Neerlandia. Jaargang 91
(1987)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 177]
| ||||||||||||||||||||||||
anv-nieuws
|
- | het verschijnen in februari van de ‘Nota knelpunten en aanbevelingen’ van de op 2 maart 1985 ingestelde commissie Toekomst; |
- | de verkiezing van een vrijwel geheel vernieuwd hoofdbestuur en dagelijks bestuur (zie hierna); |
- | aanvaarding van de statutenwijzigingen met een overgrote meerderheid, eveneens op 14 juni; |
- | het per brief van 7 augustus 1986 meegedeelde voornemen van de minister van WVC om het subsidie aan het ANV geheel in te trekken; |
- | het later in de publiciteit geraakte zgn. plan Gysels over Brussel en de Voerstreek van november; |
- | de viering van het 90-jarig bestaan van het verbondsblad Neerlandia op 15 december te Brussel. |
Begin februari 1986 bood de commissie Toekomst het dagelijks bestuur het resultaat aan van een klein jaar denkwerk in de vorm van de nota ‘Knelpunten en aanbevelingen’. De commissie kreeg bij haar instelling door het hoofdbestuur op 2 maart 1985 de opdracht ‘een onderzoek in te stellen naar de achtergronden van met name de organisatorische problemen die een goed functioneren van het verbond belemmeren en tevens aanbevelingen te doen om deze problemen op te heffen’.
De commissie bestond uit de heren prof. dr. H. Gysels, H.J. Neeleman, H.A.P.M. Schel en dr. W. Vanden Steene.
De commissie deed een reeks aanbevelingen inzake de verhouding tussen de ANV-vereniging naar Nederlands recht en de ANV-v.z.w. naar Belgisch recht, de samenwerking tussen het ANV en het Algemeen Nederlands Congres (ANC) en een verbetering van de bestuurskracht. De aanbevelingen werden in enigszins gewijzigde vorm door het hoofdbestuur op 12 april 1986 aanvaard. Aan de uitwerking en toepassing hiervan wordt gewerkt.
Het nieuwe hoofdbestuur, verkozen op de algemene verbondsvergadering van 14 juni 1986, telt 23 leden, waarvan 11 nieuw, waaronder een Frans-Vlaming. Een aanzienlijke ‘verjonging’. Het stelt zich voor om aan de hand van de aanbevelingen van de commissie Toekomst het ANV een meer dynamisch en naar buiten gericht optreden te geven.
De aanvaarding met grote meerderheid van stemmen van de statutenwijzigingen zorgde voor de stabiele basis. De statuten beklemtonen dat het ANV zich baseert op de principes die ten grondslag liggen aan de parlementaire democratie in de lage landen. Het ANV verwerpt iedere discriminatie wegens godsdienst, levensbeschouwing, ras, huidskleur of sekse.
Nog voor het nieuwe bestuur na de vakantiemaanden daadwerkelijk zijn werkzaamheden kon beginnen, ontving het begin augustus, als donderslag bij heldere hemel, bericht van de heer Brinkman, minister van WVC. De minister kondigde aan het ANV met ingang van 1 januari 1987 niet meer te zullen subsidiëren.
Het dagelijks bestuur ondernam onmiddellijk actie, bestaande uit het voeren van gesprekken met ambtenaren, bestuurders en politici. Een gesprek met de minister kwam, ondanks herhaalde pogingen, niet tot stand; een gesprek met minister Dewael in Brussel daarentegen leverde de toezegging op dat het Vlaamse subsidie in ieder geval gehandhaafd zou worden.
De actie van het dagelijks bestuur in Nederland verliep langs twee lijnen: Met de hulp van de advocaat mr N.S.J. Koeman werd beroep aangetekend bij de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State, wegens onbehoorlijk bestuur van de zijde van de minister. Zonder overleg immers, zonder opgave van redenen anders dan bezuiniging, werd het ANV zonder overgangstermijn in één klap beroofd van zijn totale subsidie. Zonder deze toelage kan geen personeel worden bekostigd, zodat het verbondskantoor zou moeten worden gesloten. Het ANV, dat reeds sinds 1905 overheidssteun ontvangt, zou zijn werkzaamheden drastisch moeten beperken.
Tot grote opluchting van het bestuur, maar ook van allen die er van overtuigd zijn dat bij de voortschrijdende Europese integratie en schaalvergroting samenwerking tussen Nederlanders en Vlamingen meer dan eens geboden is, bleek een vrijwel unanieme Tweede Kamer overtuigd van het nut en de noodzaak het ANV van overheidswege te blijven steunen. Het bij de begrotingsbehandeling van WVC ingediende amendement Schutte (GVP), Hennekam (CDA), Huys (PvdA) en Dijkstal (VVD), strekkende tot handhaving van het subsidie, werd op 16 december 1986 aanvaard.
Het ANV is allen die zich hiervoor inzetten buitengewoon erkentelijk. Het realiseert zich hierbij dat dit tevens een uitdaging én verplichting inhoudt om met hernieuwde kracht - nieuwe statuten, aanbevelingen van de commissie Toekomst en een vernieuwd bestuur - zijn taak uit te voeren. Op korte termijn behelst deze taak het (her)oprichten van (nieuwe) afdelingen, het aanwerven van nieuwe leden, het activeren van de werkgroepen, de transformatie van de werkgroepen in stuurgroepen en de oprichting van nieuwe (immigranten, relevant overheidsbeleid, Antillen,), alsmede het leggen van contact met gelijkgerichte verenigingen en organisaties om te onderzoeken welke vormen van samenwerking nuttig en nodig zijn. Het ANV ziet het als enige pluriforme,
openbare Nederlands-Vlaamse vereniging voor het gehele Nederlandstalige gebied als zijn voornaamste taak een maatschappelijk draagvlak te vormen voor door zowel de Tweede Kamer der Staten-Generaal als de Vlaamse Raad erkend overheidsbeleid. Ditzelfde geldt ten aanzien van de opdracht, gegeven aan de Nederlandse Taalunie. Dit supranationale orgaan, enig in haar soort in de wereld, behoeft eveneens steun van de bevolking om geloofwaardig te kunnen optreden. Het ANV zal trachten een zo groot mogelijk deel van de bevolking bewust te maken van de waarde die de eigen taal en cultuur voor de identiteit van een volk betekenen.
Welnu, de natuurlijke bondgenoot van Nederland bij het bewaren respectievelijk ontwikkelen van de eigen identiteit is Vlaanderen, en omgekeerd. Op het gebied van de taal en letteren heeft dit bondgenootschap bestuurlijk-administratief vorm gekregen in de Nederlandse Taalunie. In aansluiting daarop dient te worden gewerkt aan de vorming van een zo breed mogelijk maatschappelijk draagvlak door het benaderen van zoveel mogelijk burgers via de afdelingen, de werk- en stuurgroepen en door middel van contacten met daarvoor in aanmerking komende verenigingen en organisaties.
Het bestuur werd aan het einde van het jaar geconfronteerd met het later in de publiciteit geraakte zgn. plan Gysels over Brussel en de Voerstreek. Prof. dr. H. Gysels, voorzitter ANV-Vlaanderen, legde zijn gedachten omtrent het doorbreken van de politieke impasse in België met betrekking tot de taal- en cultuursituatie in en rondom Brussel en in de Voerstreek eind november neer in een nota, die aanvankelijk in het bestuur zou worden besproken, maar zodanig verzet opriep, dat deze door de auteur werd ingetrokken. Niettemin verscheen de nota als ‘ANV-nota’ op 9 januari 1987 in de pers (dagblad De Standaard), waardoor het bestuur zich genoodzaakt zag een verklaring uit te geven. Hierin wordt gesteld dat de Voerstreek Vlaams is met het Nederlands als bestuurstaal, dat Brussel de hoofdstad van Vlaanderen moet blijven, dat de huidige agglomeratieraadgrenzen onbespreekbaar zijn en dat de faciliteiten voor Franstaligen ten spoedigste moeten worden opgeheven, zoals oorspronkelijk de bedoeling was.
Op 15 december werd met een feestelijke bijeenkomst in het Internationaal perscentrum te Brussel, in tegenwoordigheid van de Nederlandse ambassadeur, de heer Schaapveld, het 90-jarig bestaan van het verbondsblad Neerlandia gevierd. Tevens werden twee Visser-Neerlandiaprijzen uitgereikt (zie elders in dit verslag).
Neerlandia zal meer moeten worden betrokken bij de nieuwe oriëntatie van het ANV. Het zal duidelijker een rol als verenigingsblad moeten gaan spelen, met behoud overigens van de huidige kwaliteit en gericht op het vormen van een maatschappelijk draagvlak voor aanvaard overheidsbeleid met betrekking tot Nederlands-Vlaamse samenwerking (zie hierboven).
In dezelfde geest zullen twee nieuwe instrumenten worden gehanteerd: het regelmatig organiseren van een ‘Verbondsconferentie’ voor allen die op de een of andere wijze een functie binnen het ANV vervullen (Rotterdam 23 mei 1987) en een jaarlijks te houden colloquium ‘De Nederlanden nu’ (najaar 1987 te Nijmegen), waarop bestuurders en politici uit Nederland en Vlaanderen met het verbond kunnen kennismaken.
Het jaar 1986 overziende kan worden gesteld dat de gebeurtenissen tot herbezinning en nieuwe activiteiten hebben geleid. De ontstane contacten met bestuurders en politici zullen in de toekomst nadere inhoud worden gegeven, de interne organisatorische hervormingen worden doorgezet en de vernieuwde inhoudelijke koers zal worden gevolgd.
Hoofdbestuur van het Algemeen-Nederlands Verbond
D. Aronson |
Lic. P. de Backer |
Prof. dr. K. de Clerck |
P.E.J.L. de Coster |
Prof. dr. S.W. Coudenberg |
Prof. dr. A. Deprez |
G. Dutry, tweede secretarisGa naar voetnoot* |
Prof. dr. H. Gysels, voorzitter VlaanderenGa naar voetnoot* |
Drs. A.G.U. Hildebrandt |
Dr. P.H. Jongbloet |
Drs. J.L.M. Kits Nieuwenkamp, algemeen secretarisGa naar voetnoot* |
P.M. Klaassen |
F.A.L. Kortie |
H.J. Neeleman, algemeen penningmeesterGa naar voetnoot* |
Dr. Y.J.D. Peeters |
E. Ruysschaert |
H.A.P.M. Schel |
Dr. J. Taeldeman |
Dr. W. Vanden Steene, tweede penningmeesterGa naar voetnoot* |
G.P. de Verrewaere |
J.W. Volleberg |
Dr. H.J.G. Waltmans, voorzitter NederlandGa naar voetnoot* |
E. Wieme |
De algemene vergadering werd op 14 juni 1986 gehouden.
Het hoofdbestuur kwam in 1986 bijeen op 22 februari, 12 april, 14 juni en 30 augustus. De leden van het dagelijks bestuur vergaderden op 24 januari, 22 februari, 12 maart, 23 mei, 15 augustus en 23 september.
Contacten en vertegenwoordigingen
Op 5 februari brachten de heren Theunissen en Van Hoorn een bezoek aan de Taalunie (zie onder de werkgroep Leraren Nederlands).
Een delegatie van de werkgroep De Nederlanden in de Wereld sprak op 9 april met de Tweede Kamercommissie voor het Internationaal Cultuurbeleid (zie onder de werkgroep De Nederlanden in de Wereld).
Het dagelijks bestuur nam 19 april deel aan de slotzitting van het Algemeen-Nederlands Congres.
De heren Theunissen en Van Hoorn spraken op 25 april met een bestuursdelegatie van het Komitee voor Frans-Vlaanderen en op 25 mei met de heer Hülsdünker. Beide ontmoetingen dienden ter voorbereiding van conferenties voor docenten Nederlands in respectievelijk Frans-Vlaanderen en Nedersaksen.
Naar aanleiding van het voornemen van minister Brinkman het ANV-subsidie met ingang van 1987 te beëindigen, werden op 1 en 14 augustus bezoeken afgelegd bij het Ministerie van WVC en op 29 augustus bij de advocaat die de ANV-belangen behartigde. De dagbladpers bezocht het ANV in verband met de subsidieperikelen en schonk daaraan in diverse kranten aandacht.
De voorzitter, de heer Waltmans, vertegenwoordigde op 25 september het ANV bij de jaarvergadering van de Vereniging Nederland in den Vreemde. Een bestuursdelegatie bezocht op 9 oktober de heer Dewael, Gemeenschapsminister voor Cultuur, om met hem over de handhaving van de subsidie uit Vlaanderen te spreken.
Op 17 t/m 19 oktober vertegenwoordigde de heer Kutsch Lojenga het ANV bij het jubileumcongres van de Nederlandse Bond in Duitsland.
De algemeen secretaris, de heer Kits Nieuwenkamp vertegenwoordigde het ANV op 22 november op het congres van de Vereniging Algemeen Nederlands (VAN) te Brussel.
De werkgroep De Nederlanden in de Wereld ontving op 28 november de voormalige ministers van Cultuur, de dames de Backer-van Ocken en Gardeniers-Berendsen, voor een informeel overleg over de culturele samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen.
Enige studenten bezochten het verbondskantoor om gegevens te verzamelen voor een studie of scriptie over aspecten uit de Nederlands-Vlaamse samenwerking.
Secretariaten
Het ANV heeft in Nederland en België een vestiging.
In Nederland is in Den Haag het verbondskantoor gevestigd. De medewerkers aldaar zijn de heer J.F. van Dorp, mevrouw W.M. van Dijk-Baak, de heer J. van Hoorn en mevrouw C.J. Visser. Mevrouw Van Dijk en de heer Van Dorp werken in deeltijd.
Mevrouw H. Vinck is werkzaam op het secretariaat te Brussel.
Naast de algemene verenigingswerkzaamheden wordt op het verbondskantoor het secretariaat gevoerd voor de diverse werkgroepen, zoals de Leraren Nederlands, Literatuur, De Nederlanden in de Wereld en de Topjournalist. Het verbondskantoor fungeert ook als secretariaat voor de Visser-Neerlandiacommissie en de jury, die de artistieke prijzen beoordeelt.
Zowel in Den Haag als in Brussel worden werkzaamheden ten behoeve van de afdelingen verricht.
Afdelingen
Arnhem-Nijmegen
De afdeling Arnhem-Nijmegen maakt een positieve ontwikkeling door: het aantal leden van de afdeling nam toe van 30 tot 40 en in totaal zo'n 70 personen bezochten de vier bijeenkomsten die in 1986 werden gehouden. De volgende voordrachten werden gehouden:
- | Prof. Dr. P. Klep (K.U. Nijmegen): De Belgische opstand van 1830, het Grootnederlands denken en het ANV. |
- | dhr. Kees Middelhoff (B.R.T. Hilversum): Wortels van een misverstaan (handelt over wat Nederland en Vlaanderen verenigt en scheidt). |
- | Drs. G. Smeets (WVC Den Haag): De berichtgeving over Vlaanderen in de Nederlandse pers. |
- | Dr. W. van Heugten (Duiven): Molens in de Lage Landen. |
De eerste twee bijeenkomsten werden in de vertrouwde Keldergalerij van de Westerhelling gehouden. Na de zomervakantie was deze gelegenheid niet meer beschikbaar en moest men uitwijken naar het Kolpinghuis te Nijmegen.
De laatste twee bijeenkomsten werden ook in de paatselijke pers aangekondigd, waardoor ook enkele belangstellenden konden worden begroet. Bij de molenvoordracht, die ook in de Rheinische Post, editie Kleef, werd aangekondigd, waren een drietal belangstellenden van over de grens aanwezig.
Het bestuur bestaat uit:
dr. P.H. Jongbloet, voorzitter
dr. W. van Heugten, secretaris
drs. Fr. Litmaath, penningmeester
Provincie Antwerpen - kern Mechelen
In Mechelen kwam in 1986 het afdelingswerk weer van de grond.
In samenwerking met enige gelijkgerichte verenigingen werd een aantal bijeenkomsten georganiseerd.
Het ANV wil op deze weg voortgaan en aldus een stimulerende factor zijn voor de integratiegedachte en op een bescheiden wijze een pluriform ontmoetingspunt worden van het Mechelse culturele verenigingsleven.
De heer Middelhoff verzorgde een lezing over de ‘Wortels van een misverstaan’, dr. L. van Egeraat sprak over zijn boek ‘Een Nederlander bekijkt Vlaanderen’.
Voorts was het ANV-Mechelen betrokken bij de organisatie door het Willemsfonds van een inleiding over ‘De Nederlandse Taalunie’, gegeven door de heer O. de Wandel, algemeen secretaris van de Taalunie en van een lezing van prof. Porteman over Joost van den Vondel (opgezet door het Davidsfonds). De afdeling ANV werkte ook mee aaan een voordracht georganiseerd door de Geschied- en Oudheidkundige Kring over de Mechelse humanist van Zeeuwse afkomst Janus Secundus.
Met dezelfde vereniging en met de Mechelse Jonge Balie organiseerde het ANV-Mechelen een Erasmusherdenking.
De bestuurskern bestaat uit:
dr. G.R. Piryns, voorzitter
dr. W. Vanden Steene, secretaris-penningmeester.
Brussel
De activiteiten van de afdeling Brussel werden veelal uitgevoerd met het Verbond van Vlaamse Academici waarmee de afdeling in 1987 opnieuw wil samenwerken.
Een bestuursafdeling nam deel aan een Vlaams afdelingsberaad om de activiteiten te evalueren en te programmeren.
Voorts had de afdeling een groot aandeel in het welslagen van Visser-Neerlandiaprijsuitreikingen aan de heren Heldring en Kempen te Brussel en zorgde zij voor een grote opkomst van belangstellenden voor de persconferentie die op 15 december ter gelegenheid van het 90-jarig bestaan van Neerlandia in het Internationaal Perscentrum te Brussel werd gehouden.
Het bestuur bestaat uit:
Prof. dr. H. van Nuffel, voorzitter,
E. Schepen, secretaris,
dr. Y.J.D. Peeters, penningmeester.
's-Gravenhage e.o.
De afdeling 's-Gravenhage e.o. kwam op 4 mei 1986 in het gebouw ‘Op Gouden Wieken’ in een zeer gevarieerde vergadering bijeen. Het eerste onderdeel werd gevormd door een gezamenlijke lunch, het tweede gedeelte door de zeer levendige voordracht van mr. L. van Heijningen over ‘Het paleis Noordeinde en zijn bewoners’ en vervolgens een huishoudelijke vergadering, waarop de stand van zaken in de afdeling en het verbond, de statutenwijzigingen en de Algemene Vergadering van 14 juni werden behandeld.
Tot afgevaardigden met stemrecht werden de voorzitter en de heer Tichelaar gekozen. Omdat het ledental van de afdeling beneden de 100 zakte, kon de afdeling slechts twee officiële afgevaardigden met stemrecht sturen.
De afdeling stelde prof. mr. S.W. Couwenberg, hoogleraar staats- en bestuursrecht te Rotterdam, kandidaat voor het hoofdbestuur. De heer Couwenberg werd inderdaad als zodanig gekozen.
De afdeling acht overigens een hoofdbestuur van meer dan 20 personen te omvangrijk. De kandidatuur van de Frans-Vlaming De Verrewaere werd toegejuicht. Anderzijds wordt betreurd dat het grote aantal leden in Kaapstad e.o. niet rechtstreeks
in het hoofdbestuur is vertegenwoordigd. Voorts dient de afdeling 's-Gravenhage e.o. te worden uitgebreid tot afdeling Zuid-Holland.
Op 14 december 1986 belegde de afdeling andermaal een bijeenkomst in ‘Op Gouden Wieken’, weer voorafgegaan door een lunch. Bij het huishoudlijke gedeelte stond de aangekondigde subsidie-intrekking aan het ANV centraal. Met voldoening werd vernomen dat een kamerbrede meerderheid de WVC-begroting zodanig amendeerde, dat de subsidie behouden blijft.
Vervolgens deed mr. J.L.G. Tichelaar verslag, verlucht met dia's, van zijn reis naar Indonesië.
Onder degenen die de afdeling ontvielen behoorde helaas de oud-journalist M.A. Cageling. De heer Cageling was een trouw bezoeker van de afdelingsbijeenkomsten, verdiepte zich steeds in de problemen waarmede hij in aanraking kwam en toonde zich een werkelijk ‘Grootnederlander’. Zijn overtuiging heeft hij overgedragen en leeft voort.
Het bestuur bestaat uit:
drs. J. L M. Kits Nieuwenkamp, voorzitter
dhr. F. Vintges, secretaris-penningmeester
mr. J.L.G. Tichelaar, bestuurslid
De voorzitter werd ter Algemene Vergadering van 14 juni gekozen tot algemeen secretaris van het ANV.
Kaapstad
De Nederlandse gemeenschap in Kaapstad en de afdeling in het bijzonder hebben veel waardering voor de wijze waarop de consul-generaal en zijn echtgenote zich in hun midden hebben geassimileerd en zich voor de afdeling in vele opzichten hebben ingezet.
Het is uiteraard geen eenvoudige taak om aan ieders smaak te voldoen. De muziekavonden, aanvankelijk populair, konden geen voldoende belangstelling meer trekken. Passende artisten zijn niet makkelijk te vinden, verschillenden vertrokken naar het buitenland waardoor de keus kleiner is geworden. Niettemin blijft dit belangrijke punt onder de aandacht van het bestuur.
Belangstelling voor de dia-voorstellingen was sterk wisselend, sommige avonden goed bezet, andere keren zeer weinig toeschouwers. Het viel sterk op dat evenementen waarbij gegeten of gedronken werd bijzonder populair waren en veelal volgeboekt. De voorbereiding en organisatie van deze avonden eiste veel tijd en moeite doch werd steeds efficiënt en met enthousiasme door de dames en heren geëntameerd. Een woord van dank voor dit kleine doch zeer enthousiaste groepje is zeker op zijn plaats vooral omdat gedurende het verenigingsjaar het bestuur voor langere tijd onderbemand was door overzees verlof of om andere redenen.
Bijzonder jammer is het feit dat de populaire Polygoon filmjournaals niet meer verkrijgbaar zijn. Deze films vormden altijd de attractie van de filmavonden, maar helaas kunnen wij deze niet aan onze leden aanbieden. Wel zijn we aan het experimenteren met andere journaal films en hopen in het nieuwe verenigingsjaar nog iets te vertonen dat de leden interesseert. Pogingen om nieuwere Nederlandse speelfilms te verkrijgen stuitten op grote moeilijkheden.
De video-voorstellingen waren over het algemeen zeer geslaagd.
Andere memorabele evenementen waren: het uitreiken van boeken in de Universiteit van West-Kaapland, een ontmoeting en cocktail-party ter gelegenheid van het bezoek van dr. Peeters van afdeling Brussel en boekenprijsuitreiking aan studenten Nederlands door de Nederlandse ambassadeur en een gezellig samenzijn met een groep jonge Nederlandse studenten in de Boekerij. Zeer geslaagd waren ook de sluitingsavond en het Sinterklaasfeest, het laatste ten huize van de consul-generaal, die onmiddellijk zijn tuin ter beschikking stelde toen er een klein probleem ontstond wat betreft de plaats waar het feest zou plaatshebben.
De afdeling telde 715 leden. Een zekere vergrijzing is merkbaar geworden maar de verschillende activiteiten worden ook door de jongere generatie bijgewoond.
Bestuur.
Het bestuur bestond in 1986 uit: J.C. Kiesouw, voorzitter; P.A. Steegers, vice voorzitter; Mw T. Mets, secretaris; D. Leegstra, penningmeester; Mw A. Kaleveld, ledenadministratie; C. Klip, archief; Mw Y. Alkema, muziek; Mw M.R. van der Meijden; H. Thomas, excursies; Mw A. Aloff. Het is de bedoeling in de nabije toekomst verschillende functies van het afdelingsbestuur en het bestuur van de boekerij te combineren.
Boekerij Kaapstad
In 1986 werden meer dan 14 000 boeken uitgeleend. Ten opzichte van het vorige jaar betekent dit een stijging van ruim 8%.
Naast het uitlenen van boeken werden ook Nederlandse speelfilms en documentaires vertoond.
Vijftien videofilms, waaronder een over het leven en werk van Anton Pieck, trokken ruime belangstelling. De film over Pieck liep synchroon met een tentoonstelling over zijn werk.
De boekerij werkt samen met de universiteiten van Kaapstad, Stellenbosch en West-Kaap.
Het bestuur bestaat uit: dhr. J. Kaleveld, voorzitter; mw. E. Alma, bibliothecaresse; mw. M. Ennenga, secretaresse; mw A. Badings, penningmeester; mw. J. Troost; dhr. P. Westra, technisch adviseur.
Noord-Holland
Het ledental bedroeg op 1 januari 1987: 76 (75 op 1 januari 1986).
Het werkterrein van de afdeling werd door het hoofdbestuur uitgebreid met Flevoland. Op 12 augustus 1986 overleed de heer J. Lekanne Deprez, jarenlang vice-voorzitter van onze afdeling en voorzitter van 1 september 1985 tot 18 april 1986.
Op laatstgenoemde datum moest hij om gezondheidsredenen, met onmiddellijke ingang zijn lidmaatschap van het afdelingsbestuur neerleggen. Wij verloren met hem een voortreffelijk voorzitter en ANV-lid en een bewonderenswaardig mens. Het afdelingsbestuur was op zijn begrafenis aanwezig.
De jaarvergadering van de afdeling, gehouden op 31 mei 1986, besloot op voorstel van het bestuur tot de onderstaande bestuurssamenstelling.
Op zaterdag 31 mei 1986 organiseerde het bestuur ‘Een wandeling door Vlaams Amsterdam’, onder leiding en met uitleg van de heer Hugo Rau, lid van het afdelingsbestuur en staflid van het Vlaams Cultureel Centrum.
Op woensdag 24 september 1986: Een voordracht door de heer Kees Middelhoff, journalist en correspondent Nederland van de BRT, over de geschiedenis van de verhouding Vlaanderen - Nederland, geheten: ‘De wortels van een misverstaan’ (in samenwerking met het V.C.C.).
Op zaterdag 15 november 1986: Een rondleiding van het Amsterdams Historisch Museum, over de tentoonstelling in het museum: ‘De smaak van de elite, Amsterdamse kooplieden en hun cultuur in de 16de eeuw’.
Het afdelingsbestuur vond voorts het lid, drs M. van Hattum bereid om ter gelegenheid van het Algemeen-Nederlands Congres in het Vlaams Cultureel Centrum te Amsterdam, aldaar in de maand april 1986 een tentoonstelling in te richten, van de in de
gemeentearchieven van Amsterdam opgeslagen stukken en perscommentaren over de vorige, in het verre verleden te Amsterdam gehouden Algemeen-Nederlandse Congressen.
Wij zonden in overleg met het Vlaams Cultureel Centrum een uitnodiging aan onze leden voor de door het V.C.C. georganiseerde lezing: ‘Gent, historisch hart van Vlaanderen’, door dr J. Decavele, stadsarchivaris van Gent.
Voorts zond het V.C.C. in overleg met ons uitnodigingen aan onze leden voor andere in het V.C.C. plaatsvindende activiteiten. De leden van het afdelingsbestuur namen deel aan het Algemeen-Nederlands Congres op 18 en 19 april 1986 in het Vlaams Cultureel Centrum te Amsterdam en aan de algemene ledenvergadering te Roosendaal. Zij namen beurtelings deel aan andere gebeurtenissen wanneer dit in het belang van het verbond werd geacht.
Het afdelingsbestuur diende het volgende voorstel bij de algemene ledenvergadering van het ANV in tot statutenwijziging:
‘Het verbond gaat uit van de principes die ten grondslag liggen aan de parlementaire democratie in de lage landen.
Het verwerpt iedere discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, ras, huidskleur of sekse.’
Nadat het statutair benodigde aantal ANV-afdelingen hun steun aan ons voorstel hadden gegeven en de ledenvergadering van onze afdeling het voorstel met algemene stemmen had goedgekeurd, werd het door het hoofdbestuur overgenomen en door de algemene ledenvergadering aanvaard.
De werkgroep ‘Brochure voor schoolverlaters in Vlaanderen en Nederland’, bestaande uit wijlen de heer J. Lekanne Deprez, de heer C.A.M. Middelhoff en P.M. Klaassen, sloot zijn werkzaamheden voorlopig af met voorstellen m.b.t.: a. Doelgroep en niveau, doelstellingen, inhoud, opzet, financiering en toetsing van het resultaat (door een aantal leraren/leraressen en scholieren in Vlaanderen en Nederland). b. Een globaal overzicht van de inhoud. Deze voorstellen werden ingediend bij het hoofdbestuur met het verzoek de beide stukken te behandelen op de hoofdbestuursvergadering van 30 augustus 1986, aan welk verzoek werd voldaan. De afdeling verzocht tijdens deze vergadering om voor de volgende fase van uitvoering van het plan, medewerk(st)ers aan te werven en financiële middelen beschikbaar te stellen. Besloten werd dat het dagelijks bestuur zich over het project zal buigen, waarbij gedacht werd aan het instellen van een commissie. De leden van het hoofdbestuur prof. dr. A. Deprez en dr. J. Taeldeman verklaarden zich bereid hun medewerking te verlenen aan de totstandkoming van de inhoud van de brochure. In het door het dagelijks bestuur samengestelde stuk ‘ANV-verplichtingen en volgende jaren’, samengesteld naar aanleiding van de subsidieperikelen, staat dat het hoofdbestuur van mening is dat de brochure tot stand moet komen. De afdeling heeft op 28 september 1986 in een brief aan het dagelijks bestuur van het verbond nog eens op een spoedige besluitvorming aangedrongen en tevens de suggestie herhaald om het project onder de aandacht te brengen van de commissie voor de toekenning van de Visser-Neerlandia-prijzen.
Tijdens de in Belle (Frans-Vlaanderen) op 25 april 1987 gehouden hoofdbestuursvergadering werd de brochure nog eens onder de aandacht gebracht.
Bestuurssamenstelling: P.M. Klaassen, voorzitter/secretaris; Mw W.J. Schouten - van Winsen, penningmeester; A. Simons; H. Rau.
De heer P.M. Klaassen werd op de algemene vergadering van het ANV van 14 juni 1986 benoemd tot lid van het hoofdbestuur.
Oost-Vlaanderen
De afdeling startte een campagne voor ledenwerving en verstuurde proefnummers Neerlandia. Tevens werd een folder voor A.N.V.-Oost-Vlaanderen uitgegeven en werd financiële steun gemobiliseerd.
Op 25 2-1986 vond een voordracht plaats door Prof. dr. K. de Clerck over ‘Tranen en Tandengeknars na vijf jaar Nederlandse Taalunie’.
De tentoonstelling over Permeke en Servaes vóór 1914, twee grootmeesters van het expressionisme, gaf aanleiding tot een georganiseerd bezoek. Toelichting bij deze tentoonstelling werd verstrekt door Jan D'Haese, voorzitter van de Latemse Kunstkring. Deze rondleiding werd gevolgd door een voordracht door Frank Degruyter, Gentenaar van geboorte en leerling van mevrouw Tine Ruysschaert. Hij bracht op spitante wijze poëzie over Gent uit zijn programma ‘Tussen daken en straten’, gevolgd door intieme gedichten van letterkundige Richard Minne.
Aan de jaarlijkse pacificatielezing (georganiseerd door de gelijknamige vereniging i.s.m. het A.N.V.) en gehouden door Hella Haasse onder de titel ‘De Lage Landen en het platte vlak’ werd ruime aandacht besteed.
De bestuurskern bestaat uit: prof dr. A. Deprez, voorzitter; dhr. W. Coninx, secretaris; dhr. H. Vanacker, penningmeester.
West-Vlaanderen
De afdeling werkte mee aan de Pacifikatielezingen te Gent en zette een campagne voor ledenwerving op (versturen proefnummers Neerlandia).
Op 31-5-1986 vond te Diksmuide in De Blankaart een uiteenzetting plaats door J. Fleerackers over ‘40 jaar Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag’.
Een bestuursdelegatie maakte kennis met dhr. Belgraver, nieuwe Landbouwraad op de Nederlandse Ambassade te Brussel en leidde hem rond in de provincie West-Vlaanderen.
Medewerking werd verleend aan een informatiedag voor studenten van het Europacollege en aan een voordrachtavond door Mia Doornaert over journalistiek en nieuwsgaring, in De Brugsche Hanze.
De bestuurskern bestaat uit: dhr. B. Vanhaverbeke, voorzitter; dhr. P. Kempynck, secretaris; dhr. G. de Jaegher, penningmeester.
Limburg
In 1986 zijn in Nederland en in Belgisch Limburg gesprekken gevoerd om tot de heroprichting van een inter-Limburgse afdeling te komen. De perspectieven daarvoor tekenen zich gunstig af.
Werkgroepen
Leraren Nederlands
De werkgroep kwam bijeen om de besteding van het budget van de boekverspreiding vast te stellen en om over de wenselijkheid te spreken een conferentie voor leraren Nederlands in Frans-Vlaanderen en Nedersaksen te organiseren.
Op de lerarenconferenties die door de werkgroep regelmatig in Nederlands-Limburg worden gehouden, ontbreken veelal docenten juist uit deze gebieden. De grote afstand is een belemmering. De werkgroep besloot dat als de docenten de conferentie in Limburg niet kunnen bezoeken, de conferentie bij de docenten op bezoek komt.
Zo namen de voorzitter van de werkgroep en het secretariaat stappen om in de herfst van 1986 een conferentie in Frans-Vlaanderen te organiseren en werden er besprekingen gevoerd met het Komitee voor Frans-Vlaanderen. Het programma was daarvoor reeds geheel rond, toen door organisatorische moeilijkheden van lokale aard de conferentie moest worden verschoven naar 1987.
De organisatie van een conferentie in Nedersaksen verliep goed. De medewerking van het Kultur- und Bildungszentrum te Aurich, de grote belangstelling van de Ostfriesische Landschaft staan borg voor het welslagen van de conferentie die begin 1987 wordt gehouden.
De heren Theunissen en Van Hoorn brachten een bezoek aan het secretariaat van de Taalunie. Zij spraken met de heer De Wandel, de algemeen secretaris, over de steun die de Taalunie kan geven aan het onderwijs Nederlands zoals dat op scholen voor het voortgezet onderwijs in het buitenland wordt gegeven. De Taalunie heeft voor dit onderwijs grote belangstelling en hoopt zodra het budget dit toelaat daaraan meer aandacht te besteden.
Drs. A.R.A. Theunissen is voorzitter van de werkgroep.
Het secretariaat wordt op het verbondskantoor gevoerd.
Literatuur
Jongeren tussen 17 en 30 jaar worden in de gelegenheid gesteld hun - veelal beginnend - literair werk voor te leggen aan een jury die het, van aantekeningen voorzien, weer aan de deelnemers terugzendt. Op deze wijze verkrijgen zij enig inzicht in hun literaire mogelijkheden.
Dit is in het kort de opzet van het literatuurproject, waarvoor in 1986 ruim 400 deelnemers werk inzonden. Zowel poëzie als proza kwam in aanmerking.
Ruim 1600 gedichten en 90 prozawerken werden aan de jury voorgelegd. Een heel karwei om dit gewetensvol te beoordelen, omdat iedere deelnemer met goed of slecht werk een beoordeling ontvangt.
Het jurywerk wordt grotendeels in de avonduren verricht.
De verwachtingen van de inzenders zijn veelal hoog gespannen, terwijl het werk dikwijls voldoende niveau mist.
Ondanks deze bedenking meent de werkgroep dat het literair project zinvol is. Naast degenen die een onvoldoende scoren, springt toch het werk van een voldoende groot aantal boven de middelmaat uit.
Hun inzendingen werden opnieuw beoordeeld, met als resultaat dat in 1987 een ANV-bundel zal verschijnen met het werk van 32 inzenders, waarvan de jury meent dat het de moeite waard is dit onder de aandacht van anderen te brengen.
De heer W. Hofman is voorzitter van de werkgroep.
Het secretariaat wordt op het verbondskantoor gevoerd.
Taalgebruik
De werkgroep begon in 1986 met een actie voor het gebruik van Nederlandse woorden als vervanging voor de thans gebruikte buitenlandse woorden. Daartoe werd een aantal scholen in Nederland en Vlaanderen bereid gevonden hun medewerking te verlenen. De actie loopt tot in 1987 door. De resultaten zijn dan ook nog niet bekend.
Veel aandacht trok de actie die het ontbreken van Nederlandstalige teksten op gebruiksaanwijzingen en garantiebepalingen aan het licht bracht.
Op tal van geïmporteerde goederen ontbreekt deze.
Scandinavische talen zijn beter vertegenwoordigd, hoewel elk van die landen belangrijk minder inwoners telt dan Nederland en Vlaanderen. Alleen bij de geïmporteerde voedingswaren is het gebruik van het Nederlands wettelijk voorgeschreven en dus aanwezig.
De importeurs wordt gevraagd ook het Nederlands te gebruiken bij niet-voedingswaren.
Bij de officiële instanties is aangedrongen om het gebruik van Nederlandse teksten verplicht te stellen op gebruiksaanwijzingen en garantiebepalingen van alle geïmporteerde goederen.
De gelijkstelling van het Frans met het Nederlands mag in Brussel wettelijk zijn geregeld, de praktijk wijst echter uit dat het Nederlands nog altijd voor zijn plaats moet strijden. Zo ook in de ziekenhuizen en bejaardencentra. De Taalwerkgroep acht dit reeds uit sociaal oogpunt onaanvaardbaar. Met toenemend succes en met medewerking van andere instellingen hoopt men binnen afzienbare tijd tot positieve resultaten te komen.
Specifieke acties werden ondermeer gevoerd bij de posterijen, spoorwegen en de Rijkswacht in Brussel.
De heer E. Wieme is voorzitter van de werkgroep.
Topjournalist
De werkgroep organiseert jaarlijks een wedstrijd voor jonge ‘journalisten-in-dedop’, die in 1986 voor de dertiende keer werd uitgeschreven. Hieraan namen 243 inzenders deel, 132 uit Nederland en 111 uit Vlaanderen.
De deelnemers waren verdeeld over drie leeftijdscategorieën. Er werden 14 prijzen toegekend.
Het viel de jury op dat de nog schoolgaande inzenders meer naar de opstelvorm neigden, dan naar een journalistieke vorm van een artikel. Teveel werd nog gebruik gemaakt van de ‘ik stijl’.
De invloed van leraar of lerares was bij het klassikaal ingezonden werk merkbaar. Niettemin waren er ook dit keer verrassend goede, originele en frisse inzendingen bij.
Ook onderwerpen waarop nog een taboe rust, zoals ‘zelfmoord’, werden aangesneden. Opvallend was hierbij de afstandelijke, analyserende en dus niet moraliserende benadering, welke houding ook opviel bij thema's als derde- en vierde-wereldproblematiek.
Goede inzendingen kwamen ook van degenen die zich de Nederlandse taal eerst nog eigen moesten maken.
De door velen toegepaste techniek van het gebruik van tussenkopjes verlevendigde de artikelen.
Over het plezier van het uitschrijven van de wedstrijd viel een diepe schaduw door het overlijden van de heer Reinboud, die sinds 1978 deel uitmaakte van de jury en die door zijn kenmerkend journalistiek verantwoordelijkheidsgevoel de inzendingen beoordeelde. De heer Goossens die ook reeds jarenlang jurylid was verliet de jury wegens zijn benoeming tot directeur-generaal van de BRT.
Twee journalisten werden bereid gevonden de opengevallen plaatsen in te nemen t.w. de heren De Donder van het dagblad ‘De Standaard’ en de heer Lambrecht verbonden aan de BRT.
De jury die de inzendingen beoordeelde bestaat naast de hierboven genoemde heren uit de heren Verdonck en Middelhoff.
Het secretariaat wordt gevoerd door het verbondskantoor.
De Nederlanden in de Wereld
De werkgroep hield tijdens het afgelopen jaar zeven werkzittingen, nl. op 21 februari, 9 april, 18 april, 30 mei, 19 september 28
november en 19 december, tweemaal Antwerpen en één keer Roosendaal, Rotterdam, Maastricht en Amsterdam. De leden van de werkgroep namen deel aan het 39ste Algemeen-Nederlands Congres op 19 april 1986 in De Brakke Grond en leidde er de werkzaamheden van de sectie ‘De Nederlanden in de Wereld’. De activiteiten van de werkgroep werden in 1986 enerzijds gericht op de voorbereiding, anderzijds op de evaluatie van dit 39ste ANC-Congres. Met het oog op het Congres werd een uitvoerige balans opgemaakt van vijf jaar pogingen om te komen tot een betere samenwerking en zo mogelijk integratie van het internationaal cultuurbeleid van Nederland en de Vlaamse Gemeenschap, wel te verstaan naar de derde landen toe.
In deze balans werd o.m. aandacht geschonken aan de werking van de Taalunie, de omvorming van het ‘Commissariaat-Generaal voor Internationale Culturele Samenwerking van de Nederlandse Gemeenschap in België’ tot ‘Commissariaat-Generaal voor Internationale Samenwerking van de Vlaamse Gemeenschap’, het probleem der culturele akkoorden met derde landen, de taak van culturele attachés bij de Nederlandse en Belgische ambassades in het buitenland, de werking van de Nederlandse en Belgische/Vlaamse culturele centra in het buitenland, het onderwijs Nederlands buiten het eigen taalgebied, de plannen voor een geïntegreerd Nederlands-Vlaams mediabeleid gericht op het buitenland, het Nederlands in de Europese Gemeenschap en de houding van de Nederlandse en Vlaamse volksvertegenwoordigingen t.a.v. ons internationaal cultuurbeleid. Het rapport van de werkgroep besloot met enkele concrete aanbevelingen die ter sprake kwamen op de sectievergadering van het Congres. Daarvóór werd het rapport gezonden aan leden van de Tweede Kamercommissies voor de Internationale Culturele Betrekkingen. Begin april had de werkgroep met een aantal van hen daarover een onderhoud. De commissie sprak zijn waardering uit over het zorgvuldig samengestelde rapport, maar waarschuwde voor teveel optimisme ten aanzien van de uitvoering van de aanbevelingen.
Aan het panelgesprek dat op het Congres gehouden werd, werd o.m. deelgenomen door de Europarlementairen mw. E. Boot (Nederland) en dhr. Willy Kuijpers (Vlaanderen). De vertegenwoordigers van de Nederlandse en Vlaamse ministers van Cultuur lieten op het laatste ogenblik voor dit panelgesprek verstek gaan, wat door alle deelnemers, de Europarlementairen inbegrepen, erg werd betreurd.
De vergaderingen die de werkgroep hield na het Congres waren hoofdzakelijk gewijd aan de evaluatie ervan en aan een grondig onderzoek naar de oorzaken waarom een Nederlands-Vlaamse samenwerking inzake internationaal cultuurbeleid zo moeizaam tot stand komt en verloopt.
Zeer interessant in dat verband was het informeel en open gesprek dat de werkgroep op 28 november 1986 had met de oud-ministers mevrouw Gardeniers-Berendsen (Nederland) en mevrouw De Backer-Van Ocken (Vlaanderen) die beiden rond hetzelfde tijdstip in Nederland en Vlaanderen verantwoordelijk waren voor culturele zaken en voor het internationaal cultuurbeleid en die allebei als het ware de Taalunie boven de doopvont hebben gehouden.
Tevens schonk de werkgroep nog aandacht aan de strubbelingen rond de Stichting voor Vertalingen, de publikatie van het eerste nummer van ‘Dutch Heights’ en de nieuwe pogingen om zo mogelijk de Madrileense Stichting ‘San Andrès de los Flamencos’ weer nieuw leven in te blazen.
De heer M. Vertommen is de voorzitter van de werkgroep.
Het secretariaat wordt door het verbondskantoor gevoerd.
Boekverspreiding
In 1986 zijn weer tal van boeken gezonden naar hen die buiten onze (taal)grenzen de Nederlandse taal- en cultuur verbreiden. Dit zijn in hoofdzaak de docenten Nederlands op scholen voor het voortgezet onderwijs in Nedersaksen, Noordrijn-Westfalen, de Duitstalige gebieden in België en in Frans-Vlaanderen.
Ook de vakbibliotheek Nederlands in het Kultur- und Bildungszentrum te Aurich (Nedersaksen) ontving een pakket boeken. Deze bibliotheek wordt gebruikt door de leraren uit de omgeving die voor hun lessen Nederlands veelvuldig materiaal lenen. Naast een grote vraag naar letterkundige en taalkundige werken bestaat er veel belangstelling voor boeken en fotomateriaal over Nederland en Vlaanderen. Een aantrekkelijk pakket over land- en volkenkunde over het land waarvan men de taal leert werkt voor het aanleren van die taal zeer stimulerend. Het ANV tracht daar ook op in te spelen.
Visser-Neerlandiacommissie en -prijzen
In 1986 kwam de commissie tweemaal bijeen en behandelde 54 aanvragen voor prijzen.
Het merendeel daarvan kon zonder veel discussie terzijde worden gelegd. Deze aanvragen bevatten ofwel geen enkel element van beloning of waren louter aanvragen voor subsidie die veelal werd gevraagd omdat overheidssubsidie werd ingetrokken of verminderd. Ook aanvragen voor het financieren van grote exploitatietekorten of verbouwingskosten werden afgewezen.
De commissie stelde twee positieve adviezen op:
a. | de heer J.P. Goetghebuer uit Zwijnaarde. Een prijs voor persoonlijke verdiensten. De heer Goetghebuer zet zich al jaren in voor de gehandicapte medemens. Hij doet dit met stijl op een speciale manier en met goed resultaat. De drie boeken die hij over dit onderwerp schreef zijn ook bestemd voor de valiede mens, die daardoor een beter inzicht krijgt in de wijze waarop de gehandicapte in de maatschappij functioneert of wil functioneren. |
b. | Beweging van mensen met een laag inkomen en kinderen uit Gent - Sint-Amandsberg. Een welzijnsprijs. |
Deze vereniging probeert de kansarmen samen te brengen en hen over hun eigen problematiek te laten praten. Hierdoor verkrijgen zij inzicht in hun situatie, zoeken zij naar oplossingen. Het maakt de mensen weerbaarder en het brengt hen er toe hun problemen bij de overheid kenbaar te maken.
De vereniging bevordert in hoge mate de zelfstandigheid van de mensen uit de zgn. vierde wereld, een naam, waarmee deze kansarmen worden aangeduid.
Prijsuitreikingen
Op 2 mei werd in het stadhuis te Sas van Gent een culturele prijs uitgereikt aan het collectief van samenstellers van het boek ‘Fietsen en wandelen in het krekengebied van Noord- en Zeeuws-Vlaanderen’. De prijs maakte de uitgave van het boek mogelijk.
Het boek geeft naast de toeristische mogelijkheden tal van informaties over het ontstaan van dit (grens)gebied, over zijn bewoners en de geschiedenis daarvan. Dit laatste wordt door de ondertitel van het boek ‘Langs Spaanse forten en Staatse
schansen’ al sterk benadrukt. Het boek wekt de Vlaming en de Nederlander op dit (zeker voor Nederland) vergeten grensgebied te bezoeken en het kan een introductie zijn voor een nadere kennismaking.
Te Brussel werden op 15 december twee Visser-Neerlandiaprijzen uitgereikt. Een aan de heer Heldring die in woord en geschrift jarenlang pleit voor een eigen Nederlands cultuurbeleid waarbij, voor zover het beleid het buitenland betreft, aan Vlaanderen de prioriteit dient te worden gegeven. Daarnaast geeft de heer Heldring in zijn NRC-columns herhaaldelijk blijk van een goed en vooral logisch gebruik van de Nederlandse taal en laat hij zijn pleidooien vergezeld gaan van talrijke voorbeelden.
De tweede prijs viel ten deel aan de heer Kempen, een Duitse leraar Nederlands aan het gymnasium te Bad Godesberg.
De heer Kempen is de eerste leraar geweest die einde jaren vijftig de stimulator werd om het Nederlands op Duitse scholen op het lesrooster te plaatsen. Uiteindelijk is hem dit - ondanks veel tegenwerking - gelukt. Het was - en is - nog steeds velen in Duitsland niet bekend dat het Nederlands een eigen taal is en geen dialect van het Duits. Door zijn inspanningen en natuurlijk ook van vele anderen, wordt in vele scholen het Nederlands onderwezen. Voor degenen die zich na de middelbare school daarin verder willen bekwamen staan lerarenopleidingen en universiteiten in Duitsland thans open.
Visser-Neerlandia televisieprijzen
Op 13 december 1986 werden, door de voorzitter van het ANV dr H.J.G. Waltmans, in de Stadsschouwburg te Maastricht drie Visser-Neerlandia televisieprijzen uitgereikt aan:
Willem Capteyn te Amsterdam, voor zijn televisiespel ‘Otto en Hans’; Carel Donck te Amsterdam, voor zijn televisiespel ‘Oude talen’ en een eerste prijs aan Luisa Treves, Amsterdam, voor haar televisiespel ‘Een gat in de markt’.
De jury bestond uit Nico Hiltrop, Hilversum; Hugo Meert, Steenokkerzeel en Wim Spekking, Utrecht.
Er werden 46 scripts ingezonden. De jury betreurde het dat 30% daarvan niets van doen had met televisie.
Over de drie bekroonde werken bestond grote eenstemmigheid.
Twee van de stukken zijn al door de Ikontelevisie uitgezonden.
Tijdschrift Neerlandia
Het ANV-tijdschrift bestond vorig jaar 90 jaar en is daarmee een van de oudste nog verschijnende tijdschriften in de Lage Landen. Neerlandia verschijnt vijf maal per jaar.
Tal van thema's werden behandeld. Zo besteedde het aandacht aan de Frans-Vlaamse regio, de uitwisselingen tussen Nederlandse en Belgische hoogleraren en het internationaal cultuurbeleid van Nederland.
Interessant was de vergelijking tussen Nedenland en België van de overheidsbeslissingen over de plaatsing van kruisvluchtwapens.
De slotzitting van het 39e Algemeen-Nederlands Congres kreeg ruime aandacht.
Aan het voornemen van minister Brinkman het ANV met ingang van 1987 niet meer te subsidiëren, werden vanzelfsprekend vele kolommen gewijd.
Het laatste nummer van de jaargang stond in het teken van het 90-jarig bestaan. De geschiedenis van Neerlandia als verbondsblad werd in vier delen gepresenteerd, de periode van vóór 1919, tussen beide wereldoorlogen, de periode 1940-1945 en vanaf 1945 tot heden.
De vaste rubrieken Spiegel der Nederlanden, De Nederlanden in de wereld en de ANC-Nieuwsbrief met Algemeen-Nederlandse Kroniek, verschaften de lezers de nodige informatie over de samenwerking op tal van gebieden van Nederland en Vlaanderen. Het jubileumnummer werd op 15 december in het Internationale Perscentrum van Brussel voor een groot aantal journalisten en belangstellenden in de publiciteit gebracht.
N.N.
A.N.V.-West-Vlaanderen
Op donderdag 29 oktober 1987, om 20 u., is radio-correspondent Kees Middelhoff te gast in de raadszaal van het gemeentehuis in De Haan (Leopoldlaan).
Ter gelegenheid van de plaatselijke culturele veertiendaagse zal hij een antwoord proberen te vinden op de vraag ‘Een Nederlander, wat is dat nu eigenlijk?’
De gespreksavond, met mogelijkheid tot vragen stellen, vindt plaats onder de auspiciën van het Algemeen-Nederlands Verbond West-Vlaanderen en het Gemeentebestuur van De Haan. Het is een organisatie van de Kring Vlaanderen Morgen, i.s.m. Davidsfonds, Willemsfonds, Vrienden van het Vlaamse Boek en Vermeylenfonds.
Baekelandt en Middelhoff in Brugge
Op initiatief van de Belgisch-Nederlandse Vereniging en het ANV-West-Vlaanderen vond op dinsdag 22 september voor ongeveer 80 aanwezigen in de conferentiezaal van de Bank Brussel Lambert te Brugge een gespreksavond plaats met de Nederlander Kees Middelhoff, BRT-radiocorrespondent, en de Vlaming Frans Baekelandt, directeur-generaal van het Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken. De heer Baekelandt is ambassadeur van België in Nederland geweest en vertrekt begin november als ambassadeur naar China.
Baekelandt bracht een aantal stellingen naar voren waarop Middelhoff nadien kon reageren. Allereerst stelde hij vast dat de Nederlandse media weinig over België/Vlaanderen berichten. Als ze dat toch doen, dan is het in negatieve zin. ‘Nieuws uit België is pas goed als het slecht is’, aldus de oud-ambassadeur. Hij gaf het voorbeeld van de uitzonderlijke Landuyt-tentoonstelling die werd opgezet bij de opening van het VVC De Brakke Grond in Amsterdam, waar slechts één Nederlands blad, de Volkskrant, een - overigens vernietigend - artikel aan wijdde.
Dat Nederlanders zelden opkijken naar andere landen - tenzij naar Engeland - maar integendeel veeleer hautain op met name België neerkijken, bleek uit de toespraak van Mevr. Smit-Kroes, minister van Verkeer en Waterstaat, die bij het zinken van de Herald of Free Enterprise verklaarde dat zo'n ongeval zich in Nederland niet kan voordoen. De ietwat neerbuigende of
afwijzende houding van de Nederlanders tegenover België heeft volgens Baekelandt ook te maken met het feit dat België een gespleten land is, terwijl Nederland dit juist niet wil zijn. De Hollanders geven er weliswaar de toon aan, maar toch voelt iedereen tussen Maastricht en Groningen zich ten volle Nederlander. Dat ondanks alles de Nederlandse Taalunie tot stand is gekomen, is te danken aan de sympathie van de toenmalige minister Gardeniers voor haar Vlaamse collega De Backer. Ook voor de Vlaamse ontvoogdingsstrijd heeft het Noorden geen begrip, uitzonderingen als Geyl en Willemsen terzijde gelaten. België slaagt er bovendien wonderbaarlijk in de minachting van de Nederlanders te voeden, b.v. door een gebrekkig beleid inzake ruimtelijke ordening en door onbegrijpelijke scenario's als die in de Voerstreek.
Op het academische niveau daarentegen bestaat er wel grote waardering en heel wat Vlaamse professoren doceren aan Nederlandse universiteiten.
Kees Middelhoff becommentarieerde deze stellingen. Hij stelde de vraag ‘naar wie Nederland eigenlijk zou kunnen opkijken’. Inderdaad enkel naar Engeland, waar vooral de democratische traditie en de loyale oppositie worden gewaardeerd. Nederlanders zijn mede door de geschiedenislessen zelfzeker en zich bewust van de grote rol die hun land heeft gespeeld in Europa en in de wereld. Zij hebben echter veel te danken aan de ‘spitstechnologie’ die de Vlamingen hen na de val van Antwerpen hebben bijgebracht.
Dat Nederland België nog steeds als een in wezen Franstalig land beschouwt, bleek eens te meer bij het vertrek van de Oostendse vloot naar de Golf. De Nederlandse televisie had het over het schip de ‘Breydel’ (op z'n Frans uitgesproken, met klemtoon op de laatste lettergreep). Dat men via de Eurovisie meestal flitsen doorgeeft van de Franstalige nieuwsuitzendingen (b.v. een interview met Martens in het Frans) is wel begrijpelijk, maar draagt volgens Middelhoff bij tot verkeerde beeldvorming.
Volgens prof. Boogman, opvolger van Geyl, heeft Nederland zich lang als ‘uitverkoren land’ gevoeld, en die idee van ‘Nederland gidsland’ leeft nog. Het gewestelijke wordt in Nederland verwaarloosd. Zo kan men bij parlementsverkiezingen van Roosendaal tot Friesland op premier Lubbers stemmen, in België kan enkel het arrondissement Gent voor Eerste Minister Martens kiezen.
Nederlanders hebben een andere culturele reflex, zij hebben geen taalstrijd gekend en zijn minder ‘taalfier’. Tekenend is wel dat het woord ‘Hollands’ in het Noorden terrein verliest ten voordele van ‘Nederlands’. In tegenstelling tot hun zuiderburen houden Nederlanders zich aan de wet, waar zij respect voor hebben. Alles moet keurig geregeld worden.
Het zetelen in een jury die opstellen van scholieren verbetert, heeft Middelhoff geleerd dat de Vlamingen een Carthesiaans denkpatroon hebben en hun betoog helderder en meer ad rem opbouwen dan de Nederlanders. Inzake ruimtelijke ordening stelt Middelhoff vast dat er in Nederland bijna geen lintbebouwing bestaat. Van buiten af gezien is lintbebouwing afschuwelijk, maar als je dan in de tuin van die Vlaamse huizen komt, dan kijk je zo de velden in, terwijl je in het Noorden niet verder ziet dan de was van de buur. Nederland staat inzake ruimtelijke ordening verder dan België, omdat het probleem daar ook veel acuter was. De bevolking is er de jongste decennia verdubbeld, terwijl er in België amper een paar miljoen zijn bijgekomen.
Uit het publiek kwam de vraag welk belang Nederlanders er nu eigenlijk bij hebben om oog te hebben voor Vlaanderen. Volgens Middelhoff vindt de Nederlander in Vlaanderen een deel van zijn eigenheid, van zijn ziel terug. Baekelandt wees van zijn kant op de noodzaak aan een gezamenlijke culturele actie in het buitenland.
Oost-Vlaanderen
De Oostvlaamse afdeling organiseert op 29 oktober te 19 u. te Sint-Martens-Latem haar eerste activiteit van het nieuwe werkjaar. Het is de bedoeling om tijdens deze ontmoeting kennis te maken met de leden en sympathisanten van de afdeling en tevens van gedachten te wisselen over het programma van het werkjaar '87-'88 van de Oostvlaamse afdeling.
Net als vorig jaar kon ook ditmaal een beroep gedaan worden op Jan d'Haese (die een causerie zal houden over Europalia) en op Frank Degruyter. Deze zal fragmenten brengen uit zijn nieuwste theaterproductie ‘Aan en Uit’.