Aanmoedigende verkiezingsuitslagen voor de Vlamingen te Brussel
De uitslagen van de parlementsverkiezingen van 13 december 1987 zijn de beste voor de Vlamingen in Brussel-Hoofdstad sedert die van 17 december 1978, nadat de splitsing van de drie nationale partijen was voltrokken.
In al de kieskantons van het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde behalen de 6 Nederlandstalige partijen samen (CVP, SP, PVV, VU, Agalev en Vlaams Blok) een groter percentage van de stemmen, al is het hoogtepunt van de Europese verkiezingen van 10 juni 1979 nog niet opnieuw bereikt in de Brusselse agglomeratie.
Toch hebben de Brusselse Vlamingen op 13 december 1987 door een ‘vrijwillige’ keuze tussen eentalige en tweetalige lijsten reeds meer stemmen uitgebracht op Nederlandstalige partijen dan in de tweede Europese verkiezingen van 17 juni 1984, die net zoals de eerste van 1979 gekenmerkt waren door de ‘uitsluitende’ keuze tussen eentalige lijsten.
Vlaamse stemmen gaan onvermijdelijk verloren ten voordele van tweetalige lijsten, zoals de vier die op de kiesbrieven van de laatste parlementsverkiezingen voorkwamen (SAP-POS, KPB-PCB, PVA-PTB en NF-FN) en die samen in de drie zuiver Brusselse kantons (Brussel, St.-Gillis en St.-Jans-Molenbeek) resp. 4,1% 3,5% en 4,1% en in de vijf ‘gemengde’ kantons (Anderlecht, Elsene, Schaarbeek, St.-Joost ten Node en Ukkel) resp. 3,5%, 2,5%, 3,3%, 2% en 2,5% van de stemmen behaald hebben.
De groeiende neiging om aandacht te schenken aan de kandidaten zelf kan ook tot lichte verschillen leiden in het aantal behaalde stemmen, naargelang het om de Kamer of de Senaat gaat. Zo zijn er in het kanton Brussel 0,3% Vlaamse stemmen minder voor de Senaat, maar daarentegen 0,5% en 0,8% meer respectievelijk in de kantons St.-Gillis en St.-Jans Molenbeek, met een totaal van 366 Vlaamse Senaatsstemmen meer in die drie zuiver Brusselse kantons.
Het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde bestaat uit twee administratieve arrondissementen: het tweetalige ‘Brussel-Hoofdstad’ (de 19 gemeenten van de Brusselse agglomeratie) en het Nederlandstalige ‘Halle-Vilvoorde’ dat ook de 6 faciliteitengemeenten omvat.
Maar niet al de kieskantons in dit kiesarrondissement zijn aan de administratieve arrondissementsgrenzen aangepast:
1) drie kieskantons bestaan uitsluitend uit 6 gemeenten van de tweetalige Brusselse agglomeratie: Brussel, Sint-Gillis, Sint Jans Molenbeek (met Ganshoren, Jette en Koekelberg);
2) vijf ‘gemengde’ kieskantons omvatten naast 13 ‘Brusselse’ gemeenten ook 17 randgemeenten (in hun omvang van vóór de fusie), tussen haakjes vermeld: Anderlecht, Sint Agatha Berchem (Dilbeek, Zellik); Elsene, Oudergem, Watermaal-Bosvoorde (Hoeilaart, Overijse); Schaarbeek, Evere (Diegem, Nederokkerzeel, Steenokkerzeel, Zaventem); Sint Joost ten Node, Etterbeek, Sint Lambrechts Woluwe, Sint Pieters Woluwe (Kraainem, Sint Stevens Woluwe, Sterrebeek, Wezembeek-Oppem); Ukkel, Vorst (Beersel, Drogenbos, Linkebeek, Ruisbroek, Sint Genesius Rode);
|
Eur. Verk. (Ned. kiescollege) |
|
Nationale verkiezingen |
|
|
|
|
(5 nat. part.) |
|
(6 nat. part.) |
|
|
10.6.79 |
17.6.84 |
17.12.78 |
8.11.81 |
13.10.85 |
13.12.87 |
Brusselse kantons |
Brussel |
25,9 |
21,2 |
18,98 |
18,57 |
19,8 |
21,7 |
St.-Gillis |
13,5 |
9,3 |
8,55 |
8,52 |
8,9 |
9,4 |
Molenbeek |
27,2 |
21,5 |
20,69 |
20,49 |
20,4 |
22,2 |
‘Gemengde’ Brusselse kantons |
Anderlecht |
41,5 |
38,5 |
32,18 |
34,52 |
37,6 |
40,2 |
Elsene |
24,1 |
20,6 |
19,18 |
19,09 |
21,1 |
22,3 |
Schaarbeek |
34,1 |
29,5 |
27,46 |
27,31 |
29,4 |
31,3 |
St.-Joost |
22,5 |
18,4 |
17,22 |
16,83 |
18,1 |
19,4 |
Ukkel |
22,4 |
18,9 |
17,39 |
17,62 |
19,0 |
20,2 |
Buitenkantons |
Asse |
96,8 |
96,1 |
94,28 |
94,33 |
95,8 |
96,3 |
Halle |
84,3 |
83,5 |
80,81 |
81,33 |
84,3 |
85,4 |
Lennik |
93,8 |
92,8 |
92,34 |
92,12 |
93,3 |
93,9 |
Meise |
82,0 |
80,4 |
77,91 |
77,71 |
80,7 |
82,- |
Vilvoorde |
86,7 |
86,3 |
81,48 |
82,41 |
86,- |
88,- |
Arr. Brussel-Halle-Vilvoorde |
43,4 |
41,1 |
37,02 |
38,4 |
41,1 |
43,1 |
| |