sche diensten, aan allerlei internationale organisaties. Vlaamse bedrijven in het buitenland, hoofkwartieren van multinationals in België, enz. Ook in het buitenland wonende Vlamingen komen in aanmerking.
‘Het tijdschrift zal zich op hoog kwalitatief vlak profileren’, zo wordt in ambtelijke stijl gezegd, ‘en moet tegelijk voldoende toegankelijk blijven voor geïnteresseerde buitenlanders’. Een ‘Adviescomité Promotie Vlaanderen’ zal daarover moeten waken.
Het bestaat uit leidinggevende figuren uit diverse instellingen en instanties: voorzitter Gaston Geens van de Vlaamse Executieve wordt bijgestaan door o.m. E. Bruyninckx, secretaris-generaal van de SERV, prof. L. de Meyer, voorzitter van de VLIR, A. Geirnaert, directeur van het Vlaams Centrum voor Kwaliteitszorg, Cas Goossens, administrateur-generaal van de BRT, Diane Verstraeten, commissaris-generaal voor de Internationale Samenwerking, en anderen uit de administratie en uit de economische en wetenschappelijke wereld.
Een eerste redactioneel ontwerp voorziet een hoofdartikel door voorzitter Geens, een ‘situering van Vlaanderen’, een toeristische bijdrage over Brugge, een ‘sociaal-cultureel artikel’ over ‘Vlaanderen, een land van schilders’, een economische blik op de Antwerpse haven, een uiteenzetting over de internationale betrekkingen van de Vlaamse regering, een tekst over het Europacollege en een over de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappijen. Ook een ‘figuur van de maand’ en een evenementenkalender worden opgenomen.
De vraag rijst of men zich in Brussel wel goed heeft geïnformeerd over de mogelijkheden van een dergelijke ‘Flanders Promotion’. De plannen worden ten uitvoer gelegd op een ogenblik dat men in Nederland terugschrikt voor de ‘Holland Promotion’ die door minister Brinkman zo geestdriftig op het getouw werd gezet maar die in Amerika helemaal geen succes is gebleken. Brinkman heeft met dat doel ook een Engelstalig tijdschrift laten uitgeven: ‘Dutch Heights’. Nu al wil men deze publikatie in Den Haag afbouwen.
Toch bleek enkele jaren geleden uit een privé-onderzoek dat in de Angelsaksische wereld enige belangstelling voor een tijdschrift over onze gewesten bestaat. De voorwaarde was dan wel, dat het een algemeen-cultureel en algemeen Nederlands blad zou zijn. Geen Flanders of Holland Promotion dus.