[Nummer 3]
Conferentie ‘De Nederlanden Nu’
De jaarlijkse ANV-conferentie ‘De Nederlanden Nu’ vond dit jaar plaats op 22 mei in het Egmontpaleis te Brussel onder de titel ‘De plaats van de Nederlanden in het Europa van na 1992’.
Sprekers waren de voorzitter van de Vlaamse regering en de Nederlandse minister-president.
Voor ongeveer tweehonderd genodigden leidde minister Gaston Geens, in aanwezigheid van eerste minister Martens, vice eerste minister Schiltz en de ambassadeurs van België in Nederland en van Nederland in België minister-president Lubbers in.
Vlaanderen kan meer en meer een eigen beleid ontwikkelen. Nederland kan en moet daarop inspelen. ‘Zo wordt’, aldus de heer Geens, ‘op het vlak van het Vlaams buitenlands beleid de samenwerking met Nederland met het oog op de bescherming en het behoud van onze culturele en taaleigenheid in het eengemaakte Europa, als geprivilegieerd en prioritair gesteld.’
Vervolgens bood minister Geens aan de heer Lubbers de Vlaamse regeringsnota ‘Externe Betrekkingen’ aan. Op korte termijn zal het Vlaams ministerieel comité voor Externe Betrekkingen een nota inzake de Nederlands-Belgische ‘waterverdragen’ behandelen, zodat de feitelijke onderhandelingen met Nederland spoedig kunnen beginnen.
‘De grootste gemeenschappelijke uitdaging die zich voor Vlaanderen en Nederland in het nieuwe Europa aandient is echter ongetwijfeld de bescherming en de bevordering van ons cultureel erfgoed. Via de Nederlandse Taalunie kunnen Vlaanderen en Nederland werk maken van een samenhangende en overlegde taalpolitiek’, aldus de heer Geens.
Nederland en Vlaanderen zouden ten opzichte van elkaar ook meer gebruik kunnen maken van allerlei Europese regelingen, zoals het Erasmus-programma voor studentenuitwisseling.
Gezamenlijke promotie van onze cultuur in het buitenland verdient alle aandacht en wellicht moet het Belgisch-Nederlands cultureel akkoord van 1946 eens herzien worden.
‘Willen wij ons binnen het verenigd Europa tenvolle kunnen profileren en ontwikkelen, dan moeten wij ons samen engageren om een gezamenlijke strategie te ontwikkelen. Het Algemeen-Nederlands Verbond kan in dit proces een zeer eigen en stimulerende rol spelen’, aldus de heer Geens.
Minister-president Lubbers greep de uitdaging die het federaliserende België Nederland stelt aan door te verklaren:
‘Ik pak de handschoen op van de nieuwe mogelijkheden hier in Vlaanderen en we gaan met elkaar aan de slag.
Eerste minister dr. W. Martens begeleidt onder het toeziend oog van de voorzitter Vlaanderen van het ANV minister-president dr. R.F.M. Lubbers tijdens de ANV-conferentie ‘De Nederlanden Nu’ in het Egmontpaleis te Brussel op 22 mei 1989.
We zullen van die nieuwe mogelijkheden zeker ook onzerzijds gretig gebruik maken.’ De Nederlandse Taalunie is toe aan renovatie, niet zozeer van de artikelen zelf, als wel wat betreft het gebruik dat we er van maken, aldus de heer Lubbers.
Ook het pleidooi van de heer Geens voor een gezamenlijke promotie van de Nederlandse taal en cultuur in het buitenland, werd door de minister-president overgenomen.
‘Dat kan betekenen dat we goed moeten nagaan of we daar waar we in diplomatieke vertegenwoordigingen actief zijn, het werk van met name culturele attaché's op een wijze moeten laten doen dat zij het complete taalgebied representeren. In sommige gevallen zal het misschien zelfs mogelijk zijn om bepaalde instituten die er in