Economie
Benelux lid van G-7
De groep van zeven rijkste en sterkste industrielanden, afgekort tot G-7 en bestaande uit de Verenigde Staten, Canada, Engeland, Frankrijk, de Bondsrepubliek, Italië en Japan, oefent aantrekkingskracht uit op de Benelux.
Nederland, België en Luxemburg vormen inderdaad gezamenlijk een belangrijker economische macht dan Italië dat lid is en de Benelux niet.
Daarom pleitte de Belgische minister van Buitenlandse Zaken M. Eyskens op 19 september te Brussel voor nauwere Benelux-samenwerking onderling om vervolgens tot de G-7 te kunnen toetreden.
De oud-secretaris-generaal van de OESO te Parijs jhr. mr. E. van Lennep bepleit weliswaar ook nauwere interne Benelux-samenwerking, maar niet om tot de G-7 toe te treden, maar juist om deze te bestrijden. De grote mogendhedenpolitiek van de groep van zeven machtigste industrielanden is strijdig met de grondbeginselen van de internationale orde. Nederland heeft belang bij versterking van multilaterale organisaties en moet de Groep van Zeven krachtig bestrijden.
Naast de jaarlijkse topconferenties van de staatshoofden en regeringsleiders van deze landen (aangevuld met de president van de Europese Commissie) vinden enkele keren per jaar bijeenkomsten van hun ministers van financiën en centrale bankpresidenten plaats. Op steeds meer terreinen trekt de G-7 beslissingen naar zich toe, waarmee de macht van bestaande internationale instituties, zoals het Internationale Monetaire Fonds of de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, worden uitgehold.
Van Lennep noemde als voorbeeld van de toenemende macht van de G-7 dat deze aan de OESO te kennen heeft gegeven dat alle voorzitterschappen van de belangrijkste comité's in deze organisatie van 24 industrielanden slechts bekleed mogen worden door functionarissen uit de zeven grootste landen.
Ook het passeren van de Nederlandse minister van Financiën Ruding voor de post van directeur van de Ontwikkelingsbank voor Oost-Europa ten gunste van de Fransman Attali is een voorbeeld van onterecht toegeëigende macht buiten de officiële multilaterale besluitvorming om. De kleinere landen zouden er goed aan doen ‘het euvel van het G-7 directoraat’ te bestrijden.