| |
Overheid
Smit-Kroes wenst snelle hervatting Schelde-overleg
Op een plechtigheid in het Nederlandse Hansweert eind april, ter gelegenheid van de aanzet voor de moderniseringswerken aan het Kanaal door Zuid-Beveland, wees de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat Smit-Kroes op het wederzijds belang van een snelle heropstarting van het Schelde-overleg tussen Nederland en België. Aanwezig was ook de heer Biesheuvel, hoofd van de Nederlandse delegatie van de Onderhandelingscommissie Waterverdragen.
Smit-Kroes verzocht de eveneens aanwezige Vlaamse minister van Openbare Werken en Verkeer Sauwens, na de benoeming van het Belgisch delegatiehoofd Poppe, nu ook zo snel mogelijk de verdere samenstelling van de Belgische delegatie bekend te maken. Sauwens antwoordde de Nederlandse minister dat deze zaak ook voor de Vlaamse regering een prioriteit is.
| |
Geen koppeling zuivering Maas - uitdieping Schelde
G. Oskam, directeur van het Nederlandse Waterzuiveringsbedrijf Brabantse Biesbosch, sprak zich einde april uit tegen de koppeling van de zuivering van de Maas aan de uitdieping van de Schelde, zoals die door de Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat Smit-Kroes tot hiertoe werd gewild. Oskam drong erop aan het Maas-probleem apart te bekijken in een gemengde commissie waarin Frankrijk, België, Nederland en Duitsland zouden zetelen.
| |
Beleidsnota externe betrekkingen van Vlaamse regering
Medio mei diende de Vlaamse regering bij de Vlaamse Raad haar beleidsnota Externe Betrekkingen in. De nota, die het eerste basisdocument is voor het buitenlands beleid van het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap, besteedt veel aandacht aan de samenwerking met Nederland.
Het buitenlands beleid van de Vlaamse regering wordt voorbereid en gecoördineerd door het ministerieel comité Externe Betrekkingen, voorgezeten door voorzitter van de Vlaamse regering Gaston Geens. De overige leden zijn de gemeenschapsministers Norbert De Batselier (Economie), Patrick Dewael (Cultuur), Daniël Coens (Onderwijs) en Johan Sauwens (Openbare Werken en Verkeer).
Uit de beleidsnota blijkt duidelijk dat de Vlaamse Gemeenschap vast van plan is zelf een autonoom en internationaal beleid te voeren, het sluiten van verdragen inbegrepen, voor zover het om gemeenschapsmateries gaat (de nota verwijst hier naar het herziene grondwetsartikel 59 bis), en dat ze in afwachting van de herziening van grondwetsartikel 68 met de nationale regering mee wil praten voor zover het om gewestaangelegenheden gaat.
| |
| |
In het hoofdstuk ‘Vlaanderen in Europa’ wordt een eerste en belangrijke paragraaf gewijd aan Nederland. Zo zal, wat de bescherming en de promotie van de culturele en taaleigenheid betreft, ‘prioritaire en geprivilegieerde aandacht worden besteed aan de samenwerking met Nederland’. Voorts wordt gezegd dat ‘een intense samenwerking met Nederland op de verschillende bevoegdheidsdomeinen van de Vlaamse regering een prioriteit vormt in het Vlaams buitenlands beleid’. Ook Benelux ‘kan een kanaal zijn voor een geprivilegieerde samenwerking met Nederland’.
| |
Benelux-newsletter
Het secretariaat van de Benelux Economische Unie liet in mei 1989 het eerste exemplaar verschijnen van een nieuwsbrief. Daarmee wil Benelux de geïnteresseerde buitenwacht beter en vooral vlugger informeren.
| |
Vlaanderen stuurt ‘Flanders’ de wereld in
Begin mei viel in tienduizenden postbussen over de wereld, het eerste nummer van Flanders, het officiële, Engelstalige magazine van de Vlaamse Gemeenschap. Het driemaandelijks blad wil inhoudelijk sterk en gevarieerd
uitpakken. Het eerste nummer bevat een bijdrage van prof. Van Houtte over het Middeleeuwse Brugge, een artikel van schepen Devroe over de Antwerpse haven en een rijk geïllustreerd overzicht van de Vlaamse expressionisten van de ondertussen overleden Karel Geirlandt. Naast een indringend beeld van pater Damiaan door Jos Vranckx, is er een artikel van prof. Van Montagu over de Vlaamse realisaties op het gebied van de biotechniek met planten. De nodige praktische informatie ontbreekt evenmin. De buitenlandse lezer komt te weten hoe hij kan investeren in Vlaanderen, hoe hij op de werelduitzendingen van de BRT kan afstemmen en krijgt een keuze uit de culturele gebeurtenissen van Brussel tot Oostende. Het ook grafisch mooi verzorgde tijdschrift is een realisatie van het Vlaams Commissariaat voor de Internationale Samenwerking.
We signaleren in dit verband dat het Engelstalige tijdschrift Dutch Heights dat een paar jaar geleden door het Nederlandse ministerie van WVC werd gelanceerd, aan het doodbloeden is, en we herinneren eraan dat het initiatief van de Stichting Ons Erfdeel om een gezamenlijk Nederlands-Vlaams cultureel tijdschrift, The low Countries, uit te geven, door de overheden niet werd gesteund.
| |
Belgen in Nederland te laat voor Europese verkiezingen
Vele Belgen die vanuit Nederland per brief hun stem wilden uitbrengen op Belgische kandidaten voor de Europese verkiezingen van 18 juni, vernamen te laat dat zij zich daartoe al vóór 18 april op de Belgische ambassade of een Belgisch consulaat in Nederland hadden moeten melden.
Op de Belgische ambassade zat men met de zaak verveeld. Er was te weinig geld voor een echte voorlichtingscampagne of om alle Belgen persoonlijk aan te schrijven.
332 Belgen in Nederland meldden zich tijdig tegen 212, vijf jaar geleden. Officieel wonen 22.942 Belgen in Nederland. Telt men daarbij diegenen met een dubbele nationaliteit, dan komt men aan 50.000, aldus Buitenlandse Zaken.
| |
Belgisch-Nederlands cultureel akkoord
Op 3 april stelde Herman Suykerbuyk een parlementaire vraag over de wijze waarop het Belgisch-Nederlands Cultureel Akkoord (BNCA) wordt uitgevoerd. In zijn antwoord meldde gemeenschapsminister van Cultuur Patrick Dewael dat de Vaste Gemengde Commissie voor uitvoering van het Belgisch-Nederlands Cultureel Akkoord 7 Vlaamse leden telt, en één keer per jaar vergadert. De samenwerking met Nederland in het kader van het Cultureel Akkoord verloopt in verscheidene subcommissies die enkele malen per jaar vergaderen. Het BNCA heeft geen vast werkprogramma, noch een jaarlijks vooropgesteld budget. In principe worden de manifestaties die gesubsidieerd worden door de functioneel bevoegde administraties, geacht te verlopen in het kader van het Cultureel Akkoord.
‘Groot-Brittannië verscheept tachtig procent van zijn uitvoer naar het noorden van Europa. Alles moet langs Vlaanderen passeren. Bovendien zoekt Nederland exploitatieruimte in het zuiden dat kan alleen via Vlaanderen. We zitten dus op een belangrijk kruispunt. Het zou handig zijn als we nu joint ventures konden sluiten met kleine en middelgrote ondernemingen in Nederland. Het Noorden kan ons, bijvoorbeeld, onafgewerkte produkten leveren die wij klaar maken voor verkoop. Prioritair is ook de uitbouw van het wegennet: de kanaaltunnel moet opschieten en de verbinding Vlaanderen-Nederland moet verbeteren. Anders stuurt het Noorden zijn produkten via Duitsland naar het Zuiden’.
Jaak Vandemeulebroucke, VU-lijsttrekker Europese verkiezingen, in Knack 17 mei 1989.
| |
Taalunie: taakomschrijving en werkingsmiddelen
In zijn antwoord op een parlementaire vraag van Herman Suykerbuyk inzake de werkingsmiddelen en de taakomschrijving van de Nederlandse Taalunie, verklaarde gemeenschapsminister van Cultuur Patrick Dewael begin april dat de dotatie vanwege de Vlaamse Gemeenschap voor de Nederlandse Taalunie voor 1988 1.000.000 gulden (basisgedeelte) plus 1.909.000 guldenlovergehevelde taken) bedroeg.
| |
| |
De gemeenschapsminister gaf tevens een overzicht van de taken en subsidiëringen, die sinds de ondertekening van het NTU-verdrag naar de Taalunie werden overgeheveld: de Algemene Conferentie van de Nederlandse Taal en Letteren, de internationale Vereniging voor de Neerlandistiek, het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal, de subsidiëring van de universitaire docentschappen Nederlands in het buitenland, het Genootschap Onze Taal, de Vereniging Algemeen Nederlands, de Stichting Ons Erfdeel, het Comité voor Frans-Vlaanderen, de Prijs der Nederlandse Letteren, Het Literair, Dramatisch en Kritisch Akkoord, het Woordenboek der Nederlandse Taal, het Centrum voor de Bibliografie van de Neerlandistiek en het Colloquium Neerlandicum.
| |
Lerouge verlaat Brakke Grond
Walter Lerouge verlaat na 7 jaar directeurschap De Brakke Grond. Lerouge verlaat het Vlaams Cultureel Centrum in Amsterdam om directeur-generaal te worden van de dienst Media van het Vlaamse Gemeenschapsministerie van Cultuur. Op 21 april werd Lerouge tijdens een afscheidsfeestje uitgewuifd, maar omdat de Vlaamse regering nog geen opvolger heeft aangeduid, blijft hij voorlopig nog dienstdoend directeur.
| |
VCC De Brakke Grond
Begin april kreeg Herman Suykerbuyk antwoord op zijn parlementaire vraag i.v.m. de opdrachten die door het Vlaamse Cultureel Centrum De Brakke Grond in Amsterdam worden uitgevoerd. Gemeenschapsminister van Cultuur Patrick Dewael antwoordde dat de opdracht van het VCC in Amsterdam er volgens het decreet van 1982 in bestaat in het kader van de internationale culturele samenwerking bij te dragen tot de culturele integratie van de Vlaamse Gemeenschap met Nederland en tot een betere bekendmaking en promotie van de Vlaamse Gemeenschap in dat land.
Dewael gaf ook een overzicht van de kredieten voor de werking en de investeringen van ‘De Brakke Grond’ (personeelsuitgaven zijn hier dus niet inbegrepen):
|
lopende uitgaven |
kapitaaluitgaven |
1979 |
|
2.301.986 |
1980 |
|
19.306.532 |
1981 |
|
40.204.531 |
1982 |
|
2.799.937 |
1983 |
|
0 |
1984 |
|
119.000 |
1985 |
|
0 |
1986 |
|
0 |
1987 |
18.436.050 |
0 |
1988 |
23.803.071 |
3.296.673 |
|
|