AMRO-generale
Nadat anderhalf jaar lang werd gewerkt aan een fusie tussen de Nederlandse Amro Bank en de Belgische Generale Bank, maakten beide financiële instellingen op een persconferentie in Amsterdam op 18 september 1989 bekend dat de fusie niet doorgaat.
Op 12 februari 1988 ondertekenden Amro en Generale een samenwerkingsovereenkomst, die in een eerste fase moest leiden tot een coördinatie van de internationale activiteiten en tot het uitwerken van een gezamenlijke strategie. Op langere termijn (3 jaar) diende de volledige integratie een feit te zijn.
Beide banken besloten tot een wederzijdse participatie van 9,9%. Daarnaast zou elke bank een obligatielening met warrants uitgeven die de kruisparticipaties op telkens 25% zou brengen.
Begin dit jaar verklaarde P.-E. Janssen van de Generale Bank dat de fusie door juridische en fiscale problemen op de helling kwam. Nu werd dus officieel bekend gemaakt dat de fusie niet doorgaat, maar de pil werd verguld door de mededeling dat de twee ondernemingen wel een nieuwe overeenkomst ondertekenden, die een verdere samenwerking op commercieel, beleidsondersteunend en technisch terrein mogelijk moet maken.
De banken zullen elkaars zaken blijven bevorderen, maar de banken zijn voortaan wel vrij hun eigen strategie te bepalen.
De dienstverlening aan elkaars klanten blijft dus bestaan, onder meer via de Eurodesks, waarvan er in elk land 5 werden opgericht. Het vroegere Amro-kantoor in Antwerpen, dat werd overgedragen aan de gezamenlijke kantoren in New Vork, Londen, Zuid-Amerika, de Sovjet-Unie en China blijven bestaan.