Nederlandse taal en cultuur in Deense bedrijven
Aan de universiteit van Aarhus (Denemarken) werd een verkennend onderzoek doorgevoerd naar de rol van het Nederlands in zakelijke contacten tussen Deense bedrijven en firma's uit de Lage Landen (Vlaanderen en Nederland). Het onderzoek bestond uit een behoeftenanalyse die werd verricht op basis van een vragenlijst. Hierin werd gepeild naar verschillende soorten informatie, die in de volgende vijf punten kan worden samengevat.
1. het profiel van de firma's;
2. de gevestigde handelsrelaties van Deense bedrijven met Nederland en Vlaanderen;
3. het gebruik van het Nederlands in deze bedrijven;
4. het reële belang van kennis op gebied van de Nederlandse taal en cultuur met het oog op de eenheidsmarkt van 1992;
5. de houding van Deense bedrijven ten opzichte van kennis van het Nederlands en inzicht in de Nederlandse cultuur.
De behoefteninventaris van het Nederlands in Deense bedrijven is gebaseerd op een representatieve steekproef van 165 bedrijven, die vooral klein zijn en tot de produktiesector behoren. De resultaten kunnen op volgende wijze kort samengevat worden.
Er is een groot verschil waar te nemen tussen de bestaande relaties met bedrijven in Nederland en Vlaanderen. Tussen Denemarken en Nederland bestaan er voor de overgrote meerderheid van de bedrijven reeds intense contacten. Handelsbetrekkingen met Vlaanderen daarentegen zijn absoluut niet uitgebouwd. Als er nog geen contacten bestaan, staat men in bijna de helft van de gevallen positief ten opzichte van het aanknopen van verbindingen met Nederland. Vlaanderen wordt slechts door een derde van de bedrijven als mogelijke markt gezien. De meerderheid van de deelnemende firma's heeft er nog geen contacten en heeft ook geen duidelijke plannen in deze richting. Dit kan veroorzaakt zijn door de in Denemarken bestaande vage status van Vlaanderen als economische entiteit. De eenheidsmarkt lijkt bovendien de beslissingen in deze richting niet te beïnvloeden.
Het is voor de bedrijven niet eenvoudig om voldoende informatie over beide landen te verkrijgen, vooral niet omdat het overwegend kleine firma's betreft die niet over voldoende faciliteiten beschikken om zelf informatie te verzamelen. De lingua franca in de contacten met Nederland en Vlaanderen is het Engels. Een combinatie van Duits en Engels komt ook dikwijls voor. Nederlands wordt in de directe contacten nooit gebruikt. Het wordt echter wel gebruikt binnen de Deense bedrijven zelf, ofwel door een competente medewerker ofwel doordat er een beroep gedaan wordt op agenten of dochterfirma's. Er is vooral een grote vraag naar schriftelijk, gespecialiseerd taalkundig werk, dat echter meestal niet in Denemarken uitge-