Spiegel Noord
Liberalen richten zich op de jaren negentig
De VVD is de eerste partij die een ontwerpverkiezingsprogramma voor het volgende jaar heeft gepresenteerd: ‘De kansvolle toekomst’, een strategie voor de jaren negentig. Na ‘Schuivende panelen’ en ‘Bewogen Beweging’ van de socialistische PvdA en het rapport ‘Een verantwoorde samenleving’ van het christen-democratische CDA, thans een nieuwe benaming om het kiezersvolk te trekken.
Er is aan het werkstuk van de liberalen een korte geschiedenis voorafgegaan. Een VVD-werkgroep stelde in 1988 een discussiestuk samen, ‘Liberaal Bestek’. Het had een behoudend karakter: verlaging van de collectieve uitgaven, een verplichte scholing voor werklozen, een grotere afstand tussen de uitkeringsbedragen en het minimumloon en beperking van het toelaten van buitenlanders. In de VVD-afdelingen sloeg het rapport in als een bom. Prompt werd het van tafel geveegd en toegezonden aan een door het hoofdbestuur van de VVD benoemde commissie om een ontwerp voor een verkiezingsprogramma op te stellen.
Het thans gepubliceerde ontwerp houdt in: verlaging van het financieringstekort, een verdergaande lastenvermindering, meer geld uittrekken voor milieubehoud en criminaliteitsbestrijding, een lagere groei van de defensielasten met 1% (aanvankelijk 3%) vanwege de wapenvermindering van Oost en West, geen bouw van nieuwe kerncentrales, behoud van de koopkracht voor uitkeringsgerechtigden, 4,25 miljard aan nieuwe bezuinigingen, o.m. door een verlaging van de bouwsubsidies. Zou dit laatste tot huurverhoging anleiding geven, dan moet daarvoor compensatie worden gezocht. Het ontwerp is in eigen kring enthousiast ontvangen, met uitzondering van de jongerenorganisatie van de VVD. Men achtte de inhoud min of meer vaag.
Het CDA, de PvdA en D66 beoordeelden de inhoud welwillend, maar zeer kritisch. ‘Een milde toonzetting’, was de reactie van de fractievoorzitter van het CDA, dr. Bert de Vries. Maar hij voegde eraan toe dat het beloofde sociaal-liberalisme toch niet uit de verf was gekomen. Het onderscheid dat de VVD maakt tussen de groepen van uitkeringsgerechtigden was in hoofdzaak zijn bezwaar. Volgens het ontwerp delen alleen de bejaarden en de volledig arbeidsongeschikten in de groei van de welvaart. De zgn. bijstandsmoeders en de langdurige werklozen vallen uit de boot. De eerste categorie, volgens het ontwerp, zou 2% voor gestegen prijzen ontvangen en de tweede categorie 1 tot 11/2%. Een onaanvaardbaar voorstel voor het CDA. De ontwerpers van het programma antwoordden, dat verhoging van de uitkering voor arbeidsgeschikten motief voor hen kan zijn zich niet voor het zoeken van werk in te spannen.
De socialisten zagen in lastenverlichting alleen maar een nog groter verschil ontstaan tussen de bestaande inkomens. ‘Er mag dan naar vernieuwing zijn gestreefd, het is toch eerder een behoud van het oude’, aldus de heer W. Kok, fractievoorzitter van de PvdA in de Tweede Kamer. Overigens vroeg hij zich af op welke wijze men 5 miljard gulden wil uittrekken voor milieubehoud. Want daar ontbreekt het aan, evenals aan een strategie op lange termijn. Voorts noemde de heer Kok zich een warm voorstander van milieubehoud, maar naar zijn overtuiging zullen de offers om dit doel te bereiken in het totale plan voor een sociaal-economisch- en inkomstenbeleid moeten worden opgenomen. Gebeurt dat niet, meende de heer Kok, dan heeft het geen enkele zin.
Het CDA en de PvdA vroegen zich af hoe de VVD denkt de beloofde koopkracht te handhaven.
D66 betitelde de inhoud van het ontwerp als tweeslachtig. Het ontbreekt aan duidelijkheid. In oktober a.s. wordt het ontwerp aan de VVD-afdelingen voorgelegd. Daarna is het de beurt aan het partijcongres het ontwerp vast te stellen.
Het is nimmer verstandig op de toekomst vooruit te lopen, maar men mag er zeker over nadenken. En dan dringt zich vanzelfsprekend de vraag op, als dit ontwerp eenmaal is vastgesteld, welke rol het speelt bij een kabinetsformatie na de verkiezingen van het volgend jaar. Daarover kan men pas filosoferen als de programma's van de andere partijen in de publiciteit zijn gebracht. Dan is vergelijken mogelijk.
Prof. J. Voorhoeve, fractievoorzitter van de VVD, rekent met dit verkiezingsprogramma op dertig zetels in de Tweede Kamer. Drie zetels meer dan nu.
Er is evenwel meer in het spel bij de VVD dan alleen een verkiezingsprogramma. Mr. Toxopeus liet zich in een vraaggesprek ontvallen, dat hij allerminst afkerig is van een coalitie PvdA-VVD. Hij zou het een gezonde zaak vinden wanneer de socialisten, na tien jaar oppositie, tot regeringsverantwoordelijkheid werden geroepen. Het CDA heeft naar zijn oordeel, zich nu reeds 70 jaar in het machtscentrum gekapseld.
Het zou gezond zijn voor de politieke verhoudingen in Nederland. Afwisseling kan geen kwaad, aldus de liberale politicus. De heer H. Vonhoff, Commissaris van de Koningin in Groningen en oud-VVD-staatssecretaris zag twee jaar geleden reeds een socialistischliberaal bondgenootschap in het verschiet. Een andere opstelling van de VVD zou zich duidelijker onderscheiden van het CDA en in de wandeling minder met het huidige regeerakkoord identiek worden beschouwd. ‘Dan moet de PvdA ons met een open geest tegemoet treden en afstand nemen van haar emotionaliteiten’, zei hij toen in een VARA-uitzending. Dergelijke geluiden zijn ook in de liberale Tweede Kamerfractie te beluisteren. Het klimaat heeft zich gewijzigd. Men zou elkander kunnen vinden op het terrein van het veiligheidsbeleid en immateriële vraagstukken als abortus en euthanasie. Maar zodra het vaststellen van het sociaal-economisch beleid in het zicht komt, zullen er wederzijds weerstanden optreden. Trouwens het is niet aan te nemen dat het merendeel van de liberalen zich tot de PvdA voor een samenwerking voelt aangetrokken. Tussen beide richtingen liggen tal van gevoeligheden die tot ver in de geschiedenis aanwijsbaar zijn. Omgekeerd zien geharde socialisten zich nog niet in dezelfde pas met liberalen. Ook daar een nog niet verwerkt verleden.
Tal van parlementsleden uit het CDA zien van een dergelijk partnerschap niets komen. Anderen zijn voorzichtiger in hun uitlatingen. Wellicht heeft het iets te maken met een heimelijke vrees in de oppositie te worden gedrongen. Immers, dat is men niet gewend. Inmiddels heeft prof. Voorhoeve gezegd, dat de VVD dichter staat bij het CDA. Alles zal afhangen van de verkiezingsuitslag. Komt de huidige coalitie met 76 zetels uit de bus? Zo ja, dan treedt waarschijnlijk het derde kabinet-Lubbers aan. Zo niet, dan is te denken aan een coalitie PvdA-VVD-D66 of van de PvdA met het CDA.
(10.4.1989)
Geert GROOTHOFF