Engels als voertaal
Door moderne technologie is de wereld klein geworden. Afstanden schrompelen ineen. Internationalisering is het logische gevolg daarvan.
Deze internationalisering brengt een groeiende belangstelling voor het Engels met zich mee.
In Nederland blijkt dit uit een stijgend gebruik van het Engels in bedrijven en ondernemingen, aan middelbare scholen (de zgn. English streams) en in het hoger universitair en beroepsonderwijs.
Mede door aanmoediging van de minister van Onderwijs, de heer Ritzen, neemt het aantal colleges dat aan de universiteiten in het Engels gegeven wordt, snel toe. De universiteit van Amsterdam besloot eerder dit jaar een kwart van al haar colleges in het Engels te geven.
Het Algemeen-Nederlands Verbond ANV, de bijna 100-jarige vereniging ter bevordering van de Nederlandse taal en cultuur, schreef minister Ritzen een brief, waarvan de tekst werd afgedrukt in Neerlandia 1990-1.
Zoals uit deze opstelling moge blijken, keert het ANV zich niet tegen internationalisering of tegen het gebruik van het Engels als zodanig. Wèl vraagt het ANV aandacht voor de nadelige gevolgen van het ongeremd volgen van de genoemde ontwikkelingen.
Met prof. mr. A. Postma, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, vraagt het ANV zich af of het niet de hoogste tijd is om de Nederlandse taal wettelijk vast te leggen als de officiële van Nederland.
Het pleidooi van de heer Postma (CDA) verscheen in Neerlandia, het tijdschrift van het ANV, 94e jaargang, 1990 nr. 2.
Ook in de Tweede Kamer is inmiddels om wettelijke vastlegging, in de verschillende onderwijswetten, gevraagd door mevrouw drs. N. Ginjaar-Maas.