Ondanks de daarop volgende beslissing van de Belgische overheid dat de taalwetten moesten worden nageleefd, kregen de Vlaamse Komenaars geen voet aan de grond. Daardoor zou het duren tot de zomer van 1979 vóór een nieuwe poging werd ondernomen. In dit raam werd op 31 juli op het gemeentehuis van Komen een lijst met 45 handtekeningen aangeboden; evenzovele ouders vroegen medewerking ter verkrijging van Nederlandstalig onderwijs voor hun kinderen op grond van het hun wettelijk toegekende recht.
Deze ondertekenaars hebben het geweten; een golf van fransdolle haat spoelde over hen heen. Zo werden ze onder zware druk gezet om de handtekening terug te nemen. De klap op de vuurpijl was de beslissing van de gemeenteraad op 3 september 1979 de gevraagde medewerking voor de schoolstichting die aan alle wettelijke eisen voldeed te weigeren.
In oktober 1979 stelde de Raad van State de Vlaamse Komenaars in het gelijk door hun aanvraag geldig te verklaren. Dezen namen daarop de beslissing met de start van hun school te wachten tot het begin van het nieuwe schooljaar. Maar als het aan het Komense gemeentebestuur lag, zou deze vlieger niet opgaan. Het was uiteindelijk het kernkabinet dat op 27 augustus 1980 de beslissing nam een Nederlandstalige rijksbasisschool op te richten.
Als op 1 september deze school, die tijdelijk onderdak krijgt in het Franstalige Rijksatheneum, de deuren opent, blijkt dat de ouders van acht leerlingen nog niet zijn bezweken voor de op hen uitgeoefende sociale druk. In november is het aantal kinderen dat de school bezoekt opgelopen tot 17. Al is hier dan sprake van een verdubbeling, dit aantal staat in schril contrast tot de 121 kinderen uit het Komense die op dat ogenblik staan ingeschreven in scholen in de nabije West-Vlaamse dorpen. Dit aantal toont tegelijkertijd aan dat er voor een Vlaamse school in Komen wel degelijk een voedingsbodem aanwezig is.
Links de nieuwe school, opengesteld in 1983. Boven Huize Robrecht van Kassel, dat enkele jaren als nood-school heeft gediend.
Was op grond van een beslissing van het kernkabinet de Vlaamse school voorlopig ondergebracht in het Rijksatheneum, in oktober 1981 besliste de toenmalige Waalse minister Busquin op eigen houtje dat men dit gebouw had te verlaten. Uit nood werden de klassen toen gehuisvest in het Ontmoetingscentrum voor de Vlaamse Komenaars ‘Huize Robrecht van Kassel’. Deze onhoudbare toestand heeft geduurd tot het begin van het schooljaar 1983/1984. Toen kon het huidige schoolgebouw, dat in de tuin van dit centrum met geldelijke steun van vrienden uit Vlaanderen en Nederland werd gebouwd, betrokken worden.
Vanaf dat ogenblik is het leerlingenaantal gestadig toegenomen; momenteel wordt de school door een zestigtal kinderen bezocht. Daartoe zal de klimaatswijziging die zich in Komen heeft voltrokken na de hierboven al genoemde televisieuitzending, ongetwijfeld hebben bijgedragen. In elk geval geeft dit getal aanleiding vast te stellen dat een flink stuk van de sociale druk van de ketel is.
En zo kan de Vlaamse gemeenschap van Komen dit jaar dit dubbel jubileum vieren. Men is er blij dat dit dank zij de gewijzigde verhoudingen mogelijk is. Het is dan ook tegen deze achtergrond dat men de hoop koestert dat aan het samenleven van de beide taalgroepen in de komende tijd op een positieve wijze inhoud kan worden gegeven. Daarmee zullen zowel de Nederlandstalige áls de Franstalige ingezetenen van Komen gebaat zijn.
Martin HEIDA
Na.v. ONS KANTON, orgaan van de ‘Vriendenkring van het Komense’; 20e jaarg. nr. 2 Jaarabonnement Bfr. 300 (per jaar vier nummers met variërend aantal pagina's). Adres: Ontmoetingscentrum ‘Huize Robrecht van Kassel’, Kastelenlaan 109, B-7780 Komen.