Neerlandia. Jaargang 92
(1988)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 33]
| |||||
Bestendiging contact-, studie- en documentatiecentrum voor de Nederlands-Vlaamse samenwerkingIn een vorig nummer berichtten wij over het voorstel van decreet ter erkenning en subsidiëring van het Algemeen-Nederlands Congres, ingediend in de Vlaamse Raad op 10 maart 1987. Hier brengen wij verslag uit over de evolutie van het ‘dossier bestendiging’ in Vlaanderen en Nederland. Het voorstel van decreet was ingediend door SP, VU en CVP. Na een intense campagne stond de commissie Cultuur van de Vlaamse Raad vrij gunstig tegenover het voorstel en spoorde de commissie minister Dewael aan een delegatie van het A.N.C. uit te nodigen. In de zomer van 1987 stapten Piryns, De Graeve en Vandaele naar de minister. Resultaat van het gesprek: de minister was geen voorstander voor de formule van een decreet, maar verklaarde zich wel bereid een substantieel bedrag toe te kennen via een nominatim vermelding in de begroting (dus elk jaar te hernieuwen en aanpasbaar). Na het parlementair reces zou hij een voorstel in die zin doen aan de commissie Cultuur. Het A.N.C. heeft toen een brief gestuurd aan de leden van de commissie om de stand van zaken te schetsen en alsnog aan te dringen op een decretale of vergelijkbare regeling. Ondertussen werd de begroting van de Vlaamse Gemeenschap ingediend en bleek dat het A.N.C. niet nominatim vermeld stond voor 1988. Door ons gecontacteerd zegde het kabinet dat dit te wijten was aan de spoed waarmee de begroting moest worden ingediend en dat het A.N.C. uit het Fonds Internationale Culturele Betrekkingen zou worden betoelaagd. Maar de regering valt als een herfstblad. Het A.N.C. vraagt de ondertekenaars van het voorstel van decreet, ondanks de onzekere politieke toestand, toch nog iets te doen. De heer De Beul interpreteert Dewael. Het antwoord van de minister is zonder meer schokkend: hij veegt alles van de tafel en zegt dat het onderhoud met de A.N.C.-delegatie geen nieuwe elementen heeft aangebracht en dat hij geen enkele reden ziet om de vroegere subsidie aan het A.N.C. (450.000 BF) op te trekken. Daarmee plaatst Dewael een punt achter het hele dossier, wetend dat door de val van de regering:
Bij het aantreden van de nieuwe Vlaamse Raad moet nu de hele procedure worden overgedaan.
Zoals in Vlaanderen, werd ook in Nederland een compleet dossier met documentatie afgegeven aan het ministerie van WVC. Het ministerie wees het verzoek om subsidiëring af in een brief die een curieuze argumentatie ontwikkelt. Het A.N.C. liet deze zaak voorlopig rusten omdat het Vlaamse dossier op dat ogenblik gunstig evolueerde en het daarover eerst uitsluitsel wilde. Aangezien dit scenario werd verstoord, zal het A.N.C. echter ook in Nederland een campagne starten via rechtstreekse politieke contacten. Nu alle aanvragen voor BTK-projecten in België (TAP in Nederland) zonder gevolg werden geclasseerd, is het voor de bestendiging van het contact-, studie- en documentatiecentrum van het A.N.C. meer dan ooit levensnoodzakelijk dat van overheidswege de middelen ter beschikking worden gesteld om vast personeel aan te werven. Alleen zo kunnen wij erin slagen de brede waaier van gespecialiseerde werkgroepen behoorlijk te begeleiden, de geplande projecten uit te voeren en als volwaardig steunpunt te fungeren voor die Nederlands-Vlaamse samenwerkings-initiatieven die niet onder de bevoegdheid van de Taalunie vallen. |
|