De West
Nederlands gemenebest
Het Koninkrijk der Nederlanden is aan een nieuwe structuur toe. De minister van Antilliaanse Zaken Hirsch Ballin stelde terzake een discussienota op, die de staatkundige toekomst regelt (zie Neerlandia 1990-2, blz. 88)
Het eiland Aruba, in het bezit van de ‘status aparte’, heeft inmiddels laten weten geen prijs te stellen op volledige onafhankelijkheid, die - indien gewenst - in 1995 zou worden verkregen.
In de discussienota geeft Hirsch Ballin aan voorstander te zijn van een tweedeling van de Antillen: Curaçao en Bonaire samen en de eilanden St. Maarten, Saba en St. Eustatius ook als aparte partner van het Koninkrijk, waarvan Aruba en Nederland al de afzonderlijke partners zijn.
Tegen de Nederlandse plannen zijn op de Antillen geen structurele bezwaren, al pleiten de eilanden wel voor invulling van de plannen, vooral waar het de financiering van de overheidsuitgaven betreft. Aruba heeft al ingestemd. Maar dit eiland worstelt met een enorm begrotingstekort, waarvoor het uitbreiding van de ontwikkelingsgelden van Nederland wil.