Cultuur
In Open Forum, vaste rubriek in De Volkskrant, van 29 oktober 1988 stelde prof. dr. P.F. Maas onlangs dat Nederland en België een cultureel ‘Deltaplan’ moeten opstellen om de eigen cultuur in een verenigd Europa te beschermen. In november j.l. gaf J.F. Heldring zijn visie op Maas' Deltaplan. In het kader van Europa 1992 ontstaat ongerustheid over de gevolgen die een Europese eenheid zou kunnen hebben voor de Nederlandse cultuur. Maas spreekt van één Nederlandse natie die verdeeld is over twee landen en herenigd moet worden. Een staatkundige hereniging zal vooralsnog een onbegaanbare weg blijven, ofschoon hij deze hereniging wel als ideaal koestert. De taaleenheid vormt een voldoende voorwaarde. Over het Deltaplan van Maas, een cultureel plan waarin het behoud van de Nederlandse cultuur tot doel gesteld wordt, zijn volgens Heldring de meningen verdeeld. Wanneer een Deltaplan voor behoud en expansie van de Nederlandse cultuur noodzakelijk is, vooronderstelt dit dat zij bedreigd wordt. Deze bedreiging ontkent Maas. Hij pleit voor een intra-Europees verbond (Gallisch-Romaanse / Frans-Duitse samenwerking). Hierin wordt zowel naar binnen als naar buiten ruimte geschapen voor een Grootnederlandse cultuurpolitiek. Naast Heldring reageerde ook Beugels op het Deltaplan van Maas. Hij twijfelt aan de intra-Europese connecties die van doorslaggevende betekenis zouden zijn voor de positie van de Nederlandse cultuur in Europa. Bovendien vormt het aan de hereniging ten grondslag liggende uitgangspunt, de taalverbondenheid, een obstakel. Wanneer taal en cultuur tot één begrip vervloeien, wordt ernstig tekort gedaan aan alle andere stromingen die deel uitmaken van onze cultuur. Beugels plaatst Maas' pleidooi voor een Deltaplan voor behoud en expansie van de Nederlandse cultuur in breder verband. In plaats van een nieuwe organisatorische oplossing geeft Beugels de voorkeur aan het vitaliseren en dynamiseren van bestaande
samenwerkingsvormen, zoals de Nederlandse Taalunie. Het sluiten van een Cultureel Verdrag tussen Nederland en Vlaanderen, hetgeen na de staatshervorming in België eenvoudiger kan worden, biedt ook een oplossing.
De federale staat België geeft de drie gemeenschappen (de Vlaamse, de Waalse en de Duitse) zelfstandigheid op het terrein van o.a. cultuur, onderwijs en internationale culturele samenwerking. Het Taalunie Verdrag kan als basis dienen voor een Cultureel Verdrag Nederland-Vlaanderen, waarin de taal als bindend element in internationale culturele samenwerking fungeert. Het lopende Belgisch-Nederlands Cultureel Akkoord van 1946 dat versleten is, kan hiermee beëindigd worden.
Tijdens de Algemene Conferentie van de Nederlandse Taal en Letteren te Amsterdam, vond het idee van Beugels zijn neerslag in een aanbeveling aan beide regeringen. De betreffende resolutie vermeldt: ‘Een cultureel verdrag geeft Nederland en Vlaanderen in Europa en daarbuiten een krachtig instrument om hun culturele eigenheid in de toekomst te verzekeren en te versterken.’
(n.a.v. NRC, 01.11.1988 en De Volkskrant, 03.12.1988).
Hedwig MOLIER