de nederlanden in de wereld
De Neerlandistiek te Budapest
Het onderwijs van de Nederlandse taal en cultuur bestaat in Budapest op universitair niveau alleen maar op de Eötvös-Lorand-Universiteit (ELTE). De afdeling neerlandistiek ressorteert onder de vakgroep Germanistiek en Romanistiek, onder leiding van de germanist prof. dr. Karl Manherz. De naam van de vakgroep is een beetje misleidend: hier worden geen Duits, Engels of Frans onderwezen, maar de zgn. kleine Germaanse talen, dus Noors, Zweeds, Deens, IJslands en Nederlands.
De taalcursussen Nederlands en de studie van het Nederlands als bijvak (naast twee hoofdvakken) begon op de universiteit ELTE in het begin van de jaren zeventig. Vanaf het academisch jaar 1985-86 kreeg het Nederlands de status van hoofdvak: de studie werd uitgebreid van 3 tot 5 jaar. Na een overgangsperiode met zowel bijvak- als hoofdvakstudenten verdwijnt de bijvakstudie van drie jaar helemaal.
In het eerste jaar van de hoofdvakstudie wordt de grondslag gelegd: de student krijgt een intensieve basiscursus Nederlands (5 lesuren per week) en één hoorcollege geschiedenis van de Lage Landen. Aan het eind van het eerste jaar moeten de studenten een taalexamen afleggen (schriftelijk en mondeling) en een tentamen geschiedenis. Van de resultaten van dit ‘basisexamen’ hangt dan af of de student naar het tweede jaar overgaat, dus écht een student neerlandistiek wordt. Vanaf het tweede jaar worden alle colleges in het Nederlands gegeven. In het 2e tot 5e studiejaar hebben de studenten 10 tot 12 colleges per week: literatuurgeschiedenis, werkcollege letterkunde, beschrijvende grammatica, historische taalkunde, taalvaardigheid, kennis van land en volk, vertalen. De colleges worden tegenwoordig verzorgd door twee full-time docenten: mw. Judit Gera, gespecialiseerd in de letterkunde en mw. dr. Erzsébet Mollay, gespecialiseerd in de taalkunde.
Een belangrijke taak van de docenten - naast het lesgeven - bestaat erin de hulpmiddelen voor het onderwijs van het betrekkelijk nieuwe vak neerlandistiek samen te stellen: er zijn al leerboeken, bloemlezingen, tekstboeken, bibliografieën ontstaan die in de colleges onontbeerlijk zijn. Een Nederlandstalige lector hebben we in Budapest helaas nog niet, maar er is goede hoop dat daar in de toekomst een gunstige verandering in komt. Toch gaat geen semester voorbij zonder gastcolleges van Nederlandssprekenden of gasten uit het Nederlandse taalgebied. Als andere vakgroepen van de universiteit gasten uit Neder-
Parlement te Budapest, gezien vanop het dak van het Nationaal Museum.