Algemeen-Nederlandse Kroniek
Taal en letteren
Nieuwe officiële spelling
Op 10 september jl. heeft de voorzitter van het hoogste college van de Nederlandse Taalunie, het Comité van Ministers, in het Markiezenhof te Bergen op Zoom een nieuwe spellingcommissie geïnstalleerd.
Deze spellingcommissie zal over twee jaar met een nieuwe regeling komen ten aanzien van de lastige bastaardwoorden (is het ‘cadeau’ of ‘kado’?), de verbindingsletters -s- en -e(n)- (‘bessesap’ of ‘bessensap’?) en de zgn. diacritische tekens: de apostrof, het trema en het liggende streepje (‘Jan's fiets’ of ‘Jans fiets’, ‘zoëven’ of ‘zo-even’? enz.).
Daarnaast zal zij voorstellen doen voor een, onder auspiciën van de Taalunie uit te geven officiële spellinglijst die de huidige officiële lijst, het ‘Groene Boekje’ uit 1954, moet gaan vervangen. De voorstellen van de commissie zullen, met uitzondering van het gebruik van het liggende streepje in binnenlandse aardrijkskundige namen geen betrekking hebben op de schrijfwijze van aardrijkskundige namen, historische namen, en daarmee samenhangende spellingaspecten.
Indien het Comité van Ministers over twee jaar besluit de voorgestelde nieuwe spellingregeling over te nemen, zal zij nog niet direct officieel kunnen ingaan in Nederland en Vlaanderen. De vraag wanneer en hoe dit precies gebeurt hangt voor een groot deel samen met de vraag of de nieuwe spellingregeling opnieuw bij wet moet worden geregeld. Deze vraag wordt momenteel bestudeerd, mede in het licht van de ervaringen die in de ons omringende landen met spelling zijn opgedaan.
De spellingcommissie bestaat uit:
Prof. dr. G. Geerts (KU Leuven), voorzitter, tevens lid
Dr. G.J.M. Verhoeven (RU Utrecht), secretaris, tevens lid
Dr. J. Zuidema (RU Utrecht), lid
Dr. A. Neijt-Kappen (RU Leiden), lid
Dr. P.C. uit den Boogaart (TU Eindhoven), lid
Prof. dr. G. de Schutter (UI Antwerpen), lid
Prof. dr. S. de Vriendt (VU Brussel), lid
Prof. dr. J. Taeldeman (RU Gent), lid
Drs. C.G.M. Braspenning, waarnemer namens het Algemeen Secretariaat van de Taalunie.
Voor de negentiende eeuw heeft er in de Nederlanden nooit een officiële spelling bestaan. De schrijfwijze die men hanteerde werd vooral bepaald door het milieu waartoe men behoorde en het dialect dat werd gesproken. Pas in het begin van de negentiende eeuw ontwierp de Leidse hoogleraar Siegenbeek de eerste officiële spellingregeling. De spelling-Siegenbeek werd aanbevolen voor overheid en onderwijs. In 1865 verscheen de spelling-regeling van M. de Vries en L.A. te Winkel die in 1866 werd gevolgd door de woordenlijst. Deze spellingregeling was in feite niets anders dan een nadere uitwerking en aanvulling van de spelling-Siegenbeek.
In België, inmiddels sinds 1830 onafhankelijk van Nederland, werd deze spelling-De Vries en Te Winkel reeds in 1864 officieel ingevoerd. In Nederland gebeurde dat pas in 1883. In de spelling-De Vries en Te Winkel, die nog steeds de basis vormt voor de huidige spellingregeling, wordt uitgegaan van de volgende grondregels:
1. | de regel van de beschaafde uitspraak: in het algemeen wordt een woord geschreven zoals het wordt uitgesproken; |
2. | de regel van de gelijkvormigheid: ‘hoed’ en ‘(ik) rijd’ worden niet met een 't) op het eind geschreven (volgens de uitspraak), maar met een ‘d’, omdat het meervoud ‘hoeden’ en de infinitiefvorm van het werkwoord ‘rijden’ is; |
3. | de regel van de overeenkomst of analogie: ‘(jij) rijdt’ eindigt niet op een ‘t’ vanwege de uitspraak en ook niet op een ‘d’ vanwege de gelijkvormigheid, maar op ‘dt’ vanwege de overeenkomst met ‘(hij) damt’ (regel: stam + ‘t’ in 2e en 3e persoon enkelvoud); |
4. | de regel van de afleiding of etymologie: bij de keuze tussen twee schrijfmogelijkheden beslist de vroegere vorm van het woord: we schrijven ‘thuis’ in plaats van ‘tuis’ vanwege ‘huis’ en ‘tehuis’. |
In België, en in Nederland voor andere sectoren van de maatschappij dan het onderwijs, bleef de spelling-De Vries en Te Winkel ongewijzigd tot 1946. In Nederland werd echter voor het onderwijs in 1934 de ‘spelling-Marchant’ ingevoerd, genoemd naar de Minister van Onderwijs die hiertoe besloot. De wijzigingen van de spelling-Marchant, die vooral betrekking hadden op de spelling van de ‘e-’, ‘o-’ in open lettergrepen en van de ‘s’ op het einde van een woord, werden in België bij Spellingbesluit 1946 en in Nederland bij Spellingwet 1947 officieel ingevoerd. Sinds die tijd lopen Nederland en België, wat de spelling betreft, weer in de pas.
Enkele kwesties, zoals de spelling van de bastaardwoorden (‘actueel’ of ‘aktueel’) en van de verbindingsletters (‘bessesap’ of ‘bessensap’, ‘oorlogschip’ of ‘oorlogsschip’) werden in 1954 nader geregeld in het uitvoeringsbesluit van Spellingbesluit en Spellingwet, de Woordenlijst van de Nederlandse Taal, beter bekend als het ‘Groene Boekje’.
De regels voor de verbindingsletters waren echter ondoorzichtig en ten aanzien van de bastaardwoorden kon men een keuze maken tussen de voorkeurspelling (meestal de meer traditionele: bij voorbeeld ‘actie’) en de toegelaten spelling (meestal de meer progressieve: bijv. ‘aktie’). Hoewel in 1955 in enkele ministeriële