Steden en hun verleden
Op vrijdag 8 april a.s. start de Teleac-cursus over de stadsgeschiedenis onder de titel ‘Steden en hun verleden’, de ontwikkeling van de stedelijke samenleving in de Nederlanden tot de 19e eeuw.
Aan de hand van acht Nederlandse en vier Vlaamse steden wordt de historische herkomst van de Noord- en Zuidnederlandse stad in beeld gebracht, waarbij het leven van de mens in die tijd centraal staat. De cursus is erop gericht om op een andere wijze naar de historische overblijfselen van hun steden te gaan kijken. Geleerd wordt om hun aanwezigheid in een historische context te plaatsen, oog te krijgen voor details en begrip voor de menselijke dimensie.
De televisie behandelt, net als het cursusboek, aan de hand van één van de twaalf steden, verschillende thema's.
De stadsverdediging wordt behandeld met Maastricht en Naarden als voorbeeldsteden. De stedelijke rechtspraak en het bestuur worden beschreven aan de hand van de Mechelse geschiedenis. Bij het onderwerp kerkelijk leven staat Utrecht centraal.
De Bossche geschiedenis licht het thema verkeer nader toe. Antwerpen illustreert de (verre) handel, Leiden de nijverheid, Amsterdam het wonen (in de breedste betekenis van het woord), Leuven het onderwijs, Haarlem de cultuur (zowel de kunsten als de volkscultuur en vrijetijdsbesteding), Brugge de sociale zorg en ten slotte toont de Groningse geschiedenis het belang van de relatie stad-platteland. De verschillende thema's worden geïntroduceerd met behulp van de geschiedenis van een van de oudste en mooiste steden van Nederland, Maastricht.
Teleac-Magazine van maart-september 1988 schrijft: ‘Zoals uit deze opsomming blijkt staan in de cursus zowel Nederlandse als Vlaamse steden centraal. Vanuit het perspectief van de stadsgeschiedenis is dit een vanzelfsprekende aanpak. In de middeleeuwen, toen van naties nog geen sprake was, werden de Lage Landen - dus heel het gebied tussen Rijsel (nu Lille) en Groningen - vaak aangeduid als Vlaanderen. In het graafschap Vlaanderen lagen immers de eerste grote steden. Met andere woorden: Vlaanderen was toen economisch en politiek het belangrijkste gewest in de Lage Landen. Met uitzondering van noordelijk Italië was er geen gebied in Europa met een vergelijkbare graad van verstedelijking en welvaart. Na de zestiende eeuw verschoof het zwaartepunt in noordelijke richting. Het noordwestelijk deel van de Lage Landen, ofwel het graafschap Holland met zijn talrijke, welvarende havensteden en in het bijzonder met Amsterdam, kreeg een dominerende positie binnen de Noordnederlandse economie, politiek en cultuur’.
In de radiolessen ligt het accent minder op het thema maar meer op het verleden van de stad. Gesprekken met deskundigen op het gebied van de lokale geschiedenis geven een impressie van de historie en van de bezienswaardigheden van de twaalf behandelde steden.