mei vindt in het Oostfriese Aurich weer het altijd druk bezochte Fries Congres plaats. Georganiseerd door de Fryske Rie, het samenwerkingsverband van de drie Frieslanden (zie ook Neerlandia, sept. 1990), wacht de deelnemers weer een interessant congres met sprekers, discussies, excursies en vooral ook cultuur.

Het congres begint op vrijdag 10 mei (16.30 u). met een referaat door de minister-president van Nedersaksen, Gerhard Schroder, over ‘Europa 1992: een gemeenschappelijke toekomst voor de Frieslanden’. 's Avonds is er een concert in de Stadthalle van Aurich door het Oostfriese Jeugd-symfonieorkest. De zaterdag vangt aan met inleidingen over het op vrijdagmiddag reeds geïntroduceerde onderwerp, door drs. Piet Hemminga uit het Nederlandse Friesland, prof. K. Stöhr uit Ostfriesland en door Peter Wellmann uit Nordfriesland. In het bijprogramma is o.a. een rondleiding door Aurich opgenomen, alsmede excursies in Ostfriesland. 's Avonds is er een concert door de ‘Folk-Alternatieve Strackholt’. Het congres wordt zondagochtend 12 mei besloten met een plat-Duitse kerkdienst uit de drie Frieslanden.

Informatie en aanmelding: Fryske Rie, Postbus 805, 8901 BP Leeuwarden; tel. 058-134615; fax 134685.

Samenwerking Curaçao-Rotterdam

Volgens een ondertekend protocol zal de gemeente Rotterdam Curaçao helpen bij het uitwerken van een beleid op het gebied van ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, monumentenzorg en stadsvernieuwing. Rotterdamse deskundigen hebben in het verleden al meegeholpen aan het opzetten van een monumentenplan voor Curaçao.

Toerisme uit Nederland naar Curaçao

De stroom toeristen vanuit Nederland naar Curaçao groeit gestaag. Dat is de conclusie van het CTDF, de Curaçao Tourism Development Foundation. Volgens deze organisatie is het toerisme uit Europa het afgelopen jaar met 24,2 procent gestegen. Tegelijkertijd kwamen minder Amerikaanse bezoekers op Curaçao aan, om precies te zijn: 7,75 procent minder.

Alleen uit Nederland waren er in 1990 in totaal bijna 4800 bezoekers. Volgens het CTDF is er een aantal factoren aan te wijzen, die tot de groei van het toerisme uit Europa heeft geleid: de opening van het Van der Valk-hotel, de gunstige wisselkoers en het duurder worden van traditionele vakantieoorden als Spanje en de Canarische Eilanden.

Sanering KLM geen gevolgen voor vestiging Curaçao

De sanering van de KLM, als gevolg van de forse verliezen, zal geen gevolgen hebben voor de vestiging op Curaçao. ‘Er worden geen ontslagen verwacht noch komt er wijziging in de cateringsactiviteiten, die de KLM hier ontplooit’, zei een woordvoerder van de KLM in Willemstad aan ‘Amigoe’. Als gevolg van de Golf-oorlog is er zelfs een positieve ontwikkeling te verwachten voor het Caraïbisch gebied, daar reizigers meer zullen kiezen voor de veiliger Mid-Atlantische routes, aldus de woordvoerder.

Sportontmoeting

Het Nederlandse Amateur Elftal heeft een succesvolle reis naar de Nederlandse Antillen en Aruba achter de rug. Tijdens hun bezoek van 10 tot 21 januari hebben de gasten op de drie eilanden Aruba, Bonaire en Curaçao wedstrijden gespeeld tegen de plaatselijke corifeeën. Op de teams van Aruba en Bonaire zijn vrij gemakkelijke overwinningen behaald.

Tegen het Curaçaose elftal zijn de Nederlandse spelers echter niet verder gekomen dan een doelpuntloos gelijkspel. De eerste wedstrijd op Aruba gespeeld eindigde in een 5-2 overwinning voor het Nederlands Amateur Elftal. In het Stadion van Kralendijk wisten de bezoekers de Bonaireanen nog net met 3-2 te kloppen. Op Curaçao

[pagina 72]
[p. 72]

kwam men echter niet meer tot scoren en werd de wedstrijd met een gelijkspel afgesloten.

Op Curaçao werden de Nederlandse bobo's ontvangen door minister C.G. Smits en Gezaghebber van Curaçao, drs. E.R. Wilsoe. Gesproken werd over het Rapport van Jan Zwartkruis over de situatie van het voetbal op de Nederlandse Antillen en de financiële ondersteuning van deze tak van sport.

Contactplan

Een delegatie van de vaste commissies voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken uit beide Kamers der Staten Generaal heeft van 7 tot 25 januari in het kader van de Contactplan-bijeenkomst een bezoek gebracht aan de Nederlandse Antillen en Aruba. Daar is onder meer van gedachten gewisseld over de toekomstige positie van de huidige Nederlandse Antillen, de ontwikkelingssamenwerking, de drugsproblematiek, politie en de sociale zorg. Op Schiphol deed Gevolmachtigde Minister Edsel A.V. Jesurun de delegatie uitgeleide.

Taalbeleid in Zuid-Afrika

In Zuid-Afrika neemt de discussie over de plaats van de vele talen die in de republiek gesproken worden met de dag toe. Tot nu toe zijn er twee officiële, wettelijk vastgelegde talen, het Afrikaans en het Engels. De vraag is of dit zo moet of kan blijven wanneer binnen afzienbare tijd de staatshervorming - die voortvloeit uit de afschaffing van de apartheid - wordt afgerond.

 

Het Afrikaans wordt door grote groepen niet-blanken als de taal van de onderdrukker gezien. Hierdoor wordt de aanspraak op voortzetting van de status van officiële taal aanzienlijk bemoeilijkt.

Daartegenover staat het feit dat Afrikaans de moedertaal is van een kleine drie miljoen blanken, een ruime drie miljoen kleurlingen en voorts door meer dan de helft van de totale bevolking als eerste of tweede vreemde taal gebruikt wordt als ‘lingua franca’. Deze feiten zijn medebepalend voor het standpunt van de Federasie van Afrikaanse Kultuurverenigings (FAK). Volgens de FAK moet er een taalbeleid ontwikkeld worden dat recht doet aan alle talen, (zie blz. 62)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Kris Van de Poel

  • Jo Verhoeven


landen

  • over Suriname

  • over Denemarken

  • over Caribisch deel van het Nederlandse Koninkrijk

  • over Zuid-Afrika