slaving aan on-Nederlands taalgebruik? Neen, er zijn er nog meer, gedeeltelijk van zielkundige aard. Natuurlijk op de eerste plaats uit beginsel, maar ook met reden gebruik ik het woord ‘zielkundig’. Wist u dat dit vóór de oorlog algemeen gebruikt werd, maar nu geheel verdrongen is door het woord ‘psychisch’? Zo is het veel Nederlandse woorden vergaan. En waarom? Omdat ze niet wetenschappelijk genoeg overkomen en in de oren van veel mensen zo gewoon en armoedig klinken. Je lijkt veel geleerder wanneer je Griekse of Latijnse of Franse woorden gebruikt. Maar natuurlijk is dit
slechts schijngeleerdheid! Van Nederlandse taalgeleerden zou men mogen verwachten dat zij grote zorg zouden besteden aan het behoud van en het voorrang geven aan goed-Nederlandse woorden in hun taalwetenschappelijk woordgebruik. Maar helaas is dit niet zo!
Behalve geleerddoenerij is ook gemakzucht een bron van taalvervuiling. Door gewenning neemt men vreemde woorden over en denkt er niet over na. Zo wenst men een ander vaak een goed ‘wiekend’ toe. Zou je antwoorden met: ‘Ook een goed einde van de wiek toegewenst’, dan zou men je gek aankijken vragen: ‘Wat bedoel je?’.
Dan heb je de eigentaalonverschilligheid, nauw verwant aan de hierboven genoemde gemakzucht. De onverschilligen zijn van mening dat het er niet toe doet welke woorden je gebruikt, als men je maar verstaat. Zij onderbouwen dit standpunt vaak met de stelling dat je de woordenschat van een levende taal niet kunstmatig kunt voorschrijven en begrenzen. ‘Verandering’ is het kenmerk van ‘leven’ en daarom moet je alles laten gaan zoals het gaat. Ook veel taalliefhebbers onderschrijven deze stelling. Men vergeet echter dat ‘verandering’ niet alleen een kenmerk van ‘leven’ is, maar ook van de ‘dood’. Als een levend wezen sterft dan ondergaat het dode lichaam daarna allerlei veranderingen.
Neen, hèt kenmerk van leven is niet ‘verandering’ maar ‘innerlijke samenhang’. In een levend wezen zijn alle onderdelen en werkingen min of meer op elkaar afgestemd. Vreemde toevoegingen zijn levensbedreigend als ze niet inpasbaar zijn in deze onderlinge samenhang. Er zijn zeer zeker vreemde woorden (heel veel zelfs!) die zonder meer goed passen binnen de regels van onze taal en die ook geen eigen Nederlandse woorden verdringen, zoals bv. tabak, tafel, venster, enz. enz. Maar van een woord als ‘feliciteren’ voel je meteen dat het een vreemdeling is die niet in onze taal thuis hoort, terwijl ‘gelukwensen’ wel een voluit Nederlands woord is. Dat tegenwoordig iedereen feliciteert i.p.v. gelukwenst bewijst dat het eigentaalgevoel van de meeste Nederlanders niet al te best ontwikkeld is. En er zijn nog honderden andere vreemde woorden die naast het woord ‘feliciteren’ gezet kunnen worden. ‘Onderontwikkeld taalgevoel’ is dus wederom een oorzaak van de teloorgang van onze eigen mooie en rijke taal.
Hoe rijk onze eigen taal is en hoe verwoestend vreemde woorden deze rijkdom aantasten moge blijken uit de volgende voorbeelden. Het woord ‘actief’ kan de volgende Nederlandse woorden in allerlei zinsverbanden vervangen: ijverig, nijver, vlijtig, naarstig, bedrijvig, druk, bezig, doende, noest, werkzaam, arbeidzaam, daadwerkelijk, werkdadig, krachtdadig, metterdaad, dienstdoende, bedrijvend (tegenover lijdend), handelend, verrichtend. Allerlei grotere en kleine betekenisverschillen, die door de Nederlandse woorden tot uitdrukking worden gebracht, gaan met dit ene woord ‘actief’ verloren.
De bewering dat elk woord erbij een taalverrijking is omdat het onze woordenschat uitbreidt, is onterecht. Weliswaar komt er in het woordenboek een woord bij, waardoor dit onnodig duurder wordt, maar wij vergeten dan dat ieder mens afzonderlijk gewoonlijk slechts beschikt over een beperkte voorraad woorden waaruit hij put om te spreken. Een vreemd woord hierbij verdringt één of meer Nederlandse woorden. Zo beschouwd werkt elk vreemd woord verarmend voor onze eigen taal.
Nog een voorbeeld. Het woord ‘critiseren’ in goed Nederlands: hekelen, laken, gispen, oordelen, veroordelen, aan de kaak stellen, op- of aanmerkingen maken, aanvechten, er doorhalen, bevitten, de les lezen, afkeuren, bedillen, berispen, wraken.
Hoezeer vreemde woorden betekenisverschillen verdoezelen blijkt bijv. bij het woord ‘tolereren’. In de Nederlandse woorden ‘dulden’ en ‘gedogen’ zit duidelijk het afwijzende, in ‘toelaten’ het onverschillige en in ‘verdragen’ en ‘bevestigen’ het toegeeflijke en aanvaardende. Vele zich tolerant noemende mensen zijn eerder duldzaam dan verdraagzaam, want ze smalen maar wat graag op ‘fundamentalisten’ (of in ons verband op ‘puristen’). Zouden zij er zelf geen grondbeginselen op na houden, die voor hen heilig zijn?
Aan Confucius werd eens gevraagd: ‘Wat zou u doen als u geroepen werd een land te besturen?’ De Chinese wijsgeer antwoordde: ‘De taal zuiveren!’ De toehoorders toonden zich over dit antwoord nogal verbaasd. Hierop verklaarde de wijsgeer: ‘Als de taal niet zuiver is, dan is hetgeen gezegd wordt niet hetzelfde als hetgeen wordt bedoeld’. In dat geval blijven de dingen die gedaan moeten worden, ongedaan. Het gevolg is dat het recht verdwijnt en de mensen in een hopeloze verwarring komen te verkeren', (overgenomen uit ‘Onze Taal’ febr./maart 1977, blz. 26).
Als men het taalgebruik van nu vergelijkt met dat van vóór de oorlog dan valt het op hoezeer onze taal vermengd is geworden met onnodige vreemde woorden. Ze is ge-