legen ziekenhuis te laten rijden, ook al moet men daartoe de landsgrens oversteken en ook al sluiten ziektekostenregelingen hier thans niet op aan.
Tenslotte zij vermeld dat het Brabants Heem en de Antwerpse federatie van heemkundekringen over enkele maanden op instigatie van Benego zullen starten met een uitwisseling tussen heemkundekringen. Het is de bedoeling hier een jaarlijks terugkerende traditie van te maken.
In de voorbije jaren zagen ook diverse culturele en toeristische folders het licht: een over de bos- en natuurgebieden langs de grens, een over de musea en een over de toeristisch-recreatieve attracties.
Kan ‘de bruine’ dit allemaal trekken, zult u zich misschien afvragen, en zo ja, wie is ‘die bruine’? Toen Benego een paar jaar geleden ‘op dood spoor’ leek te zitten en enkele enthousiaste gemeentebestuurders de trein weer op het goede spoor hebben getrokken, was er nog zo'n f 10.000- in kas. Met die beperkte middelen en een startsubsidie van de provincies Antwerpen en Noord-Brabant van elk f 10.000,- zijn wij toen opnieuw gestart. Onze filosofie was: eerst ons bestaansrecht door enkele korte termijn-succesjes en een langer termijnperspectief te bewijzen om daarna pas bij de deelnemende gemeenten om subsidie aan te kloppen. Dit jaar hebben wij de gemeenten voor het eerst om een subsidie van f 550,- of 10.000 Belgische frank gevraagd. Dat levert zo'n f 20.000,- per jaar op. Veel te weinig om te kunnen rondkomen. Wij prijzen ons dan ook gelukkig met een subsidie van ± f 25.000,- gedurende drie jaar van van het provinciaal bestuur van Noord-Brabant. Van de Vlaamse Gemeenschap hebben wij voor 1987 een subsidie van f 12.000,- ontvangen. Voegt men hierbij een projectsubsidie van het Nederlandse ministerie van Binnenlandse Zaken van f 30.000,- voor het tot stand brengen van een statuut, dan hebt U een inzicht in onze belangrijkste inkomstenbronnen. Aan de uitgavenkant springen naast de kosten verbonden aan de hiervoor genoemde activiteiten in het oog de salariskosten voor drie part-time functionarissen: een ambtelijk secretaris, een administratief medewerker en een wetenschappelijk medewerkster van de Universiteit Antwerpen.
Ik geloof zonder overdrijving en zonder onbescheiden te willen zijn te mogen zeggen, dat wij met Benego goed bezig zijn een beter lot te verdienen dan Tantalus. Tantalus had het aan zichzelf te wijten dat hij zwaar gestaft werd in de onderwereld. Als zoon van Zeus waren zijn macht en aanzien zo groot dat de goden hem toestonden aan hun maaltijden aan te zitten. Overmoedig geworden zondigde hij door de geheimen der goden aan stervelingen te vertellen. Ook stal hij nectar en ambrozijn om daarmee zijn vrienden de onsterfelijkheid te bezorgen. Tenslotte doodde hij zelfs zijn zoon Pelops en zette hem als spijs aan de goden voor om hen op proef te stellen. Hij werd hiervoor, zoals gezegd, in de onderwereld vreselijk gestraft: tot aan zijn lippen stond hij in het water, terwijl boven zijn hoofd een tak met vruchten hing; als hij wilde drinken week het water terug en reikte hij naar de vruchten, dan boog de tak naar boven, zodat eeuwige honger en dorst zijn deel werden.
Een dergelijk lot hebben wij niet verdiend. Moge Benego spoedig de vruchten van de Beneluxovereenkomst binnen handbereik krijgen.
mr. dr. A.G.J.M. ROMBOUTS
burgemeester van Wouw voorzitter Belgisch-Nederlands Grensoverleg (Benego)