Jan de Hartog terug van weggeweest
Sterreporters zijn op het spoor ergens in Waals Brabant van Jan de Hartog, die zich blijkbaar definitief in dit heerlijk glooiende landschap ten zuiden van Brussel gaat vestigen. Dat verhaal van sterreporter Fred Vandenbussche in Het Volk (Gent) is goud waard om op de activa te boeken van de Belgisch-Nederlandse of Vlaams-Nederlandse balans, die dezer dagen soms wel wat negatief uitvalt wanneer een - vrouwelijke - minister zich veroorlooft de Vlamingen buiten de Nederlandse cultuur te stoten. De Hartog: ‘Eigenlijk duurt mijn heimelijke liefdesverhouding met Vlaanderen al bijna vijftig jaar lang, van tijdens de oorlog.’ Op die niet mis te verstane verklaring volgt zijn verhaal over zijn vlucht over Vlaanderen naar Engeland:
‘De eerste dag van zijn vlucht kwam de Hartog in Zundert aan, waar hij werd opgewacht door een Vlaamse vrouw met een jongetje, zo uitstekend gedresseerd dat het de Hartog prompt als papa begon aan te spreken en zich gedroeg zoals iedere ondeugende snotaap. Het geheim van Vlaanderen werd me op slag duidelijk. Samen met de Polen hebben de Vlamingen in heel de wereld het meest ervaring met bezetters, en dat gaf me een deugddoend gevoel van veiligheid. Waar we ook kwamen, Antwerpen, Brussel, Moeskroen, overal werd rustig en uitvoerig aangezeten en heerste dat sfeertje van ‘laat die bezetters maar aan ons over, daar weten wij alles van’.
‘Het Belgisch gezin is uniek. Die celvorm van 's avonds de luiken dicht en alles wat niet van ons is, boos is, buiten sluiten, in het rustig besef van de eigen cultuur. Dat vind je nergens meer. En het bestaat in Vlaanderen op alle niveaus: van het gezin over de straat en de buurt tot het dorp, de streek, het land. Een kern omringd door allemaal concentrische cirkels, als een oude vesting. Het duurt lang voor het doordringt, maar als je éénmaal die kern bereikt hebt, bereik je een warm en conflictloos samenzijn’.
De Hartogs vlucht uit bezet Europa bood overigens contrast genoeg met die Vlaamse geborgenheid. Van de 22 die aan de tocht door de Pyreneeën begonnen, bleven er twee in leven: een Rus en Jan de Hartog, met een ernstige schotwonde aan het been.
‘Die Rus was ontsnapt uit een Duits krijgsgevangenenkamp en was, mirakel! mirakel!, zonder een woord Frans noch Duits te spreken tot in het zuiden van Frankrijk geraakt. Hij was meer wolf dan mens, overleefde dank zij zijn intuïtie. Toen ik neergeschoten was heeft hij me op zijn eentje over de Spaanse grens gedragen en we zijn opgepakt in een klein plaatsje bij Andorra. Daar heb ik hem voor het laatst gezien’.
Jan De Hartog zegt in hetzelfde gesprek dat zijn nieuwe boek ‘Bagger’ gaat heten ‘Mud’ in 't Engels. Het is gebaseerd op een ‘Waterbijbel’ van een calvinistische dominee ergens half de vorige eeuw. Hij denkt er drie jaar aan te schrijven. Zijn Amerikaanse uitgever dringt al veertig jaar op het boek aan. En zijn verhouding tot Nederland? Die is die van een zeemansverhouding. Blij er eens aan te komen, maar bijna net zo blij weer weg te mogen.
Achiel G. SAMOY