[Nummer 4]
Onderwijs: de rangen sluiten
Door de goedkeuring, begin augustus, van de wet op de staatshervorming, is België de weg opgegaan van het federalisme. Door die wet wordt een aantal voorheen nationale bevoegdheden overgedragen aan respectievelijk de Vlaamse en de Waalse Gemeenschap. Over de prijs die voor deze bevoegdheidsoverdracht, en dus voor ruimere regionale bestuursautonomie werd betaald, en die meer bepaald betrekking heeft op de taalgemengde situatie in en rond het Brussels hoofdstedelijk gebied, is men in Vlaanderen niet onverdeeld gelukkig. Maar wat men ook denke over de opportuniteit van de doorgevoerde staatshervorming, vanuit algemeen-Nederlands oogpunt moet vooral de communautarisering (de overdracht van bevoegdheden van het centrale naar het regionale bestuursniveau) van de integrale onderwijsbevoegdheid als positief worden beschouwd. Daar waar tot nog toe het onderwijs in Vlaanderen ‘Belgisch’ werd georganiseerd, komt nu ruimte vrij voor eigen klemtonen inzake het onderwijsbeleid van de beide taalgemeenschappen.
De pedagogische klemtonen hebben in België al altijd, en de jongste tijd steeds meer, gevoelig anders gelegen bij de Nederlandssprekende dan bij de Franssprekende Belgen, en vormden daardoor een latente conflictstof op het Belgische nationale beleidsniveau. Aangezien bovendien de Vlaamse pedagogische inzichten nauw aansluiten bij de Noordnederlandse inzichten en verworvenheden, mag men hopen dat de bevrijding uit het unitair-Belgische keurslijf en de mogelijkheid tot het voeren van een autonoom onderwijsbeleid, de Vlaamse onderwijswereld ertoe zal aanzetten, in aansluiting met het noorden, binnen het hele Nederlandse taal-, cultuur- en onderwijsgebied de weg van de verrijkende en versterkende integratie te bewandelen.
Redactie