Spiegel Noord
CDA en PvdA in het regeringskasteel
Nederland heeft een nieuw kabinet-Lubbers III. Een coalitie van CDA en PvdA, waarin de christen-democraten en de sociaal democraten elk 7 posten bezetten. Het gezelschap telt drie vrouwelijke bewindslieden: twee van socialistische huize en één uit het CDA-kamp. Vice-premier en minister van Financiën is de oudfractievoorzitter van de PvdA in de Tweede Kamer, Wim Kok. Hij heeft lang gewikt en gewogen; òf terug in het parlement, òf in het Catshuis. Hij koos het laatste. Een moedig besluit. Immers, de combinatie is een zware opgave. Ook kwetsbaar voor een man die op de penningen moet letten en tegelijkertijd de socialistische achterban in het oog moet houden. Maar Nederland heeft vaker socialistische ministers van Financiën gekend. Daar komt nog iets bij. Wim Kok zal zich prettiger voelen als bestuurder dan als parlementariër. Veel hangt ook af van de samenwerking tussen Lubbers en Kok. Beiden zullen daar geen moeite mee hebben. De informatieperiode bood daarvoor een uitstekende proeftijd.
De formatie is vlot tot stand gekomen. Als gevolg van duidelijke aanwijzingen. De PvdA wenste na jaren in de oppositiebanken wel wat anders: het aanvaarden van regeringsverantwoordelijkheid. Er heeft zich ook een kentering in de partij voltrokken. Bevlogenheid is er practisch niet meer bij. De socialistische burgemeesters en wethouders van de grotere steden lopen niet met het hoofd in de wolken, maar zijn zakelijke, economisch en technisch geschoolde bestuurders. Zo ook Kok, als oudvakbondsleider. De sociaal-democraten hebben ook duidelijk afstand genomen van een te idealistische instelling, zoals in de jaren van de IKV-demonstraties tegen de plaatsing van kernwapens. Een meer realistische kijk brak door onder invloed van de internationale politieke ontwikkelingen, vooral in de verhouding tussen Oost en West. Een ontwikkeling in de socialistische gelederen die men ook elders bespeurt, zoals in de Bondsrepubliek en bij Labour in Engeland. Een kentering tevens in het economisch denken.
De liefde kon niet van één kant komen. Het CDA was op zijn coalitiegenoot, de VVD uitgekeken. Het boterde niet in de persoonlijke verhoudingen in het kabinet, zoals die tussen premier Lubbers en vice-premier De Korte. Toen de VVD het kabinet ten val bracht, op een gezocht argument, was de maat vol. Voortzetting van de coalitie, ook met andere liberale ministers zou, zo leerde de verkiezingsuitslag, een kabinet betekenen op drijfzand.
De formatie had korter kunnen duren. Er gingen veertien dagen verloren met de vraag of de Democraten '66 wèl of niet tot een centrum-links kabinet zouden toetreden. Het CDA en bovenal de PvdA waren daarvoor. Maar er kwam de klad in. De vice-fractievoorzitter van het CDA en onderhandelaar, dr. Bert de Vries, lag later met zijn politieke geestverwanten dwars.
Het draaide om de zetelverdeling: 7 voor het CDA, 6 voor de PvdA en 1 voor D'66, Maar, aldus fractieleider Hans van Mierlo van D'66, dan wel een ‘zware’ post, die hij dan zou waarnemen. Van Mierlo en zijn partij haakten af uit ‘zelfrespect’ en waren niet van plan voor CDA-dictaten te bukken. Het leverde de CDA-fractie een standje op van het eigen partijorgaan ‘CDActueel’. De fractie had de onderhandelingen moeten afwachten en D'66 in het voorstadium niet mogen wegsturen. D'66 heeft er misschien garen bij gewonnen. Uit een recent opinie-onderzoek bleek dat D'66 nu niet over de 12 zetels van september zou beschikken, maar over 15, zo niet 18. Premier Lubbers heeft het altijd betreurd dat het zo moest lopen.
Van beide kanten heeft de politieke wil derhalve voorgezeten om elkaar te vinden en tot resultaten te geraken. De onderhandelingen zijn met respect voor elkanders wensen en doeleinden gevoerd. Met de bedoeling tot voor beide partijen aanvaardbare overeenkomsten te geraken. Er is op zakelijke gronden overlegd, met het incasseren van geven en nemen. Indachtig de, vooral financiële, grenzen. Het gevolg was dat het eerste concept van informateur Lubbers, later werd herschreven, zodat beide fracties elkaar in het regeeraccoord zouden vinden. De politieke wil en de zakelijkheid kwamen ook tot uidrukking in de weergave naar de buitenwacht. Er werd niet via de media gespeeld, zoals ten tijde van Den Uyl en Van Agt. Vooral de laatste zette vaak in zijn openbare verklaringen zijn mede-onderhandelaars voor het blok. Die van niets wisten, maar de kranten moesten lezen of het in de huiskamer via de beeldbuis aan de weet kwamen. Het schiep geen vertrouwen. En zou zich later wreken. Op dit stuk van zaken ligt het nu geheel anders. Lang niet alle eisen voor ‘een nieuw beleid’, zoals de PvdA in de verkiezingstijd propageerde zijn in het regeeraccoord terug te vinden. Maar de inhoud verschilt op tal van punten echter wezenlijk van het voorgaande. Hoe de oppositie zal reageren kan interessant worden. De VVD ziet geen heil in het regeeraccoord. Het rammelt en heeft zwakke kanten, die het economisch herstel kunnen afremmen. Samenwerking met D'66 zal een illusie blijken. Er bestaan overeenkomstige opvattingen, maar nog sterker tegenstellingen. D'66 heeft van het ontstaan af geijverd voor staatkundige vernieuwingen. Waar de liberalen van de VVD niet van willen weten. ‘Interessant’ omdat D'66 in de centrum-linkse hoek zit. De partij zal het centrum-linkse kabinet daarop toetsen. Terecht zei Hans van Mierlo: ‘Het is inderdaad een pilante nieuwe vorm van oppositie voeren’.
Een coalitie voor vier jaren?
Niemand kan in de toekomst kijken. Maar er is weinig voor nodig om de gevaren aan te wijzen die om de hoek schuilen. De socialisten beheren de departementen waar het meeste geld wordt uitgegeven voor onderwijs, welzijn, volksgezondheid en cultuur, volkshuisvesting, ruimtelijke ordening én... milieu. Zal minister Kok met zijn politieke vrienden in botsing komen? Komen de overheid, de werkgevers en de vakbonden niet tot een solide Sociaal Accoord dan ligt de lont bij het kruit. En wat te denken, wanneer de voorspelde economische groei uitblijft? En wanneer men er niet in slaagt het grootste probleem en hèt voornaamste, de inperking van de langdurige werkloosheid, op te lossen? Er is een lichtpuntje. Niet voor niets is oud-minister prof. Andriessen, voorzitter van het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond aangezocht. Hij gaat, evenals jaren geleden, het departement van Economische Zaken besturen. Maar lopen zijn denkbeelden parallel met die van de heer Kok? De komende maanden zullen het moeten leren. Risico's genoeg.
De verkiezingen voor de gemeenteraden en voor de Provinciale Staten zullen de graadmeters zijn. Maar zover is het nog niet. Men zal het kabinet-Lubbers III een kans moeten geven. Omdat het beide partijen in het kabinet niet ontbreekt aan de ernstige wil te slagen.
Geert GROOTHOFF