‘Wanneer thans de algemene beschouwingen werden gehouden, met de kennis van de recente uitspraken van minister Kok, zou het een geheel ander debat zijn geweest’.
De begroting is een opstapje naar de tussenbalans. Eerst dan is er beter zicht op de rijksfinanciën. Niet alleen ten aanzien van de kabinetsplannen, maar ook over de economische toestand van Nederland. Het kon allemaal weleens heel anders uitpakken, dan men thans denkt. De laatste berekeningen van het Centraal Planbureau zijn alarmerend. De economische groei van Nederland, kort geleden nog geschat op 2,75% zal niet boven de 2% uitkomen. Mochten de olieprijzen en de stand van de dollar zich op het huidige niveau handhaven, dan is de groei slechts 1%. En wie kent de gevolgen, wanneer het Golfconflict op een oorlog uitloopt? De wereldeconomie is in gevaar, de inflatie stijgt, de koopkracht komt onder druk te staan. Het zijn voorbeelden hoe gevoelig de nationale economie, de ontwikkeling op de arbeidsmarkt en het financiële beleid van het kabinet zijn voor het internationale gebeuren. Veeleer van die zijde is de komst van zorgelijke tijden te verwachten. En die dreiging stijgt uit boven de nationale politiek. Die kan alleen maar worden bedreven met inachtneming wat wereldwijd gebeurt en zich naar beste weten aanpassen...!
Het kabinet zal 10 tot 15 miljard moeten ombuigen. Kan zich in enkele maanden zo'n gigantische operatie voltrekken? Het blijft afwachten en vraagt een enorme inspanning van creativiteit en discussies, die pijnlijk voor de gemeenschap zullen zijn. Het is een lange, sombere litanie van vraagstukken, zoals de staatsschuld van 300 miljard die dagelijks stijgt met renteverhogingen en op alle Nederlanders drukt, want er wordt niet afgelost. Daarvoor zouden de opbrengsten van de aardgasbaten benut kunnen worden, hetgeen de Raad van State heeft aanbevolen. Maar het kabinet wendt de opbrengsten liever aan voor dekking van de begroting en een verlaging van het financieringstekort; het standpunt van het CDA. Vast staan de plannen om de subsidiestromen in te dammen. Het CDA heeft gepleit voor een selectieve beperking, zonder afschaffing van bestaande subsidies maar met een stop voor nieuwe aanvragen. Tegelijkertijd stelt men hogere eisen aan de subsidie-ontvangers in de vorm van eigen bijdragen. Andere, zeer politiek gevoelige thema's zijn de koopkracht en de koppeling. In het regeerakkoord sprak men af de koppeling te hanteren: de binding tussen de lonen in het bedrijfsleven en in de collectieve sector met de bedragen die uitkeringsgerechtigden ontvangen, in de zin van een gelijk oplopen.
Echter onder voorwaarde, dat er zich geen loonexplosies voordoen en het aantal uitkeringsgerechtigden niet stijgt. Intussen is een nieuwe voorwaarde in gesprek. De minister van Sociale Zaken, De Vries (CDA) beschouwt de slechte toestand der rijksfinanciën tevens als een voorwaarde om de koppeling enigszins terug te draaien. Maar hij stelt dat niet voorop. Men kan de koppeling handhaven als de overige bewindslieden geneigd zijn hun begrotingen scherp te besnoeien. De PvdA-bewindslieden zijn tegen het voorstel gekant. Zij houden vast aan de afspraken in het regeeraccoord. Wel zijn CDA en PvdA het eens over het laten vallen van de koopkrachtgarantie. De PvdA komt toch in moeilijkheden, omdat de socialisten de laagste inkomens buiten schot willen behouden. De vakbeweging (FNV) heeft inmiddels geconstateerd dat met het loslaten van de koppeling het fundament van het kabinet bezwijkt en nieuwe verkiezingen nodig zijn. Waarschijnlijk zal het niet zover komen. Het kabinet weet dat dit risico op de loer ligt. Toch zal men er alles aan doen de dreiging af te wenden. Men wenst aan beide zijden de laagstbetaalden niet de dupe te laten worden.
In de komende weken zal binnen het kabinet menigmaal de discussie worden gevoerd over dit gevoelige onderwerp. Wellicht staat ook de 4-daagse werkweek, een voorstel van de vakbeweging, op de agenda. Eén ding is zeker: het kabinet en de partijen in het parlement wensen dat de zorgen door alle schouders worden gedragen, op een evenwichtige en naar draagkracht mogelijke wijze.
Het is interessant kennis te nemen van een enquète van het Bureau Interview, naar het stemgedrag wanneer thans verkiezingen voor de Tweede Kamer werden gehouden. Het CDA zou van 54 naar 57 zetels stijgen, de PvdA terugvallen van 49 naar 45, de VVD van 22 zetels naar 19 zakken en D'66 stijgen van 12 naar 17. Groen links zou de 6 zetels behouden en de kleinrechtse partijen eveneens hun 6 vertegenwoordigers in het parlement.
Opiniepeilingen zeggen overigens niet alles. De uitslag verwijst echter naar onrust in de gelederen van PvdA. Waarschijnlijk moet de achterban nog wennen aan de huidige realistische kijk van zijn vooraanstaande politici, die hun waarschuwende stemmen hebben doen klinken over de komst van zorgelijke tijden.
Geert GROOTHOFF
10.11.1990