de desbetreffende ministers om eerst de docentschappen Nederlands in de landen van de Europese Gemeenschap aan de Taalunie over te dragen. Deze overdracht ging in bij het begin van 1985. Vervolgens kwam de overdracht van de docentschappen Nederlands elders in de wereld, per 1 januari 1986. Twee landen bleven nog buiten deze overhevelingen: Zuid-Afrika en Indonesië. Zuid-Afrika bleef er buiten, omdat de landen van het Taalunieverdrag op het ogenblik geen behoefte gevoelen aan verdieping van de culturele betrekkingen met de Republiek van Zuid-Afrika. En Indonesië werd nog niet overgeheveld, omdat de betrekkingen met dit land - anders dan met Zuid-Afrika - juist zeer uitgebreid en diepgaand zijn, waardoor in het protocol van overdracht heel wat zaken nauwkeurig moeten worden geregeld. Dit proces zal spoedig voltooid zijn.
De Taalunie is de enige organisatie geworden die zich met alle docenten Nederlands aan buitenlandse instellingen van wetenschappelijk onderwijs zal bezighouden.
In verband met de overheveling van dit werkveld heeft het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie beslist dat de Nederlandse Taalunie gedurende enkele jaren het beleid van de vroegere subsidiegevers onveranderd zal voortzetten. Hieraan wordt nu loyaal uitvoering gegeven, wat niet belet dat de Taalunie ook oog heeft voor het steunen van enkele nieuwe initiatieven, zij het dan in beperkte mate, omdat haar, bij de overheveling van de Neerlandistiek extra muros door de beide landen, slecht gemarkeerde bedragen ter beschikking zijn gesteld.
Sedert de Taalunie de neerlandistiek extra muros in haar takenpakket heeft, heeft zij niet nagelaten om de voorheen geldende omslachtige administratieve procedures voor het doorsluizen van subsidies naar de docenten in het buitenland enigszins te stroomlijnen en te versoepelen. Op die manier kunnen zij nu zelf over het geld voor de hun toegewezen boekensubsidie beschikken en eigenhandig het nodige leermateriaal en boekenpakket aanschaffen.
Intussen wordt het ook duidelijk op welke soort ondersteuning van Taaluniewege de docenten kunnen rekenen. Het gaat in hoofdzaak, behalve het geven van boekensubsidies, om aanvulling op lonen van docenten, het betalen van een bijdrage in de reiskosten van groepen Nederlandsstuderenden naar België en Nederland, het financieren van geregelde docentenvergaderingen in de ons omringende landen, het co-financieren van ter plaatse gehouden symposia, colloquia en de daaruit voortvloeiende publikaties, het ter beschikking stellen van didactisch materiaal zoals leerboeken, audio- en videocassettes en dies meer.
Vooral op dit laatste gebied heeft de Taalunie zich sedert de laatste drie jaar met enkele noemenswaardige initiatieven verdienstelijk gemaakt.
De Taalunie heeft terstond na de overheveling van neerlandistiektaken bij de docenten navraag gedaan naar behoeften aan educatief materiaal. Aan de hand van de ontvangen antwoorden werd een voorlopig rapport opgesteld. Op grond van dit rapport heeft de Taalunie in samenwerking met de Belgische Radio en Televisie en met Radio Nederland Wereldomroep het cursuspakket ‘Gesproken Nederlands’ uitgebracht.
Uitgegeven zijn voorts eigentijdse cabaret-liedjes uit het repertorium van Vlaamse en Nederlandse cabaret-artiesten. De liedjes werden bijeengebracht op twee audio-cassettes onder de titel ‘Zo zingt men in het Nederlands’.
In 1986 werd de eerste serie van zes cassettes uitgebracht met video-materiaal, dat de Taalunie vrij van rechten heeft gekregen van de Nederlandse Rijksvoorlichtingsdienst en de Filmdienst van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Deze cassettes zijn geleverd aan de Belgische en Nederlandse ambassades in de landen waar de neerlandistiek wordt beoefend. Wie met deze cassettes wil werken, kan ze van de ambassades te leen vragen. Intussen wordt gewerkt aan een tweede serie.
De Taalunie is ook met Teleac in contact getreden ten einde een pakket video-cassettes aan te kopen van de succesvolle cursus ‘Nederlandse literatuur na 1830’.
Op dezelfde wijze zullen ook een aantal schrijversportretten ter beschikking worden gesteld. Deze schrijversportretten van onder meer Hugo Claus, Ward Ruyslinck, Harry Mulisch, Maarten 't Hart, Simon Vinkenoog en Remco Campert werden geproduceerd door de Stichting Schrijvers in Beeld uit Amsterdam.
Medio 1987 werd een vervolgserie van drie video-cassettes verspreid over actuele politieke en toeristische onderwerpen uit de programma's Panorama en Boeketje Vlaanderen en uit het nieuwsjournaal van de BRT. Deze serie vult de serie ‘In view of Holland’ aan, die door de Nederlandse Rijksvoorlichtingsdienst wordt uitgebracht.
In samenwerking met de BRT-Wereldomroep, Radio Nederland Wereldomroep en de Taalunie wordt een radio-cursus Nederlands voor Franstaligen opgezet die begin 1988 wordt uitgezonden door de beide omroeporganisaties in een groot aantal afleveringen.
Tevens heeft de Nederlandse Taalunie voor een flink bedrag met BRT en NOS geparticipeerd in een TV-documentaire over Multatuli, die in oktober 1987 werd uitgezonden in Nederland en België.
Geïnspireerd door de welbekende BBC-serie ‘The Story of the English Language’ wordt in samenwerking met de NOS en BRT gewerkt aan de produktie