Spiegel Zuid
Gemeenteraadsverkiezingen '88
Vaak worden gemeenteraadsverkiezingen gemeten aan hun vermoede ‘nationale’ effect. Uitgangspunt is dan dat lokale verkiezingen grootschalige opiniepeilingen zijn, die nauwkeurig weergeven hoe het er voor staat met de populariteit van coalitie- en oppositiepartijen. Sinds de grote gemeentefusies van 1975 is het bovendien eenvoudiger geworden lokale resultaten nationaal te interpreteren. In één klap hield België immers nog slechts 596 van de voorheen 2358 gemeenten over. In de per definitie grotere gemeenten groeide de invloed van de nationale partijen, b.v. op het vlak van de kandidaatsstelling. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1976 beperkte de campagne zich ook inhoudelijk niet tot het lokale: de socialistische oppositie maakte van de gelegenheid gebruik om 'n stem tégen de regering te vragen. Het francofone FDF zag deze raadsverkiezingen als een plebisciet voor grotere Franstalige expansie. Niet zonder succes overigens. Anno 1976 pleegde de FDF in de 19 gemeenten van de Brusselse agglomeratie een echte machtsgreep via een winst van ruim honderd raadszetels. Het op dat ogenblik in de regeringscoalitie opgenomen Rassemblement Wallon boerde electoraal zo achteruit dat de partij op nationaal vlak prompt met interne problemen te kampen kreeg wat de te volgen koers betrof. Het toenmalige kabinet-Tindemans ondervond daarvan de nodige hinder.
Nu de gemeenteraadsverkiezingen van 9 oktober 1988. De sinds enige tijd weer oppositionele liberale PVV twijfelde niet. Voor deze partij stonden deze verkiezingen in het teken van de kritiek op de nieuwe coalitie. Resultaat in Vlaanderen en Brussel: winst t.o.v. de vorige gemeenteraadsverkiezingen, verlies t.o.v. de parlementsverkiezingen van december '87. De coalitie zelf deed het niet slecht, voorzover er alleen naar de socialistische en de christendemocratische partijen gekeken wordt. Want de vijfde coalitiepartner, de Volksunie, kreeg het zwaar te verduren. Zowel in vergelijking met de vorig jaar gehouden Kamerverkiezingen als met de raadsverkiezingen van 1982 moesten er klappen geïncasseerd worden, met een verlies van 14 respectievelijk 20% van de aanhang.
De Volksunie regeert nu voor de tweede maal in haar bestaan mee op nationaal niveau. Het lijkt er sterk op dat mee-regeren telkens gepaard moet gaan met electorale catastrofes.
Het vorige Volksunie-regeerexperiment besloeg de periode juni '77 - april '79. In april '77 nog goed voor 10% van het nationale electoraat, was de partij in december '78 bij vervroegde parlementsverkiezingen teruggevallen op 7%. Na de terugkeer naar de oppositiebanken groeide de Volksunie weer naar het niveau van 1977. 1988 is dus een herdenkingsjaar. De Volksunie doet weer mee, zit voor de tweede maal in een nationale coalitie, en wil volop verantwoordelijkheid dragen voor een nieuwe etappe in de staatshervorming die Vlaanderen grotere autonomie moet geven. De meningen over de prijs die betaald kan worden voor een ruimere machtsoverdracht aan deelgebieden blijven zeer verdeeld. Ook in Wallonië waren er voldoende mogelijkheden voor een strafoefening: de Franstalige socialisten moesten naar de kiezer na het afbreken van de buitengewoon hartelijke banden met José Happart. Wat blijkt? Ondanks het loslaten van de radicale pro-Happart-standpunten géén afstraffing in het stemhokje. Fervente voor- én tegenstanders van de Voerense fruitteler deden het bijzonder aardig. Vooral de prestatie van mevrouw Lizin moet Happart weinig plezier gedaan hebben. Lizin, burgemeester van Hoei en PS-staatssecretaris voor ‘1992’ heeft weinig op met Happart; het lozen van deze Voerenaar heeft haar volle instemming. En ook haar PS-kiezers hebben er geen problemen mee: Lizin heeft sinds oktober een absolute PS-meerderheid in haar gemeenteraad en lijkt nu meer dan ooit een goede kanshebber voor het PS-lijsttrekkerschap voor de Euro-verkiezingen van volgend jaar. Een lijsttrekkerschap dat juist Happart zich had toebedacht.
In diens veelbesproken dorp Voeren waren verschuivingen te noteren op het vlak van de zetelverdeling. De Vlamingen snoepten met hun 6 zetels 1 zetel af van de Luiksgezinden (voortaan 9 zetels). Happart zelf boekte, ondanks het zetelverlies van z'n partij, een persoonlijk succes door 1097 voorkeurstemmen te halen.
Omdat de taalgrensgemeente Voeren (net als 6 gemeenten in Vlaams-Brabant en in het Waalse Komen) wettelijk een afspiegelingscollege opgelegd krijgt, komt voortaan ook het Vlaamse deel van de gemeenteraad in het bestuur van de gemeente terecht.
Dat te grote politieke ambities niet alleen bij Voerense politici te zoeken zijn, bleek in Brussel. Daar presenteerden zich twee oudgedienden uit de nationale politiek voor het ambt van burgemeester.
De vroegere socialistische minister van Buitenlandse Zaken Simonet trad 9 oktober jl. op als lijsttrekker van de liberalen, Paul Vanden Boeynants (VDB) leidde de christendemocraten. VDB's lijst deed het goed en de tweetalige lijsttrekker werd na enkele dagen door 'n meerderheid van de gemeenteraad naar voren geschoven als kandidaat-burgemeester.
Een mooier afsluiting van een lange politieke carrière is nauwelijks denkbaar: oud-parlementslid, oud-minister van Defensie, oud-premier, formateur van het eerste kabinet Martens, Minister van State Vanden Boeynants wilde eindigen als burgemeester op het stadhuis van z'n ‘eigen’ Brussel... Een droom leek in vervulling te gaan. Uiteindelijk ging het feest niet door. Premier Martens had een eventueel burgemeesterschap van VDB al in de verkiezingsnacht als ‘delicaat’ omschreven. Na een gesprek met Wilfried Martens haakte VDB snel af. Hij heeft blijkbaar al zijn politieke krediet verspeeld toen hij vorig jaar door het Brusselse Hof van Beroep te kijk werd gezet als ‘fraudeur en vervalser’ en daarom bedacht werd met 3 jaar voorwaardelijk en een boete van 500 000 franken. ‘Een burger onder alle verdenking’, heette het in een kop van het weekblad Knack.
Het meest fascinerende verschijnsel van de gemeenteraadsverkiezingen '88 vormde het verkiezingsresultaat van het uiterst rechtse Vlaams Blok. In Vlaanderen en Brussel in '82 goed voor 2,5% van de kiezers, in '88 aangeland op 5,6%. De groei was niet helemaal onverwacht, maar de klap kwam toch hard aan in Antwerpen, waar het Blok van 2 naar 10 zetels sprong en zo gelijk promoveerde naar de plaats van derde grootste partij na socialisten (17 zetels) en christendemocraten (12 zetels). Ter vergelijking: de Volksunie, in Antwerpen geleid door vice-premier Hugo Schiltz, viel van 8 naar 4 zetels. Hoewel het Blok ongetwijfeld een pakket spijtstemmen uit Volksunie-hoek te verwerken kreeg moet het succes van dit voorheen ook getalsmatig marginale partijtje vooral gezocht worden in het geselecteerde campagnethema: de aanwezigheid van buitenlandse werknemers. Het Vlaams Blok voerde een harde anti-gastarbeiderscampagne onder het motto ‘Eigen Volk Eerst’.
De traditionele partijen maken zich nu wél zorgen.
Adriaan OVERBEEKE